Bas de Meijer: ‘Niet alles hoeft gestoken scherp. Als alles scherp is, is de foto gewoon saai’

Voor het boek ‘Tips en Trucs voor de digitale spiegelreflexcamera’ interviewde ik vier verschillende fotografen, ieder met zijn eigen specialiteit. Dit interview – uit 2009 – is met Bas de Meijer, over zijn specialiteit straatfotografie.

Bovenstaande foto is een zelfportret geschoten met een analoge Rolleiflex. ©Bas de Meijer.

Bas de Meijer – alias Rood Petje, vanwege zijn rode petje wat hij bijna altijd op heeft – fotografeert al vanaf zijn vroege jeugd. Hij is van oorsprong ingenieur, hij studeerde autotechniek op de HTS, maar ging later van zijn hobby zijn beroep maken. Naast zijn fotowerk schrijft hij over fotografie voor fototijdschriften als P/f en Digitales. Hij fotografeert graag op straat.

Hoe ben je begonnen?
‘Ik kwam erachter dat ik reportagewerk wel erg leuk vond, ik leverde wat foto’s voor een huis-aan-huiskrant, en zo is het gekomen. Ik ben bij een krant gaan werken en een tijdlang deed ik het erbij naast ander werk. Alles nog gewoon in de doka, in zwart-wit. Snel je filmpje ontwikkelen, snel in de doka afdrukken en ze dan naar de krant brengen, een mooie tijd. Later ben ik kleurennegatief gaan schieten, die ik dan scande en dan leverde ik zo digitaal. In 2003 ben ik digitaal gaan schieten, en stapte ik over van Nikon naar Canon. Sindsdien is het gegroeid en maak ik heel veel portretten, reportages en doe ik veel straatfotografie. Ik fotografeer ook voor Straatnieuws, de daklozenkrant in Utrecht, waar ik elke maand een foto lever. En ik ben ook gaan schrijven over fotografie voor Foto en later voor P/f en Digitales. Ik werk freelance: als fotograaf ben je bijna altijd freelancer, werken in loondienst is zeldzaam. Vroeger had je dat wel bij kranten, maar dat was vroeger…’

Canon EOS-1D Mark II N • ISO 400 • f/11 • 1/80 @ 40mm. ©Bas de Meijer.
Canon EOS-1D Mark II N • ISO 400 • f/11 • 1/80 @ 40mm ©Bas de Meijer..

Waar werk je mee?
‘Ik fotografeer nu met Canon, ik ben overgestapt op Canon, toen die echt betere digitale camera’s maakten dan Nikon. Maar de twee merken ontlopen elkaar niet echt veel meer op het ogenblik. Ik werk met onder andere met een Canon 1D Mark IIN. Ik gebruik 24mm, 35mm en 50mm lenzen op mijn verschillende camera’s, en 17-40mm en 70-200mm zoomlenzen, lekker lichtsterke objectieven. Ik kocht mijn 1D vanwege zijn ongevoeligheid voor weersomstandigheden, ik kan er in de stromende regen mee fotograferen, vanwege een grotere sensor, de goede autofocus en de betrouwbaarheid. Hij is wel erg groot. Ik wil wel graag een kleinere camera, zoals bijvoorbeeld de Nikon D700, met een klein objectief erop: dat is voor straatfotografie wel belangrijk. Je valt er minder mee op, dan met zo’n groot bakbeest.’

Canon EOS-1D Mark II N • ISO 400 • f/4 • 1/1000 @ 17mm. ©Bas de Meijer.
Canon EOS-1D Mark II N • ISO 400 • f/4 • 1/1000 @ 17mm. ©Bas de Meijer.

Wat gebruik je op straat?
‘Mijn 17-40mm zoomlens. Ik werk op straat graag met de groothoek. Misschien kun je met een telelens wat stiekemer fotograferen, maar ik prefereer een groothoek. Dan kan je én mensen in beeld brengen én de omgeving, want die is ook belangrijk, die geeft context aan een foto. Alleen koppen is te makkelijk: alleen een kop op een foto zegt te weinig. Een groothoek biedt wat dat betreft meer. Op zich vind ik een vast brandpunt ook heerlijk om mee te werken. Je kunt niet inzoomen met een vaste lens en dan moet je maar naar je onderwerp toe lopen of de foto niet maken. Ik prefereer iets meer groothoek. Op een D700 zou ik een 24mm gebruiken, dat vind ik een ideale combinatie. Alles moet zo compact mogelijk zijn. Ik ga waarschijnlijk de Olympus E-P1 met de 17mm kopen (een camera met verwisselbare lenzen, maar doordat er geen spiegels in zit zeer compact), die is voor dit soort fotografie heerlijk. Hij is supercompact, je hebt een mooie beeldhoek en je valt niet op op straat.’

Olympus E-P1 • ISO 400 • f/4 • 1/320 @ 17mm. ©Bas de Meijer.
Olympus E-P1 • ISO 400 • f/4 • 1/320 @ 17mm. ©Bas de Meijer.

Is het erg als je opvalt?
‘Ik ga niet stiekem staan fotograferen – ik ben hier met mijn camera en fotografeer – dat is eerlijk spel. Ik wil op zo’n moment gewoon kiekjesmaker zijn, dat de mensen denken oh die maakt een foto en dat daarbij ze niet de indruk moeten krijgen dat hun foto ineens in allerlei bladen gaat verschijnen. Je moet bij het fotograferen proberen op te gaan in de massa. Ik blijf dan op een plek een beetje hangen, een beetje rondlopen, dan ga je op in de massa en dan valt je camera ook minder op.’

Hoe ga je om met mensen als je gaat fotograferen
‘Ik klik gewoon. Ik maak wel oogcontact, dan zie je wel of mensen het goed vinden of je fotografeert of niet. 9 van de 10 keer maak je de foto dan niet, als het idee hebt dat de mensen het niet zien zitten. Tenzij het zo’n unieke situatie is, dat je wel moet fotograferen. Je moet ook niet tegen iemands wil in foto’s gaan maken. En als de mensen vragen stellen, dan geef ik antwoord, waarvoor het is enzo. Ik vraag het niet van te voren of ik mag fotograferen, want dan is de opname die je opdat moment wilt maken weg. Soms reageren mensen op je en dan stop ik met foto’s maken. Ik blijf dan een beetje rondhangen en als de mensen me dan weer vergeten zijn ga ik verder met foto’s maken. Ik fotografeer fietsers of voetgangers, die mijn richting oplopen. Dan sta ik al klaar met de camera en als ze op de juiste afstand zijn druk ik af. Ze zien me dus al klaar staan met mijn camera, ze weten dat ik klaar sta om te fotograferen. Op straat moet je eigenlijk voorspellen wat er gaat gebeuren. Je moet steeds blijven kijken. Fotograaf Henk Braam heeft een keer over dit soort fotografie gezegd: Je bent een poema die loert op zijn prooi en daar kan ik me helemaal in vinden. Het is een kick als je net dat juiste moment hebt gepakt.’

Canon EOS-1D Mark II N • ISO 100 • f/5.6 • 1/100 @ 17mm. ©Bas de Meijer.
Canon EOS-1D Mark II N • ISO 100 • f/5.6 • 1/100 @ 17mm. ©Bas de Meijer.

Heb niet vaak dat er boze mensen zijn, die je kaartje uit je camera eisen of eisen dat je de foto’s wist?
‘Vaak genoeg, maar meestal kom je er wel uit. In de meeste gevallen wis ik dan wel de foto. Of je zegt dat je de foto’s niet gaat gebruiken. Mensen vinden het – nadat je gepraat hebt – dan toch niet meer erg dat je een foto hebt gemaakt. Als je contact hebt gehad en het ijs is gebroken en ze zien de foto, dan is het vaak wel goed.’

Wanneer mag je eigenlijk wel en niet fotografen? En wat mag je later wel en niet gebruiken?
‘Er zijn zat situaties waarin bijvoorbeeld beveilgers gaan zeggen dat je niet mag fotograferen, daar heb ik last genoeg mee. Ik ken mijn rechten ondertussen wel. In principe mag je op straat alles fotograferen. Publiceren niet. Als je een foto maakt van de mensen in het café waar we nu zitten, dan mag je die niet zonder toestemming publiceren, want dit geldt als besloten bijeenkomst. Maar op straat mag je het meeste wel publiceren, tenzij je het voor reclame gaat gebruiken, maar zodra het om vrije nieuwsgaring gaat of vrij straatfotografie, zonder commercieel doel, dan mag je die foto’s in principe gebruiken. Als je iemand fotografeert met een biertje in zijn handen en je levert die foto voor een anti-alcohol reclame, dan mag dat weer niet. Kort door de bocht gezegd: In principe mag je fotograferen, tenzij je inbreuk maakt op zijn vrijheid, Uiteindelijk komen dat soort dingen voor de rechter, wat weegt zwaarder: de vrije nieuwsgaring of het afbeelden van de persoon? Bij een reportage over Utrecht mag ik gewoon al die foto’s gebruiken die ik op straat heb gemaakt. Op stations mag je fotograferen, maar NS-personeel mag je weer niet herkenbaar in beeld brengen. Particulieren mogen bijvoorbeeld weer wel en journalisten niet in de trein fotograferen. Je mag weer niet niet in winkels fotografen, want winkels zijn privé-terrein…’

Canon EOS-1D Mark II N • ISO 800 • f/5.6 • 1/6 @ 17mm. ©Bas de Meijer.
Canon EOS-1D Mark II N • ISO 800 • f/5.6 • 1/6 @ 17mm. ©Bas de Meijer.

Bewerk je je foto’s nog nadat je ze hebt genomen?
‘Ik vind ruis niet zo erg, ik heb ook geen ruisonderdrukking aanstaan in de camera. Vroeger schoot ik op TRI-X en die pushte ik naar 1600 ASA en dan had je een erg mooie korrel. En die moderne ruisonderdrukking haalt de scherpte weg uit de foto. Ik heb liever een scherpe foto met ruis, dan een onscherpere foto zonder ruis. De huidige camera’s zijn wat dat betreft prima. ‘s Avonds gebruik ik bijvoorbeeld ISO1600 en dat ziet er prima uit. Ik heb ook geen hekel aan een beetje beweging in de foto. Een stad beweegt, mensen lopen of fietsen. Niet alles hoeft gestoken scherp. Als alles scherp is, is de foto gewoon saai. Op straat gaat het om meer sfeer, dan om ruisvrije, chromatische abberatievrije foto’s. Dat zijn saaie, doodgeslagen foto’s. Je moet welke een goede lens hebben, want je wilt wel goede scherpte hebben. Maar al die pixelkijkers, zeurpieten over pixels, dat is allemaal nergens voor nodig.

‘Al die pixelkijkers, zeurpieten over pixels, dat is allemaal nergens voor nodig.’

Op straat moet je uitgaan van sfeer en humor. Het probleem is vaak dat mensen wel een goede body kopen maar er een baggerobjectief opzetten. Ed van der Elsken is mijn grote voorbeeld, mijn favoriete fotograaf. Hoe hij fotografeerde, het was technisch vaak belabberd wat hij deed, maar hij maakte wel heel mooie platen. Die intensiteit van van der Elsken. Hij zat echt tussen de mensen, hij was niet iemand die observeerde, nee, hij was deel van de straat. Hij bewerkte de foto’s in de doka ook wel behoorlijk. Ik vind zelf Photoshop niet echt leuk, ik was beter in de doka dan ik nu met Photoshop ben. Maar een beetje het contrast opvoeren, doordrukken en zo, dat mag allemaal. Wat ik niet doe is dingen weghalen. Dat mag niet, dan had je maar beter moeten fotograferen. Het fotograferen zelf is leuker dan het werken achter de computer.’

Doe je nog speciale dingen met belichten of scherpstellen?
‘Ik zet de belichtingsmeter gewoon op nul, geen belichtingscompensatie dus. Ik weet de marges van mijn camera, ik weet hoe ik licht moet meten, ik weet wat ik moet doen bij tegenlicht. Ik gebruik de matrixmeting als een soort luxe centrumgerichte meting. Ik vertrouw het nooit helemaal, het is prachtig mooie technologie, maar ik vertrouw er nooit helemaal op. Ik zoek de neutrale toon op en zet vervolgens de belichting vast met de ontspanknop, die ik daarvoor heb ingesteld. De ontspanknop zet de belichting vast zolang ik die half ingedrukt houd. Ik stel scherp met een aparte knop, niet met de ontspanknop. Dat aspect, het kunnen instellen van verschillende knoppen op je camera, is dan ook erg belangrijk bij het kopen van een camera. De camera moet een verlengstuk van je oog zijn, daarom moet je hem ook helemaal naar jouw eigen werkwijze kunnen afregelen. Ik zie de matrix-meting als een luxe gemiddelde meting. Camera’s gaan toch snel de fout in. Dus ik gebruik ook af en toe spotmeting. Ik meet de lichte en donkere partijen en dan weet ik waar ik aan toe ben. De automatiek in de camera is prachtig, maar het blijft fotografie en je moet weten wat je doet. Soms belicht ik toch totaal verkeerd, zeker als je alleen op de camera vertrouwd. Of je vertrouwd op de autofocus vertrouwen en dan stelt de camera scherp op iets heel anders dan ik wil. Uiteindelijk moet je het heel veel doen en regelmatig op je bek gaan, daar leer je van!’

Meer info:
basdemeijer.nl

De volledige inhoud is © 2015 ComputerCreatief, tenzij anders aangegeven.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.