Maak betere foto's van je huisdier

Maak betere foto’s van je huisdier!

Met het boek ‘Huisdieren fotograferen’ leer je de ideale werkwijze om ontroerende, lieve, prachtige en grappige foto’s van je huisdier te maken. Fotograaf en schrijver Mark Moed leert je alles over de juiste camera, hoe je die instelt en gebruikt, objectieven, verlichting, compositie en de perfectie ideeën voor schitterende foto’s. Daarnaast bespreekt hij adembenemende foto’s van topfotografen in de huisdierenfotografie en legt uit hoe ze gemaakt zijn. Zo leer je om zelf betere foto’s van je huisdier te maken. We spreken met Mark Moed over het fotograferen van huisdieren en over zijn boek.

Maak betere foto's van je huisdier
Katten zijn moeilijk te dresseren. Je kunt ze het leukste fotograferen als ze spelen.

Fotogenieke honden…

Hoe ben jij geïnteresseerd geraakt in het fotograferen van gezelschapsdieren?
Mark Moed: ‘Ik heb altijd huisdieren gehad en omdat ik fervent fotograaf ben en vaak camera’s moest testen voor magazines, waren het voor de hand liggende modellen. Naarmate ik me er meer in verdiepte, begon ik het leuker te vinden en daardoor groeide het uit tot een specialisme. Mijn vriendin en ik gaan vaak met onze hond wandelen in het park Stania State bij Leeuwarden. Dat is een prachtig park met mooie waterpartijen en bruggetjes, het ideale decor. Veel mensen laten daar hun hond uit, ook bijvoorbeeld hondenuitlaat-services met meerdere dieren. Als ik een fotogenieke hond zie, spreek ik de eigenaar aan en vraag of ik het dier mag fotograferen. De foto’s mail ik dan en dat waarderen die mensen. Vaak vragen ze om een afdruk.’

Als je fotogenieke honden ziet, kun je de eigenaar vragen of je ze mag fotograferen. Dat stellen ze vaak op prijs en zo kun je soms ook geld verdienen aan afdrukken.

Wat zijn de kenmerken van een goede huisdierenfoto?
MM: ‘Om het heel eenvoudig te zeggen: het dier moet er duidelijk op staan, op zijn gemak, het liefst gefotografeerd op een mooie locatie met een rustige, niet opdringerige achtergrond.
Hierin zitten alle ingrediënten van waar het boek over gaat. Je krijgt tips over apparatuur, hoe je die instelt, over hoe je een goede locatie vindt, hoe je standpunt en compositie bepaalt en natuurlijk over hoe je omgaat met het dier.’

In het bos is mooi gefilterd licht. Op paden of open plekken komt dat tussen de bomen door en daar kun je handig gebruik van maken.

De apparatuur

Je besteedt in het boek veel aandacht aan de juiste apparatuur. Waarom?
MM: ‘Met elke soort camera kun je mooie foto’s maken, maar het mooiste wordt het als je een goede camera met grote sensor hebt en lichtsterke objectieven. Dierenfoto’s worden vaak bij weinig licht gemaakt, dat is het mooiste om sfeer aan te brengen. Daarbij helpt het als je een grote sensor hebt want dan heb je minder ruis. Daarmee kun je bijvoorbeeld een foto gemaakt met 1600 ISO, nog mooi groot afdrukken zonder dat de ruis vervelend wordt. Een kleine scherptediepte is van het grootste belang om je foto een professioneel uiterlijk te geven. Die bereik je met lichtsterke objectieven. Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden daarvoor, ook betaalbare. Die bespreek ik in het boek. Een goede tip is bijvoorbeeld om een 50mm-vastbrandpunt aan te schaffen. Dat kost meestal maar honderd euro en van de scherptediepte die je ermee kunt bereiken knappen je foto’s enorm op.Er zijn tegenwoordig veel vastbrandpunten beschikbaar van Tamron, Sigma, Samyang, Viltrox en je kunt ook objectieven prima tweedehands kopen omdat ze niet zo snel slijten als een camera.’
‘In het boek behandel ik alle verschillende mogelijkheden, zelfs van smartphones, want die hebben steeds betere camera’s en ook daar kun je veel meer uit halen dan je denkt. Een van de geïnterviewde fotografen, Saskia Weijman, geeft bijvoorbeeld workshops over hoe je je eigen hond met je smartphone kunt fotograferen. Zij zegt: “Houd van je hond en fotografeer hem met de camera die je altijd bij je hebt. Creativiteit zit niet in je camera maar in jezelf.”
Mijn advies is: begin met de camera die je hebt en kijk hoe ver je komt. Met de tips uit het boek kun je langzaam je arsenaal uitbreiden.’

Als je dieren op een opnametafel zet of, zoals hier, ze fotografeert als ze hoog zitten, plaats je ze letterlijk op een voetstuk.

Hoe leer je mensen in het boek om met scherptediepte te werken?
MM: ‘Als je een spiegelreflex of systeemcamera hebt, is het goed om je kitlens te vervangen voor een scherper en lichtsterker exemplaar. Daarmee kun je beter met het diafragma werken. Het is handig om thuis met het diafragma te oefenen. Daarbij maak je met alle openingen foto’s en kijkt wat er gebeurt. Bij een groot diafragma heb je bijvoorbeeld maar een oog van het dier scherp, als je wat diafragmeert zijn er twee scherp en wordt de achtergrond mooi zacht. Ook handig is om een tele-objectief te gebruiken, of als je een zoomobjectief hebt bijvoorbeeld een 28-70mm, die op de 70mm-stand te gebruiken. Zelf werk ik met een 56mm f/1.4 die ik vaak op f/1.4 gebruik.’

Door het scherpstelpunt vast te houden op de ogen en een groot diafragma te kiezen, worden de neus en achtergrond prettig onscherp terwijl de ogen blijven spreken.

Hoe kun je het beste scherpstellen?
MM: ‘Het handigste is het als je een klein scherpstelpunt instelt. Daarmee stel je bijvoorbeeld op een oog scherp en houdt die instelling vast terwijl je een compositie bepaalt. Daarmee voorkom je dat de autofocus op het dichtstbijzijnde punt scherpstelt, bijvoorbeeld op de neus van een hond terwijl de ogen onscherp zijn.
Met autofocus moet je oppassen en als je rennende of spelende honden fotografeert, kun je beter handmatig scherpstellen. Bij rennende honden werkt het vaak goed om op een punt op de grond scherp te stellen. Als de hond dat bereikt, druk je af. Een hond naar je toe laten rennen is vragen om problemen: daarvan krijg je bijna nooit een scherpe foto. Beter kun je hem laten langsrennen en afdrukken op het leukste moment.’

In het boek staan veel tips over belichting met externe lichtbronnen. Met een reflectiescherm kun je ook een wereld van verschil maken, zoals hier: voor en na.

Interviews met dierenfotografen

In het boek staan schitterende foto’s met uitleg over hoe je zelf een soortgelijk resultaat kunt bereiken. Je neemt een kijkje in de keuken van acht meesterlijke fotografen die uitblinken in het fotograferen van dieren. Het zijn Marloes van Antwerpen, Ingrid van Ek, Haron Haghuis, Arjen Hartog, Monica van der Maden, Femke Puijman, Laura Vlaanderen en Saskia Weijman. Waarom heb je hen geïnterviewd?
MM: ‘Zij zijn experts op verschillende gebieden en hebben verschillende stijlen. Daardoor komen er meerdere invalshoeken en werkwijzen aan bod. De fotografen leggen je hun werkwijze en trucs haarfijn uit en vertellen hoe de foto’s die je ziet zijn gemaakt. Je raakt daardoor geïnspireerd en kunt ze zelf in jouw situatie gaan toepassen. Ook vertellen zij over hun bedrijf, want zij verdienen geld met hun foto’s. Dat is ook een inspiratiebron. Het belangrijkste vind ik dat ze tal van tips geven over hoe je met dieren moet omgaan.’

De meeste dierenfotografen gebruiken een telelens. Het is interessant om daar af en toe van af te wijken: groothoek kan bijzondere resultaten opleveren.

Kun je een paar voorbeelden van hun werkwijze geven?
MM: ‘Veel fotografen werken in het bos omdat je daar de beste omstandigheden hebt. Door de bomen is het licht sfeervol en diffuus en op open plekken kun je gebruikmaken van gericht licht dat tussen de bomen door straalt. ’s Ochtends kan het bovendien mooi nevelig zijn, waardoor je prachtig licht hebt. Wat veel fotografen zeggen is dat het handig is om van tevoren te bedenken wat je wilt fotograferen en daar je instellingen alvast op te maken. Als het dier dan voor je zit, kun je je concentreren op het moment en hoef je niet meer aan de techniek te denken. Bij dieren moet je het vaak hebben van het moment: daar moet je zo alert mogelijk op zijn. Omdat je vaak met tele werkt, sta je ver van het dier af. Het baasje moet het dier dan sturen. Zorg dat het baasje op dezelfde hoogte als jouw lens staat, anders kijkt het dier steeds omhoog.’

‘Wat mij opviel als ik de exif-gegevens van hun foto’s bekeek, was dat ze vaak met spotmeting werken voor de belichting. Dan is het dier of het belangrijkste gedeelte goed belicht, als je tenminste weet dat het gedeelte waar je op belicht door de camera als middengrijs wordt opgevat. Opnemen in raw is ook belangrijk: dan heb je de meeste ruimte om later de belichting of witbalans aan te passen. Vooral in de groene omgeving van een bos kan de witbalans bij de opname nog weleens verkeerd zijn.’

Femke Puijman is expert op het gebied van paardenfotografie. In het boek legt zij uit hoe je een ideale paardenfoto maakt.

In het boek staat hoe je honden en katten fotografeert, maar er is ook aandacht voor paarden en zelfs cavia’s.
MM: ‘Omdat ik zelf niet zo veel verstand heb van paarden, heb ik Femke Puijman geïnterviewd. Kennis van het dier en onderwerp is bij paardenfotografie van het grootste belang. Voor de verschillende gangen, stap, draf en galop, gelden aparte regels. Als je die verkeerd fotografeert lijkt het net alsof het paard struikelt. Professionele eigenaren die de foto’s gebruiken om paard te verkopen, willen deze standen er goed op hebben. De oren van een paard zijn ook heel belangrijk, die moeten naar voren wijzen, dan is het dier alert of blij.
Bij honden zijn dat soort dingen ook belangrijk. Soms zie je honden met van schrik uitpuilende ogen op de foto of terwijl ze zich zenuwachtig zitten te likken.’

‘De caviafoto’s van Marloes van Antwerpen heb ik opgenomen vanwege de humor en de geweldige ideeën die zij bedenkt om haar cavia’s ontroerend op de foto te krijgen. Zij werkt bijvoorbeeld met zelfgemaakte rekwistien en achtergronden; bijvoorbeeld cadeaupapier gedrapeerd over de bank. Het is heel inspirerend wat zij daarmee doet en je kunt er zelf door op ideeën komen voor jouw fotografie. Zij is bovendien een meester in de nabewerking en geeft daarvoor tips.’

‘Het adembenemende werk van Monica van der Maden staat ook in het boek. Zij is bovendien een expert op het gebied van hondengedrag. Daarvoor geeft ze veel tips in het boek. Een voorbeeld is dat je bij een hond niets moet afdwingen. Als hij niet doet wat je wilt, speel dan even of neem pauze. Daarna gaat het beter. De omgang met het hondenbaasje is ook heel belangrijk, benadrukt zij. Een hond is gevoelig voor de stemming van zijn baas. Zorg dus dat je die eerst geruststelt. Een andere goede tip van de fotografen is dat niet de hond wendbaar moet zijn, maar jij als fotograaf.’

Bekijk hier een gratis webinar over huisdieren fotograferen:

Een voorproefje uit het boek – Compositietips voor het fotograferen van huisdieren – vind je hier ook op dit blog.

Tips voor betere foto’s van huisdieren:

  • Leer je apparatuur grondig kennen wat betreft mogelijkheden, scherpstelling, belichting en scherptediepte.
  • Verdiep je in het gedrag van dieren zodat je bijvoorbeeld weet wanneer ze nerveus zijn.
  • Gebruik een objectief met hoge lichtsterkte waardoor je onderwerp loskomt van de achtergrond.
  • Let op het licht gebruik bij zonlicht tegen- of zijlicht plus invulflits of reflectiescherm om de schaduwen op te helderen.
  • Stel altijd scherp op de ogen, gebruik daarvoor een klein scherpstelpunt.
  • Kijk waar het licht en de achtergrond mooi zijn en breng daar het dier heen.

Maak betere foto's van je huisdierHet boek ‘Huisdieren fotograferen’ is hier te bestellen. Het staat vol met inspirerende tips en adembenemende foto’s. Acht topfotografen geven je een kijkje in hun keuken en leggen uit hoe zij hun foto’s maken.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.