Het is mogelijk om een pc virtueel in software na te bouwen. Op die nagebouwde pc kan je vervolgens een besturingssysteem plus software installeren. Wat heeft dat voor nut?
Een systeem dat draait op een in software nagebouwde computer heet een virtuele machine. Voor jou als eindgebruiker werkt het dankzij moderne software eigenlijk verrassend eenvoudig. Als je bijvoorbeeld een gratis programma als VirtualBox of – net wat veelzijdiger – VMWare Player (gratis voor niet-commercieel gebruik) download en installeert kan je al aan de slag. Zodra je een van beide programma’s opstart is het mogelijk om via een wizard de virtuele hardware in te stellen. Zo kan de gewenste hoeveelheid werkgeheugen (RAM), de shijfgrootte, het aantal CPU-kernen, het videogeheugen en meer opgegeven worden. Daarna kan de virtuele computer opgestart worden.
Snel
Omdat veelal de dvd-rom-speler van je hoofdsysteem gedeeld wordt, is het vervolgens mogelijk om vanaf een cd of dvd een besturingssysteem te installeren. Ook mag je een zogeheten ISO-bestand (een 1:1 kopie van een cd of dvd) koppelen in de virtuele machine. Na installatie van het besturingssysteem werkt dat vervolgens net als op een ‘echte’ computer. Dankzij moderne processoren die hardwarematig voor versnelling zorgen als het gaat om virtuele machines merk je nauwelijks verschil. En zo kan je dan bijvoorbeeld Linux onder Windows draaien, of Windows onder Linux. Of Windows onder Windows.
Wat moet je ermee?
Een virtueel Windowssysteem onder Windows kan gebruikt worden voor het uitproberen van software. Deze truc wordt dan ook veelvuldig gebruikt door bijvoorbeeld IT-journalisten. Bang voor virussen hoef je niet echt te zijn: deze blijven netjes gevangen in de virtuele omgeving. Het is alleen oppassen bij het configureren van het netwerk dat bij de virtuele computer hoort. Als je hier kiest voor toegang tot gedeelde mappen en apparaten op je (thuis)netwerk zou een virus via die achterdeur alsnog vervelende dingen uit kunnen halen. Groot voordeel van het testen van software op een virtuele computer is dat je geen steeds verder vervuild hoofdsysteem krijgt. Een virtuele computer is ook erg eenvoudig te back-uppen. Kwestie van een bepaalde map even naar een back-up locatie kopiëren en klaar. Gaat er ooit iets mis, dan kopieer je die back-up weer terug en klaar.
Andere besturingssystemen
Ook is het dankzij virtuele computers makkelijk om eens een alternatief besturingssysteem uit te proberen. Vroeger ging dat via een bootmanager en het installeren van meerdere besturingssystemen op één pc of notebook. Behalve dat dit niet echt praktisch in gebruik was (en is), leverde het ook regelmatig problemen op. Een virtuele machine draait veilig in zijn virtuele hardware-omgeving, tegelijk met het besturingssysteem van je laptop of pc. Dat wordt trouwens ook wel de host genoemd. Ook voor overstappers naar Linux is een virtuele machine met daarin Windows plus specifieke software praktisch. Zo is er voor Linux nog altijd geen Microsoft Office verkrijgbaar. Jammer, maar dankzij een virtuele machine ook geen onoverkomelijke hindernis meer. Kwestie van Office aldaar installeren en ook onder Linux kan je aan de slag met zaken als Word, Excel en PowerPoint.
Delen
Virtuele machines kom je eveneens tegen in professionele toepassingen. Denk daarbij aan een virtuele server bij een hosting provider. Dat laatste is een bedrijf dat via internet toegankelijke computers – tegen betaling – levert. Denk bijvoorbeeld aan het systeem waarop je eigen website draait. Maar niets let je om een op afstand bedienbare computer met besturingssysteem te huren. Punt is dat een echt systeem veel duurder is dan een virtuele server. Logisch, want er kunnen meerdere virtuele machines op één computer (of server) draaien. Da’s dus goedkoper, want je deelt die ene server met een aantal anderen. Merk je qua snelheid nauwelijks wat van.
Handig
Kortom: een virtuele machine kan om diverse redenen verdraaid handig zijn. Je weet nu ook meteen waar het over gaat als je ergens eens deze term leest. Het is gewoon een computer in software nagebouwd. Een computer in een computer dus eigenlijk.

Ronald Smit kan dankzij een combinatie van een elektronica- en een journalistieke opleiding (afstudeerrichting radio en nieuwe media) technische zaken op een heldere en eenvoudige manier uitleggen. Zijn jarenlange schrijfervaring voor onder meer Computer Idee geeft u al snel de ‘aha-erlebnis’ waar u wellicht al zo lang naar op zoek was. En wordt het dan toch allemaal wat ingewikkeld, dan loodst hij de lezer snel en zeker langs eventuele barrières en valkuilen. De boeken van Ronald vind je hier.