Met overvloeimodi in Photoshop krijgt u controle over hoe kleurpixels van de ene laag samenvloeien met pixels op de lagen eronder. Altijd handig om onderstaande uitleg betreffende dit principe, afkomstig uit Classroom in a Book: Photoshop 2022 in het achterhoofd te hebben.
Overvloeimodi in Photoshop bepalen hoe kleurpixels van de ene laag samenvloeien met pixels op de lagen eronder. De standaardmodus Normaal verbergt pixels onder de bovenste laag tenzij de bovenste laag geheel of gedeeltelijk doorzichtig is. De overige overvloeimodi laten u de manier bepalen waarop de pixels in de lagen op elkaar reageren.
Vaak is de beste manier om het effect van een overvloeimodus te zien door het gewoon uit te proberen. U kunt in het deelvenster Lagen eenvoudig met verschillende overvloeimodi experimenteren door de veranderingen te bekijken terwijl u de muisaanwijzer op de verschillende opties plaatst. Let bij het experimenteren op de effecten van verschillende groepen overvloeimodi. In het algemeen geldt:
• als u de onderliggende lagen donkerder wilt maken, probeer dan Vermenigvuldigen, Kleur doordrukken, Lineair doordrukken of Donkerdere kleur;
• als u de onderliggende lagen lichter wilt maken, probeer dan Lichter, Bleker, Kleur tegenhouden, Lineair tegenhouden of Lichtere kleur;
• als u het contrast tussen lagen wilt verhogen, probeer dan Bedekken, Zwak licht, Fel licht, Intens licht, Lineair licht, Puntlicht of Harde mix;
• als u de feitelijke kleurwaarden wilt veranderen, probeer dan Kleurtoon, Verzadiging, Kleur of Lichtsterkte;
• als u een omkeringseffect wilt bereiken, probeer dan Verschil of Uitsluiting.
) geeft aan dat de laag Background vergrendeld is. De opties boven de lijst met lagen zijn dus niet beschikbaar, maar het is wel mogelijk om de laaginhoud zelf te bewerken, bijvoorbeeld door erop te tekenen.
) geeft aan dat de laag zichtbaar is in het documentvenster. Klikt u op het oog, dan wordt deze laag niet langer weergegeven in het documentvenster.
Tip: Gebruik het snelmenu om de laagminiatuur te verbergen of een andere afmeting te geven. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of met ingedrukte Controltoets (macOS) op een miniatuur in het deelvenster Lagen om het snelmenu te openen en selecteer vervolgens een miniatuurgrootte.
