Als het gaat om hardwareproducen van Microsoft past daar helaas prima een maar al te bekend melodietje van Queen bij. Deze keer is het de beurt aan Kinect.
Een paar jaar geleden werd Kinect jubelend aangekondigd als dé interactieve controller voor de XBox. Het idee was dat je de module met daarin onder meer een camera bovenop de tv zette. Vervolgens bediende je een spel middels lichaamsbewegingen. Hartstikke lollig natuurlijk en de initiële verkopen van de accessoire broken dan ook alle records. Maar het enthousiasme daalde om een of andere reden alweer even snel. Tot het moment dat het blijkbaar niet economisch interessant was om verder te gaan met de Kinect. Eind vorige week kondigde Microsoft dan ook aan met deze manier van spelbesturing te stoppen.
Mooi maar niet (lang) populair
Eigenlijk is Microsoft en hardware altijd een heel vreemde combinatie geweest. Op de een of andere manier ontbrak het de softwarereus altijd aan blijvende slagkracht als het om fysieke producten ging. Wie kent nog de mooie joysticks van het merk bijvoorbeeld? Of de zijn tijd vooruit zijnde gelijknamige Sidewinder gamepad? Wat dat laatste apparaat bijzonder maakte waren de ingebouwde (elektronische) gyroscopen. Tegenwoordig heel normaal en in iedere smartphone te vinden. Destijds een revolutie, want besturen van je spel ging middels het kantelen van de controller. Allemaal vergane glorie helaas. Mocht je overigens nog zo’n controller met Gameport-aansluiting hebben liggen, dan krijg je die met een beetje geluk ook onder een moderne versie van Windows nog aan de praat. Zet in dat geval simpelweg een USB naar Gameport-converterkabeltje in.
Mobiel
Onlangs stopte Microsoft ook met de mobiele tak van sport. Allemaal best triest als je er goed over nadenkt. Want de hardware was wel degelijk in orde. De mobieltjes oogden strak en beschikten veelal over prima prestaties. Maar ze sloegen niet aan, een aantrekkelijke softwareverzameling ontbrak en klanten waren bovendien al gewend aan andere mobiele merken en besturingssystemen. Dat euvel lijkt precies wat de hardwarepogingen van Microsoft steeds weer nekt. Plus een toch wel wat wantrouwende consument die de hardware-historie van Microsoft inmiddels ook kent natuurlijk. Vrij recentelijk nog bijvoorbeeld werden er Windows RT tablets verkocht gebaseerd op een ARM-processor. Een behoorlijke miskleun bleek al snel. Toch waren er wel degelijk flink wat RT’tjes verkocht, maar toen de ondersteuning daarvoor stopten bleven klanten wel met een min of meer waardeloze gadget achter. Geen goede reclame.
Surface en de toekomst
Momenteel liggen de op Intel gebaseerde niet-RT Surface tablets redelijk in de (vooral zakelijke) markt. Ook laptops onder de gelijke noemer mogen zich verheugen in positieve kritieken uit die hoek. Punt is alleen dat ze behoorlijk aan de prijs zijn en dus niet als de bekende warme broodjes over de toonbank gaan. Het roept heel voorzichtig een beetje een déjà vu-gevoel op: ‘wat als…’ Want Redmont zal de stekker maar weer uit jouw recentelijk duurbetaalde aangeschafte tablet of laptop trekken. Enig voordeel is dat het hardwareplatform niet direct afhankelijk is van support van Microsoft. Het betreffen allen x86-systemen gebaseerd op een Intel processor. En zelfs als Microsoft bij een van de toekomstige Windows 10-upgrades deze systemen niet meer ondersteunt kan je er nog altijd Linux of iets dergelijks op zetten.
Hard- en software: gouden combinatie
Hoe dan ook, het is voor Microsoft te hopen dat ze ook op langere termijn een steviger voet aan de hardware-grond krijgen. Tijden zijn duidelijk aan het veranderen en thuisgebruikers zijn steeds minder geïnteresseerd in klassieke laptops en pc. Dat is een trend die zich uiteindelijk ook in het bedrijfsleven zal aankondigen. En dat deels ook al doet inmiddels. Om aan die behoefte te voldoen is slimme, betaalbare hardware nodig met een slank en snel besturingssysteem als basis. Windows is dat nog altijd niet echt. Andere besturingssystemen zijn veel meer aangepast aan de hardware waar ze op draaien. Dat kan alleen als er een solide hard-software-combinatie van de basis af is opgezet. En gekozen is voor een schaalbaar besturingssysteem als bijvoorbeeld Linux (de basis voor het welbekende Android) of zelfs Unix (basis voor iOS en MAC OS). Nou zal Windows niet snel een Linux/Unix-kern als basis krijgen (al weet je maar nooit), maar afslanken is zonder meer noodzakelijk. Pas dan wordt het een veel breder inzetbaar systeem.
Het begin is er, misschien
Een begin is inmiddels (alweer een tijdje) gemaakt met bijvoorbeeld Windows 10 IoT, dat al – zonder grafische gebruikersinterface op een Raspberry draait. Nadeel daarvan is dat het bestaande x86-software niet draait. Maar de vraag is gelijk ook of x86 voor veel gebruikers nog een verplichting is tegenwoordig. Zoals gezegd: tijden zijn aan het veranderen. De klant is koning en die beslist uiteindelijk wat hij of zij wil. De wens van hen lijkt steeds meer richting ‘always on’, compact en veelzijdig te gaan. Daarop inspelen is voor iedere fabrikant noodzakelijk om ook in de toekomst nog een grote speler te kunnen zijn.

Ronald Smit kan dankzij een combinatie van een elektronica- en een journalistieke opleiding (afstudeerrichting radio en nieuwe media) technische zaken op een heldere en eenvoudige manier uitleggen. Zijn jarenlange schrijfervaring voor onder meer Computer Idee geeft u al snel de ‘aha-erlebnis’ waar u wellicht al zo lang naar op zoek was. En wordt het dan toch allemaal wat ingewikkeld, dan loodst hij de lezer snel en zeker langs eventuele barrières en valkuilen. De boeken van Ronald vind je hier.