Toen mijn uitgever me benaderde met het plan voor een boek over Nikon Autofocus, vroeg ik me af of het onderwerp wel groot genoeg was voor een heel boek. In mijn andere boeken behandel ik AF altijd in één hoofdstuk en die zijn toch vrij compleet. Maar toen ik het plan ging uitwerken, begon ik al snel in te zien dat al die AF-mogelijkheden meer woorden verdienen dan ik er in een gewoon boek aan kan besteden.
Altijd goede scherpstelling!
De huidige Nikon-camera’s hebben de beste autofocussystemen die er op de markt zijn. De camera’s kunnen op vrijwel alles scherpstellen: op racemotoren die zo snel voorbij rijden dat je ze in de zoeker niet kunt volgen, vogels die kriskras door het beeld fladderen en natuurlijk ook op kinderen die niet willen of kunnen stilzitten. Gemeten aan de mogelijkheden zijn de systemen niet eens zo ingewikkeld. Er zijn in ieder geval concurrerende systemen die ingewikkelder zijn, maar minder goed scherpstellen. Dat neemt niet weg dat de meeste bezitters nauwelijks weten hoe ze de camera zo kunnen instellen dat hij goed scherpstelt. Dat geldt zelfs voor veel professionele fotografen. Dat is natuurlijk erg jammer. Dat is net zo iets als een Formule 1-auto met een rijder die de helft van de versnellingen niet weet te vinden. Of een pianist die alleen maar de witte toetsen gebruikt…
Snelle en exacte Nikon autofocus
Maar laat ik eerlijk zijn; de eerste Nikon autofocuscamera die ik had (de Nikon F801s), heb ik alleen maar in de handmatige scherpstelstand gebruikt. Ik had ook maar één AF-objectief. Zoals zoveel Nikon bezitters vond ik autofocus iets voor amateurs. Helemaal ongelijk had ik niet, want meer dan twintig jaar geleden was autofocus nog een systeem in ontwikkeling. Het zou nog vele jaren duren voordat AF – van welk merk dan ook – net zo goed werkte als handmatige scherpstelling.
Autofocus absolute noodzaak!
Er kwam echter een dag waarop de camera’s zo snel werden met AF dat het voordeel had en vanaf dat moment ben ik het ook gaan gebruiken. Daarna kwam er een moment waarop autofocus ook exacter was dan handmatig scherpstellen; vanaf ca. 10 megapixel was dat verschil ook goed te zien. Dus nu, op het moment waarop Nikon-camera’s minimaal twintig maar in het geval van de D850 zelfs 45 megapixels hebben, is autofocus ene absolute noodzaak in veel situaties. Natuurlijk kun je bij landschappen ook handmatig scherpstellen en ik beschrijf in het boek ook hoe je dat het best kunt doen. Maar in veel andere situaties is er maar één mogelijkheid: AF.
Honderden mogelijkheden met Nikon Autofocus
Maar wanneer ik zeg dat er maar één mogelijkheid is, dan doe ik het systeem tekort. AF kent wel honderden mogelijkheden. Enkelveld, negen velden, 153 velden, scherpstellen op een bepaalde kleur, het zetten van een focus-val, je kunt het zo gek niet bedenken of de camera kan het. Terwijl ik het boek aanvankelijk op 140 bladzijden gepland had, werden het er 210. Ik hoop dan ook dat je het boek echt leest en niet alleen hier en daar een beschrijving opzoekt van een of ander detail. Lees je het boek namelijk, dan sta je aan het eind boven de materie en kun je een oplossing verzinnen voor iedere uitdaging. Ik weet dat je het in je hebt – en je camera zeker!
Dré de Man is auteur van talloze boeken over Nikon Camera’s en fotografische technieken. Je vindt ze HIER op de site van zijn uitgever, Van Duuren Media.