In Affinity Photo 2 beschik je voor het eerst over Niet-destructieve RAW-ontwikkeling. Je kunt RAW-bestanden bewerken zonder de originele gegevens te verliezen. Je kunt bovendien de ontwikkelinstellingen op elk moment wijzigen, zelfs nadat je andere aanpassingslagen of maskers hebt toegevoegd. Om alle functionaliteit van Affinity Photo te gebruiken met RAW-bestanden is het noodzakelijk het bestand eerst te optimaliseren met een zogeheten RAW-converter. In Affinity Photo is dat de persona Develop. In het 1ste deel van deze korte serie bespraken we hoe je aan het werk gaat met Raw-ontwikkeling in Affinity Photo. In dit 2de deel bespreken we de gereedschappen voor RAW-ontwikkeling in Affinity Photo 2. Deze informatie is afkomstig uit mijn boek Aan het werk met Affinity Photo 2. 

Context toolbar Develop

De contextwerkbalk van de persona Develop bevat het snelmenu Output. Je vindt hierin de volgende opties:

• Pixel Layer Met deze instelling zijn je aanpassingen in de RAW-opname ‘definitief’ nadat je op de knop Develop klikt. Natuurlijk kun je de foto nog steeds verbeteren in de persona Photo, maar als je de afbeeldingen opnieuw in Develop bewerkt zijn alle gereedschappen weer teruggezet naar de standaardinstellingen.
• RAW Layer (Embedded) Hiermee stel je in of je de oorspronkelijke onbewerkte RAW-afbeelding wil behouden als een niet-destructieve onbewerkte laag. Als je het onbewerkte RAW-bestand insluit (embed) wordt het gekopieerd in het projectdocument.
• RAW Layer (Linked) Je kunt het originele RAW-bestand ook als gekoppeld bestand gebruiken. In het Affinity-project wordt dan verwezen naar Het bronbestand wordt niet veranderd.

Opgelet! Welke optie je ook wilt gebruiken, je moet het wel beslissen zodra je het RAW-bestand opent. Eenmaal ingesteld, kan het namelijk niet meer worden gewijzigd wanneer je terugkeert naar de persona Develop.

Opgelet! Het niet-destructief bewerken van RAW-opnamen is alleen mogelijk met behulp van Serif Labs RAW Engine. Om dit in te stellen open je Affinity Photo, Settings, Assistant en klik je op Develop Assistant. Selecteer vervolgens Serif Labs in het menu RAW Engine.

Kiezen tussen RAW-engines

De Develop Assistant biedt de keuze tussen de Apple-engine (Core Image RAW) en de Serif Labs-engine voor de verwerking van RAW-afbeeldingen. De Apple-engine biedt voordelen zoals vooraf bepaalde instellingen voor demosaicing, lenscorrectie, ruisonderdrukking, bijsnijden en meer. De Serif Labs-engine maakt grotere handmatige aanpassingen mogelijk. Je kunt Luma- en Chroma-ruisonderdrukking afzonderlijk specificeren of ruisonderdrukking helemaal uitschakelen, lenscorrectie overschrijven en gebruikmaken van superieure demosaicing.

De Apple-engine snijdt de foto bij tot de beeldverhouding die in de camera is geselecteerd en die in de metadata van de afbeelding is geschreven, zelfs als de beeldverhouding van de camerasensor anders is. Gegevens buiten het bijsnijdgebied kunnen tijdens de RAW-verwerking worden verwijderd. De Serif Labs-engine snijdt afbeeldingen niet destructief bij, waardoor alle sensorgegevens beschikbaar blijven.

RAW-afbeelding opnieuw ontwikkelen

Ongeacht de gekozen bewerkingsmethode in het snelmenu Output kun je de laag met de RAW-opname opnieuw bewerken. Als je de RAW-afbeelding hebt ontwikkeld met de optie Pixel Layer selecteer dan deze laag klik op de knop Develop in de werkbalk. Alle gereedschappen van Develop zijn echter weer teruggezet naar de standaardinstellingen.

Heb je de optie RAW Layer (Embedded) of RAW Layer (Linked) gebruikt, dubbelklik dan in het lagenvenster op de gewenste laag met het RAW-bestand. Je keert hiermee terug naar de persona Develop. Eerder gemaakte instellingen in deze modus zijn bewaard en kun je opnieuw naar wens aanpassen.

Gereedschappen

De toolbar van Develop bevat enkele handige gereedschappen waarmee je specifieke aanpassingen en wijzigingen kunt maken in een afbeelding. Deze gereedschappen zijn:

• View gebruik je om het zichtbare gedeelte van een document in de documentweergave te verplaatsen.
• Zoom past het zoomniveau aan om een afbeelding in detail of als geheel te bekijken.
• White Balance Tool stelt de witbalans van de afbeelding automatisch in, afhankelijk van de kleur van de pixel waarop met de cursor van het gereedschap is geklikt, of van de pixels die zijn geselecteerd door te slepen (gemiddelde kleur).
• Red Eye Removal corrigeert rode ogen in een foto zonder verlies van detail.
• Blemish Removal verwijdert kleine imperfecties uit afbeeldingen.
• Overlay Paint is bedoeld om een masker te tekenen zodat je delen van een afbeelding kunt uitsluiten van correcties en aanpassingen.
• Overlay Erase gebruik je om delen van het masker te verwijderen.
• Overlay Gradient creëert maskers met een lineair, elliptisch of radiaal toonverloop.
• Crop Tool biedt de mogelijkheid om het beeld te snijden.

In deze blogpost bespraken we de gereedschappen voor RAW-ontwikkeling in Affinity Photo 2. In de 1ste blogpost behandelden we de aanpak van RAW-ontwikkeling in Affinty Photo 2.

Affinity Photo is hét betaalbare alternatief voor Photoshop en is beschikbaar voor zowel Mac als Windows. Met Affinity Photo bewerk je foto’s en maak je nieuwe ontwerpen met bekende gereedschappen in een herkenbare gebruikersomgeving. Affinity Photo kent lagen, effecten en tal van andere geavanceerde zaken die in Aan het werk met Affinity Photo 2 haarfijn uit de doeken worden gedaan. Auteur Bob Timroff bespreekt onder andere de volgende onderwerpen:

• De nieuwe functies in Affinity Photo 2.0
• De persona’s van Affinity Photo
• Voorkeuren en instellingen bepalen
• Kennismaken met de gebruikersomgeving
• Kleurmanagement en kleurcorrecties maken
• RAW-bestanden (niet-destructief) bewerken
• Geavanceerde bewerkingen met Liquify
• Werken met lagen, maskers en filters
• Tekengereedschappen gebruiken

Bob Timroff

Bob Timroff informeert al zijn leven lang mensen over internet. Hij publiceert in vakbladen, geeft lezingen, is werkzaam als docent en hij is een fervent Mac-bezitter. De boeken van Bob vind je hier.