Zo op het eerste gezicht maken smartphones prima foto’s. Toch is de fotokwaliteit van smartphones niet een kwaliteit die je kunt vergelijken met een spiegelreflex of zelfs compact camera.
Smartphones maken tegenwoordig schitterende foto’s. De kwaliteit wordt daarbij vooral behaald uit ‘computational photography‘; met name Apple en Google zien dit – waarschijnlijk terecht – als de toekomst van fotograferen. Althans, als het gaat om smartphones en andere ultra-compacte camera’s. Daar heb je namelijk met nogal wat uitdagingen te maken. Ten eerste is er natuurlijk de kleine lens, die simpelweg minder licht opvangt dan een groter exemplaar. Ook de miniatuur beeldsensor is en blijft een geval apart. De lichtgevoelige pixels daarvan zitten zo dicht op elkaar dat ruis onvermijdelijk is. Op zich is het al een mirakel dat ’t allemaal zo mooi werkt! Het achteraf bewerken van foto’s geschoten met en smartphone is echter bittere noodzaak. Als eindgebruiker merk je daar tijdens het fotograferen gelukkig niets van: razendsnelle speciaal daarvoor geoptimaliseerde processors doen al dat stevige rekenwerk in realtime. Daarbij wordt bijvoorbeeld ruis verminderd en foto’s voor het menselijk oog zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. De fotokwaliteit van smartphones lijkt dan ook vergelijkbaar met die van veel duurdere camera’s.
Heel veel rekenwerk
Foto’s gemaakt met onze iPhone XR zien er zo op het oog bijvoorbeeld nagenoeg perfect uit. En zijn het feitelijk ook zolang je niet op posterformaat gaat uitvergroten. Want dan komen er wel degelijk duidelijke verschillen aan het licht tussen smartphones en spiegelreflexen. Zelfs de compact camera wint het qua uiteindelijke detaillering vaak van de smartphone. Logisch, want de optiek van beide grotere toestellen biedt veel meer fysieke ruimte. Echt goed zoomen op een smartphone kun je vergeten. Och, er zijn natuurlijk de toestellen met een werkelijk gigantische hoeveelheid megapixels aan resolutie. En daarmee kun je ver ‘inzoomen’. Wat je dan feitelijk doet is het inzoomen op een deel van de beeldsensor. De lichtgevoelige pixels zijn bij dat soort toestellen echter akelig klein. En ruis is dan ook onvermijdelijk. Vandaar dat er een hele trukendoos uit de kast wordt getrokken om ruis en scherpte zoveel mogelijk te behouden. Bijvoorbeeld door het combineren van meerdere pixels, slimme ruisverwijdering en verscherping achteraf enzovoort. Maar je blijft het toch zien.
Kijk en vergelijk
Niet overtuigd? Check dan deze onderstaande foto eens. Gemaakt met die net genoemde iPhone. Maar nu hebben we eens extreem ingezoomd op een onderdeel van zo’n foto. Zoals je ziet, lijkt het van heel dichtbij op een soort aquarel. Het directe gevolg van al het stevige rekenwerk dat wordt losgelaten op de foto. Niks mis mee, want gewoon uitgezoomd zie je daar niets van. Ook niet als je de foto afdrukt op 10 x 15 of zelfs 20 x 30 cm. Heeft ook alles te maken met kijkafstand. Bij een 20 x 30 cm foto houd je het beeld veelal toch wat verder weg dan bij een kleinere foto. En vallen de ‘computational’ trucs dus niet of nauwelijks op. Kijken we naar een diep ingezoomde foto gemaakt met een compact camera, dan zien we het ‘aquarel-effect’ echter niet meer. Kortom: als je een compact camera hebt, gooi die zeker nog niet weg ten faveure van je smartphone! Want er is wel degelijk een flink verschil tussen de fotokwaliteit van smartphones en zelfs de wat betere compact!


Spiegelreflex
De spiegelreflex biedt natuurlijk de beste kwaliteit. Lenzen zijn beduidend beter (vooral ook ruimer bemeten) en lichtgevoeliger, maar ook de beeldsensor is stukken en stukken groter dan de minuscule smartphone-exemplaren. Kijk maar eens hieronder, ver inzoomen laat geen enkele gekkigheid zien op het vlak van berekende pixels.

Fotokwaliteit van smartphones zeker niet slecht, máár…
Goed, is daarmee een smartphone als camera nu definitief afgeschreven? Nee, natuurlijk niet! De effecten van het ‘computational’ deel worden veelal pas zichtbaar bij ver inzoomen. Of ook bij andere omstandigheden waarbij alles uit de kast getrokken moet worden om toch nog een acceptabele foto te produceren. Denk aan een omgeving met weinig licht en dergelijke. De smartphone is zonder meer een uitstekend alternatief voor snapshots, al was het maar omdat je dit toestel altijd op zak hebt. Maar laat je niet verblinden door flitsende verkooppraatjes: een smartphonecamera zal nooit een spiegelrefelex- of zelfs een betere compactcamera worden. De kleine lensjes zullen altijd een belemmering blijven, net als de kleine beeldsensoren. Met name op dat vlak – de sensoren – zullen de grootste verbeteringen gehaald worden bij smartphones, maar op een gegeven moment houdt het een keer op. En hoe slim computational fotograferen ook wordt, het blijft onder de streep ‘bijverzinnen’ en retoucheren zonder dat je daar als eindgebruiker invloed op hebt.
Wat smartphonefotografie betreft blijven we het standaardwerkje van Hans Frederiks noemen bij artikelen als dit. Ofwel: lees het boek Beter fotograferen met je smartphone – Technieken voor de mooiste foto’s eens door als je het onderste uit de kan wilt halen wat foto’s uit je smartphone betreft. Er worden onder meer apps besproken die verder gaan dan de standaard camera-app op je toestel. Vaak levert dat betere plaatjes op, waar je net weer wat meer mee kunt. Ook delen en bewerken van foto’s direct vanaf je smartphone komt vanzelfsprekend aan bod. Aanradertje!

Ronald Smit kan dankzij een combinatie van een elektronica- en een journalistieke opleiding (afstudeerrichting radio en nieuwe media) technische zaken op een heldere en eenvoudige manier uitleggen. Zijn jarenlange schrijfervaring voor onder meer Computer Idee geeft u al snel de ‘aha-erlebnis’ waar u wellicht al zo lang naar op zoek was. En wordt het dan toch allemaal wat ingewikkeld, dan loodst hij de lezer snel en zeker langs eventuele barrières en valkuilen. De boeken van Ronald vind je hier.