Retro-computing is hot, meer dan ooit! Die interesse bestaat al veel langer, maar de laatste jaren groeit de belangstelling exponentieel. Laten we eens kijken wat er nou zo leuk is aan deze ’tak van sport’ in de IT. Retro-computing: waarom is dat populairder dan ooit?
Wat lees je in dit artikel:
- Waarom retro gaming zowel ouderen als jongeren aanspreekt en hoe klassieke games als Pac-Man en Tetris nog steeds ongekend spelplezier bieden
- Welke commerciële producten er zijn, van Evercade handhelds tot RetroGames remakes van legendarische homecomputers als de C64 en Amiga
Ook (en soms vooral) jongeren
Voor buitenstaanders is het wellicht wat vreemd om te zien. Ouderen en jongeren die gemeenschappelijk een hobby uitoefenen, met soms hier of daar bijeenkomsten. De centrale rol wordt dan vervuld door computers uit een ver (en soms wat minder ver) vervlogen tijdperk. Homecomputers piepen en bliepen weer als vanouds, terwijl pc’s uit – pak hem beet – de jaren negentig van de vorige eeuw eveneens met de dag populairder worden. De redenen voor deze ‘revival’ zijn verschillend, maar feitelijk heel logisch. Ten eerste is er natuurlijk altijd de hang naar ‘de tijd van toen’. In dat geval hebben we het over een alweer wat oudere generatie, zeg 45…50+. Die wil gewoon weer eens de leuke uren van vroeger beleven. Die oude spelletjes herbeleven, of het plezier van programmeren op systemen waar ze ooit hun carrière in de IT op zijn begonnen.
Nooit meer geëvenaard!
Dan is er een groep aanmerkelijk jongere liefhebbers van retro-computing. Zij willen ervaren hoe het vroeger was. Vaak zijn zij met name geïnteresseerd in oude games. Niet heel vreemd, want de arcadegames uit de jaren tachtig van de vorige eeuw bieden vaak veel meer speelplezier door goed doordachte concepten. Concepten ook die in die dagen nog helemaal nieuw waren. En eigenlijk nooit meer geëvenaard. Denk eens aan Pac-Man, Tetris, Bubble Bobble en ga zo maar door. Stuk voor stuk unieke spellen met een bijzondere charme. En dat ondanks de limiteringen op vlak van beeld (resolutie, aantal kleuren enzovoort) en geluid. Slim programmeren maakte dat games slechts een paar kilobyte (64 kB was zonder verdere hardwaretrucs sowieso de limiet op 8-bits systemen) groot waren. Maar in die voor huidige begrippen minimalistische hoeveelheid werden complete werelden geschapen. Later, toen er meer geheugen gebruikt kon worden via bijvoorbeeld bank switching, groeiden die werelden. En ontstonden spellen als Zelda.

Inmiddels heeft die groep jongeren de smaak helemaal te pakken. Minimalistische games voor bijvoorbeeld smartphones zijn erg populair. ‘Pixel-spellen’ waarbij expres een lage(re) resolutie wordt gebruikt, vinden gretig aftrek. Want ook daar ligt de nadruk op het spelplezier en veel minder op de laatste hightechmogelijkheden. Extra voordeeltje: ze zijn heerlijk energiezuinig, dus de batterij van je telefoon raakt er niet zo heel snel leeg door.
De commercie haakt in
En daar waar retro-computing en het aanpalende retro-gaming tot een paar jaar geleden vooral een hobby van ‘kenners’ was, is het concept nu toegankelijker dan ooit. Steeds meer commerciële bedrijven zien een interessante markt. Kijk bijvoorbeeld eens naar Evercade (https://evercade.co.uk/), dat zich vooral op retro-gaming – zowel originele arcade-games, als console- en homecomputerspellen – richt. Hun Evercade retro-gamecomputers zijn leverbaar in verschillende formaten: een compacte en betaalbare handheld, een wat grotere handheld, een console die je via HDMI op een tv aansluit en een bartop arcade machine die zo uit de jaren tachtig en negentig weggelopen lijkt.

Remakes van legendarische homecomputers
RetroGames (https://retrogames.biz) gooit het over een andere boeg, namelijk die van de homecomputers. Zij produceren remakes van legendarische thuiscomputers uit vervlogen tijden. Het begon daar met de The C64, in zowel mini als maxi-uitvoering. Alle hun mini’s beschikken niet over een werkend toetsenbord (wat voor gamen dankzij de meegeleverde joystick geen echt probleem is), hun maxi-uitvoeringen wel. Uitzondering is The Spectrum, die een 1:1-kopie is van de originele ZX Spectrum qua afmetingen. Alleen: dat ding is van oorsprong al klein, dus daar is geen mini van. En ja: de rubber toetsjes zijn dus werkend. Er is verder een VIC 20 (daar moet je tegenwoordig echt naar zoeken) in mini- en maxi-uitvoering, een The 400 Mini (Atari homecomputerkloon) en een The Amiga 500 Mini. De maxi-uitvoering daarvan – The Amiga 1200 geheten – komt binnenkort (waarschijnlijk komend jaar) uit. Voor alle modellen geldt dat ze prima betaalbaar zijn. Omdat er een berg software (meest games) standaard in een via de joystick bediend carrouselmenu direct te starten is, is het een snelle en zeer toegankelijke manier om kennis te maken met vervlogen computertijden. En ja: eigen software toevoegen kan ook, via een USB-stick.

Nadoen of het échte werk?
Onder de motorkap zijn al dit soort producten – inclusief de hierboven genoemde – meestal gebaseerd op een emulator die op een snelle en moderne multi-core CPU (SoC) draait. Heeft als voordeel dat het allemaal heel flexibel is, en je kunt in het geval van de RetroGames-remakes ook je eigen software draaien. Een moderne emulator is zo goed, dat het verschil tussen de échte oude hardware en die emulator niet tot nauwelijks meer is te merken. Maar toch zijn er nog altijd puristen die zweren bij ’the real thing’. En dus is er een levendige handel in tweedehands computers. Omdat de populariteit van retro computing en retro gaming echter snel groeit, groeien de prijzen helaas ook mee. Daarbij moet je als je geen verstand hebt van elektronica en kennis hebt van oude standaarden en aansluitingen wat beeld en geluid betreft misschien even pas op de plaats maken. Om een oude (home)computer daadwerkelijk te gebruiken, is kennis van tenminste het betreffende systeem noodzakelijk.

Je kunt oud moeiteloos met nieuw koppelen. Bijvoorbeeld door een moderne kaartlezer als diskdrive aan – om maar wat te noemen – je oude C64 te koppelen. Veel moderne tv’s kunnen nog overweg met het aloude videosignaal dat de al even oude beestjes genereren. Maar vaak zijn wel verloopkabels nodig om dat allemaal werkend te krijgen. Of bijvoorbeeld een converter. Geen drama, maar je moet het allemaal net weten.

Aan de slag met retro-computing
Mijn idee is om met enige regelmaat wat dieper in te gaan op deze zaken. Mits jij als lezer dit natuurlijk leuk vindt, anders is het zinloos. Mogelijk ontstaat er bij voldoende belangstelling uiteindelijk een boek, bomvol tips, wetenswaardigheden en mogelijkheden op het vlak van retro-computing. Voor nu houd ik het bij deze intro, waar lang niet alles uit deze wondere schaduwwereld in past. Laat eens weten wat je van dit onderwerp vindt, of spit eens een herinnering op uit je vroegste computer-avonturen. Bij voldoende belangstelling volgt meer!
En áls het hele concept je aanspreekt, maar je geen idee hebt waar te beginnen: kijk eens bij de Media Markten des lands, of zelfs in de Hema. Alwaar je simpele LCD-spellen kunt kopen en micro-arcade-kastjes. Niet met de échte hits van toen, maar wel degelijk een aardige kennismaking. Die dan ook nog eens lekker weinig kost. Last but not least: al deze apparaatjes, groot en klein, zijn vanzelfsprekend alleraardigste kerstcadeaus!

Ronald Smit kan dankzij een combinatie van een elektronica- en een journalistieke opleiding (afstudeerrichting radio en nieuwe media) technische zaken op een heldere en eenvoudige manier uitleggen. Zijn jarenlange schrijfervaring voor onder meer Computer Idee geeft u al snel de ‘aha-erlebnis’ waar u wellicht al zo lang naar op zoek was. En wordt het dan toch allemaal wat ingewikkeld, dan loodst hij de lezer snel en zeker langs eventuele barrières en valkuilen. De boeken van Ronald vind je hier.


Beetje raar om mensen door te verwijzen naar Engelse websites of de Hema voor mini arcade prullaria wat na een paar dagen al weer ergens loopt te verstoffen. Voor een serieuze arcadekast ga je natuurlijk naar Arcade-Expert. Geen Chinese meuk en emulatie op het hoogste niveau.