Van mezelf vind ik altijd dat ik goed op Google kan zoeken. Voor het schrijven van de blogposts op Computer Creatief lees ik veel stukken die ik via Google heb gevonden. Ik heb een beperkt aantal ‘trucs’ om mijn zoekresultaten wat te verfijnen. Als ik echter het Handboek Internetresearch & datajournalistiek van Andrew Dasselaar en Jerry Vermanen lees, realiseer ik me dat die zoektochten veel betere resultaten kunnen opleveren.
Booleaanse operatoren
Het Handboek Internetresearch & datajournalistiek is een heel grondig boek. Inclusief uitgebreide index beslaat het 428 pagina’s. Je leest over het kiezen van een goede browser, het anoniem zoeken, het gebruik booleaanse operatoren, het diepe web, spreadsheets, scrapen enzovoort. Een variëteit aan onderwerpen. Op wie richt het boek zich precies? Eenvoudig gezegd: op iedereen die op dat hele uitgebreide internet wil vinden wat hij zoekt.
Onderzoeksvragen beter leren stellen
Je weet het zelf: je zoekt iets op Google, maar je krijgt zoveel ‘hits’ dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Wat je leert uit het boek is om je vragen aan een zoekmachine – onderzoeksvragen heten ze in het boek – beter te stellen. Je leert naast het zoeken via Google, te zoeken met andere zoekmachines en ook de booleaanse operatoren te gebruiken. Booleaanse operatoren? Het gaat daarbij over AND, OR en NOT die je in een zoektocht kunnen helpen om betere zoekresultaten te verkrijgen, iets dat ik wel wist, maar te weinig toepas.
De handige index
‘Leren’ klinkt misschien saai, maar saai is het boek beslist niet. Het is geschreven in een vlotte, lekker leesbare stijl met op zijn tijd een grapje. Het lezen van het boek is absoluut niet vervelend. Het is alleen veel, erg veel. Het boek bevat zoveel informatie die je echt niet allemaal in je hoofd kunt opslaan. Misschien jij wel, maar ik niet. Neem het hoofdstuk over Geolocating, het zoeken waar bijvoorbeeld een foto of video is genomen. Je hebt natuurlijk de Exif data, maar daar staat niet per se in waar een foto is geschoten. Google Maps en Streetview liggen misschien voor de hand, maar van Yandex Maps, Tercent Maps en Wikimapia had ik nog nooit gehoord. Onthoud ik die Yandex enTercent? Waarschijnlijk niet, maar ik kan het in het boek – ook dankzij de index – zo weer terugvinden.
Datajournalistiek
Een apart onderdeel vormt de datajournalistiek, het werken en interpreteren van data en daar interessante conclusies uit trekken. Uit het boek leer je hoe je een onderzoek opzet, hoe je die data verzameld en er mee aan de gang gaat. Voor die cijfermatige data heb je natuurlijk een spreadsheet nodig. In een apart hoofdstuk leer je dan ook de basis van een spreadsheet. In het boek wordt uitgegaan van Google Spreadsheet. Op het web vind je data in allerlei bestandsformaten, gestructureerd en ongestructureerd. Het is aan de onderzoeker om daar structuur aan te geven en conclusies te trekken. Over die verschillende bestandsformaten, manieren van importeren lees je hier uitgebreid.
Beter leren zoeken
Is het boek iets voor jou? Voor de dagelijkse Google-zoeker is het waarschijnlijk te uitgebreid. Een dunner boekje is daar misschien beter geschikt voor. Als je echter wilt leren wat je allemaal nog meer op internet kunt vinden (nieuwsgierig bent, staat op de cover van het boek), dan is dit het boek wat je moet hebben. Lees het door op de onderwerpen die je interesseren. Ik vond de hoofdstukken over Geolocating, over het deep web (nee niet het dark web, dat is iets anders. Lees voor het verschil het boek.) en het zoeken naar bedrijven en alles wat daar bij samenhangt heel interessant. Ik ben er – nog – geen datajournalist van geworden, maar kan wel beter zoeken. Voor studenten, beginnende én ervaren journalisten is het boek een aanrader.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.