Je kunt een virtuele machine op je Synology NAS draaien. Ofwel: een Linux-variant die je gewoon vanuit je browser bedient, bijvoorbeeld.
Bepaalde – meer uitgebreide – modellen van Synology NASsen ondersteunen virtuele machines. Wat het precies is? Een ‘VM’ zoals de veelgebruikte afkorting voor zoiets luidt, is niets anders dan een in software nagebootste computer. Tegenwoordig geldt dat het trouwens niet alleen een kwestie van software is, ook veel processoren ondersteunen virtualiseringstechnieken. Dat maakt dergelijke systemen in principe dusdanig snel, dat er nauwelijks nog verschil is te merken tussen een ‘echte’ computer en een virtueel systeem. Wel geldt natuurlijk dat zo’n virtuele computer op de processor van je echte systeem draait. Ga je dus stevig zitten gamen of videobewerken op dat echte systeem, dan wordt je virtuele systeem daar ook trager van. Tegelijkertijd vormt een virtuele computer natuurlijk ook weer een belasting voor de echte cpu in je systeem. Ga je stevig aan het werk in een virtueel systeem, dan merk je dat dus wel degelijk tijdens het werken op je echte computer. Maar bij slim gebruik gaat het allemaal verbazingwekkend goed en soepel. En inmiddels zijn we aanbeland bij het punt waarop je een virtuele machine op je Synology NAS kunt draaien.
Veelzijdig en gebruiksvriendelijk
We noemen natuurlijk niet voor niets specifiek die NAS van Synology, want daarover staat alvast een mooi boek klaar voor je bij Van Duuren Media: Werken met een NAS, van Henk van de Kamer en Ronald Smit. Daarin leer je alles over de NASsen van Synology, maar ook hoe je je eigen NAS in elkaar kunt zetten. Hoe dan ook, wat de NASsen van Synology handig maakt is het voor alle modellen ’t zelfde besturingssysteem: DSM wat staat voor DiskStation Manager. De webinterface van een Synology-NAS oogt – na inloggen via je browser – als een gewone desktop. Kortom: je kunt DSM-apps starten, waarna ze openen in een venster. Die vensters zijn vervolgens te vergoten, verkleinen, verplaatsen enzovoort. Hoewel de basis – DSM – voor alle modellen NASsen van het merk – van de allergoedkoopste tot de meest dure – hetzelfde is, zijn er wel verschillen betreffende apps die beschikbaar zijn. Op een budget-NAS kun je bijvoorbeeld geen virtuele machines draaien, omdat zowel processorkracht als benodigde hoeveelheid werkgeheugen (RAM) ontbreken.

RAM
Om lekker te kunnen werken met een virtuele machine op een NAS, is – zo leert mijn ervaring – 8 GB goed bruikbaar. Veel NASsen worden met 2 GB RAM of soms 4 uitgeleverd, wat upgraden van het werkgeheugen betreft. Check echter eerst in de specificaties van jouw NAS of virtuele machines überhaupt ondersteund worden, anders is een investering vrij zinloos. In dit voorbeeld gebruiken we een DS 1618+, een NAS met zes harddisk-sleuven. Standaard wordt deze inderdaad uitgeleverd met 2 GB RAM; uitbreiden naar 8 was dus noodzakelijk om bijvoorbeeld een virtuele versie van Linux te installeren en draaien. Ben je van plan om bijvoorbeeld alleen iets als FreeDOS te gaan installeren om je oude DOS-programmatuur nieuw leven in te blazen, dan is 2 GB in principe (meer dan) genoeg. Datzelfde geldt als je Linux zonder grafische desktop wilt gebruiken, maar puur en alleen via een command-prompt gaat werken.
Windows 10…?
Je kunt in principe op de DS 1618+ ook Windows 10 installeren. De ervaring leert echter dat dat geen extreem snel geheel op gaat leveren. Iets als Linux Mint of Ubuntu lopen veel soepeler. Bovendien heb je geen last van – in virtuele vorm – extreem tijdvretende systeemupdates- en upgrades die Windows 10 kenmerken. Dat gaat onder Linux allemaal een heel stuk vlotter. Maar ben jij in het gelukkige bezit van een extreem snelle NAS, dan kun je Windows 10 dus virtueel installeren. Ik heb gekozen voor een virtuele Linux Mint-machine, altijd handig om achter de hand te hebben. Plus een FreeDOS-machine, ook altijd weer leuk en lekker lichtgewicht.

Virtuele machine opzetten
Een virtueel Linux- of Windows-systeem is in principe tevreden met 4 GB RAM. Omdat DSM zelf lekker draait met 2 GB werkgeheugen én we 8 GB geïnstalleerd hebben kies ik voor 6 GB per virtuele machine. Maar eerst moet natuurlijk een virtuele computer in elkaar gezet worden! Daarvoor installeer je via Package Center allereerst de app Virtual Machine Manager. Start die app en klik in het rijtje opties links op Virtuele machine. Klik vervolgens rechts op de knop Maken. Kies dan je gewenste besturingssysteem, in dit voorbeeldje Linux. Ga je iets als het genoemde FreeDOS installeren, dan kies je hier voor Andere. Klik op Volgende en – in principe – weer op Volgende (de standaard opslaglocatie is veelal prima). Geef je VM nu een naam, bijvoorbeeld VirtueelLinux of iets dergelijks. Bij CPU’s kies je het aantal gewenste virtuele processors. Het is daarbij zaak om een mooie balans te vinden. Beschikt jouw NAS of een 4-core CPU, dan is een 2-core virtuele processor een prima keuze (blijft er ook nog genoeg over voor DSM zelf). Eventueel kun je hier ook voor 3 cpu’s kiezen. Maar hoe meer CPU’s je laat gebruiken, hoe hoger de belasting van een virtueel systeem kan worden. Wat betekent dat andere NAS-taken mogelijk minder vlot worden uitgevoerd.

Installatie-iso
Werkgeheugen (RAM) hebben we het over gehad, in dit voorbeeld wordt dat 6 GB. Als videokaart moet je vmvga laten staan, dat werkt het best in de virtuele machines. Klik weer op Volgende. Tijd om een virtuele harddisk aan te maken (feitelijk een containerbestand op de NAS). Voor een testversie van Linux is 30 GB voldoende, wil je ook echt wat nuttigs gaan doen dan is 60 GB (of meer als je dat écht nodig hebt) beter. Klik weer op Volgende en laat de netwerkinstellingen in principe staan op Default VM network, dat werkt meestal prima. Na een klik op Volgende dien je nu een virtuele installatieschijf te plaatsen. Dat is gewoon een ISO-bestand van het gewenste besturingssysteem. Voor bijvoorbeeld Linux Mint kun je dat hier downloaden, bijvoorbeeld. Bewaar dit bestand in een gedeelde map op je NAS. Blader nu naar dat bestand middels een klik op de knop Bladeren achter ISO-bestand voor opstarten. Wil je op je virtuele systeem ook fysieke USB-hardware aansluiten (de NAS beschikt over USB-poorten) dan kies je achter USB-apparaat voor USB 3.0 (USB 2.0 of Uitgeschakeld als je een retro-OS gaat installeren).

Starten en gebruiken
Klik op Volgende en geef aan welke gebruikers toegang krijgen tot de virtuele computer; klik dan wederom op Volgende. Je ziet nu een overzicht van alle gemaakte instellingen. Tevreden? Klik dan op de knop Toepassen en je computer wordt gebouwd. Hij verschijnt vervolgens in de lijst met beschikbare virtuele systemen. Opstarten is simpel: klik op de knop Inschakelen en – zodra de knop beschikbaar is (niet grijs meer is) op Verbinding maken. Je ziet nu je systeem opstarten vanaf de virtuele dvd-rom (het ISO-bestand). Installeren van Mint kan door – als het systeem eenmaal gestart is naar de desktop – te dubbelklikken op Install Linux Mint.

Uitzetten
Verder zie je aan de linkerkant van je scherm een uitschuifbaar blauwig friemeltje, door hierop te klikken zie je een menuutje met opties. Waaronder de optie om een virtueel toetsenbord te activeren (praktisch als je een tablet zonder gekoppeld hardware-toetsenbord gebruikt). Ook handig is het om even op het tandwieltje te klikken en te checken of de optie Lokaal schalen aan staat; daarmee krijg je een zo groot mogelijk beeld. Bij sommige oudere besturingssystemen werkt dat juist weer niet helemaal lekker en kun je het beter uitzetten. Uitzetten van de virtuele computer doe je via het startmenu Van je al even virtuele besturingssysteem en dan iets als Shut Down of Uitschakelen. Niet vergeten dat na gebruik te doen, want anders staat er 24/7 een virtueel systeem te draaien op je NAS. Let verder tijdens het gebruik van de virtuele machine niet op eventuele waarschuwingen betreffende niet-geoptimaliseerde video-drivers. Het geheel draait in een browservenster, dus op die manier kan dat even niet anders. Niet geschikt voor gamen of video streamen dus, maar wel voor de meeste andere klussen!
FreeDOS
Het al genoemde FreeDOS is een open source MS-DOS-kloon die vrijwel elk bekend DOS-programma draait. Je kunt je oude software-collectie dus snel nieuw leven inblazen. Omdat je FreeDOS als .iso-installatiebestand kunt downloaden, maak je er in een handomdraai een virtuele machine van. Gebruik de minimale hoeveelheden voor RAM en harddisk (respectievelijk 1 GB en 10 GB), voor een DOS machine is dat – vergeleken met de DOS-dagen – een monsterlijke machine. Vervolgens kun je bijvoorbeeld bij het Internet Archive in deze sectie je hart ophalen aan MS-DOS software-verzamel-cd’s in .iso-formaat (en dus eenvoudig te koppelen aan de virtuele machine). Ook in FreeDOS zelf worden wat spelletjes meegeleverd, maar dat zijn grotendeels slappe aftreksels van het echte werk. Nog een tipje tot slot: in tegenstelling tot MS-DOS – waarbij je gewoon de aan/uit-knop van je computer indrukte – is FreeDOS op een elegante manier uit te zetten. Tik het commando shutdown gevolgd door een druk op Enter en het systeem sluit af. Zo wordt ook je virtuele machine netjes afgesloten.


Ronald Smit kan dankzij een combinatie van een elektronica- en een journalistieke opleiding (afstudeerrichting radio en nieuwe media) technische zaken op een heldere en eenvoudige manier uitleggen. Zijn jarenlange schrijfervaring voor onder meer Computer Idee geeft u al snel de ‘aha-erlebnis’ waar u wellicht al zo lang naar op zoek was. En wordt het dan toch allemaal wat ingewikkeld, dan loodst hij de lezer snel en zeker langs eventuele barrières en valkuilen. De boeken van Ronald vind je hier.
Goed om te zien dat het artikel je tot het einde toe heeft kunnen interesseren. De meeste artikelen op dit blog worden geschreven door de auteurs van uitgeverij Van Duuren Media.
Ben je geïnteresseerd in verdere verdieping of meer praktische toepassingen? Klik op onderstaande banner voor het meest actuele overzicht.