Wanneer een foto geen kleur heeft wordt meestal de term zwart-wit gebruikt. Monochroom, grijswaarden of als je er een negatieve lading in wilt leggen, kleurloos, zijn andere woorden voor hetzelfde. Hoewel vrijwel alle camera’s tegenwoordig de digitale foto’s als als een RGB kleurenbeeld vastleggen waren de eerste foto’s die gemaakt werden anders, de kleur ontbrak.
Lichtgevoelig
De gebruikte materialen voor de eerste fotografie waren gevoelig voor licht, vooral voor blauw licht waarvan de straling de meeste energie bevat. Er zijn wel waarnemingen waarbij de lichtgevoelige zilverzouten ook kleur vastleggen, maar dergelijke beelden beklijven niet: onder invloed van licht dat nodig is om de afbeeldingen te bekijken verdwijnt de afbeelding. Fixeren, het behoud van het vastgelegde beeld, is een essentieel onderdeel van de fotografie. Naast zilverzouten zijn er ook andere lichtgevoelige materialen die een afbeelding met een andere hoofdkleur leveren. Kort na de uitvinding van de fotografie werd de cyanotypie uitgevonden die afbeeldingen levert met blauw als dragende kleur. En de meeste gewone afdrukken waren eerder bruin-wit dan zwart-wit. Dat laatste is pas het geval sinds de chemie van de fotografie volwassen werd. Maar de afdrukken die mijn overgrootvader rond 1900 maakte zijn nog steeds bruin-wit.

Kleurenfotografie bestaat sinds iets na 1900 waarbij verschillende technieken werden gebruikt. Drie opnames met drie kleurenfilters was een optie, maar veel gebruikt werd het autochrome proces van de gebroeders Lumière met een techniek met kleine in rood, groen en blauw gekleurde zetmeelkorrels als filterlaag boven de zwart-witfilm, een systeem dat erg lijkt op he werking van de digitale camera, alleen liggen de filters daar in een strikt regelmatig Bayer patroon. Later kwamen de drielaagskleurenfilms van Agfa en Kodak en verdween het nogal complexe autochrome procédé.
Gebruik
Kleurenfotografie bleef eerst vooral beperkt tot de fotografie ten behoeve van afdrukken omdat het gebruik van kleurenfoto’s in drukwerk heel duur en tijdrovend was. Tijdschriften, die een langere productietijd hadden dan kranten gingen als eerste over op kleurendruk, de dia was daarbij het opnamemateriaal van de fotograaf. Vandaar dat de zwart-witfoto als journalistiek document tot in de jaren 80 van de vorige eeuw de standaard is gebleven, pas toen in de jaren 90 van de twintigste eeuw ook de kranten over gingen op vierkleurendruk verdween de zwart-wit fotografie grotendeels uit de nieuwsfotografie. Eerst met opnames op kleurnegatieffilm die door de fotografen werden gescand, later uiteraard met digitale camera’s. Zwart-witfotografie is wel gebleven, maar vooral voor persoonlijke projecten, de grote persbureaus verspreiden tegenwoordig alleen nog foto’s in kleur. Daarnaast zie je zwart-wit in de kunst en uiteraard gemaakt door de liefhebbers.
Digitaal
Vrijwel alle digitale camera’s leggen de foto vast als een RAW-bestand of direct als een jpeg-bestand met de kleuren als RGB waarden. Slechts enkele camera’s maken uitsluitend monochrome opnames. Het is geen enkel probleem om van zo’n opname in kleur een versie in zwart-wit te maken. Die verandering heeft allerlei verschillende gevolgen voor de foto die niet per definitie goed of slecht zijn, maar waar je je wel goed van bewust moet zijn.

Esthetiek
In eerste instantie is het verschil van uiterlijke aard, de kleuren verdwijnen en er blijft een ander soort foto over. Voor veel mensen zijn die zwart-wit versies bijna altijd ‘mooier’. Dat leidt tot de foute gedachte dat je een mislukte foto altijd nog in zwart-wit kunt omzetten om er wat van te maken. Maar dan doe je de mogelijkheden van zwart-wit tekort. Voor een goede zwart-witfoto heb je een goede foto nodig, dus een foto die ook met de kleuren al de moeite waard is. Dan kun je door de kleur weg te laten de nadruk op andere aspecten van de foto leggen. De structuur, het licht, het contrast. En je kunt door de foto te bewerken die aspecten van de foto extra benadrukken, veel sterker dan je dat met de kleurenfoto zou kunnen omdat dan de kleurverzadiging waarschijnlijk zo hoog zou worden dat het lelijk wordt.
Anders dan Tri-X
Nu je eigenlijk alle foto’s eerst in kleur maakt en ziet werkt het voor mij wel anders dan toen ik gewoon op Tri-X zwart-witfilm fotografeerde. In het geval je zwart-wit fotografeert let je eigenlijk niet meer op de kleuren, ze spelen geen rol van betekenis. Maar wanneer je de kleur later weghaalt zie je precies wat er verdwijnt. Dat verdwijnen is ook een reden dat fotografen die omzetting wel doen: een hinderlijke gekleurd voorwerp in beeld dat in de zwart-wit versie nauwelijks nog opvalt. Dat mag de fotograaf dan misschien als hinderlijk ervaren, de kleur die je weghaalt, het is wel een onderdeel van de wereld om ons heen dat vastgelegd wordt. Ik neig er steeds meer naar om juist die ‘storende’ kleuren als essentieel voor de fotografie te zien. Zeker als het documentaire fotografie betreft.
Elke rem verdwenen
Na de omzetting in zwart-wit, wat op zich al een flinke aanpassing is, lijkt voor veel fotografen elke rem verdwenen waar het gaat om het bewerken. Toch is het belangrijk om altijd voor ogen te houden wat je met de betreffende foto wilt laten zien. En de chaos die de wereld is en die je ook in je foto terug vindt is, denk ik, iets dat je behalve bij puur esthetische projecten wel moet handhaven. Puur zwart komt in moderne digitaal gemaakte foto’s maar hoogst zelden voor, meestal is er nog wel wat te zien. Op een klein telefoonscherm oogt dat wel lekker natuurlijk, maar naarmate de foto groter wordt worden die egaal zwarte vlakken ook steeds saaier.


Inhoud
Als je een verhaal wilt vertellen met je foto of foto’s is het wel vreemd als je onderdelen uit je foto weghaalt of onzichtbaar maakt. Ook het op die manier aanpassen van je vakantie herinneringen lijkt me niet leuk. En de kleur weghalen maakt sommige dingen misschien nog net niet onzichtbaar, maar wel minder zichtbaar waardoor het aandeel ervan in het verhaal minder wordt. En wanneer je vindt dat bepaalde kleuren of gekleurde dingen strijdig zijn met wat je wilt laten zien lijkt me dat je beter moet opletten bij het maken van de foto. Misschien zijn die kleuren voor jou wel storend, maar voor de mensen in de betreffende omstandigheden gewoon het normale. Maar ook in het algemeen moet je je afvragen wat er gebeurt met je foto’s als je de kleur weghaalt. Denk aan een foto van een gezellig gezin thuis in kleur. Als je die foto van de kleur ontdoet, loop je het risico dat de foto veel dramatischer wordt, de rijkdom van de kleur verdwijnt ook en het is maar de vraag of je dat wel wilt.
Vrijheid
Maar zwart-wit biedt je wel veel mogelijkheden om je foto’s naar je hand te zetten, ze mooier te maken, speciale effecten toe te passen of wat dan ook. Dat is iets dat ook al voor de digitale tijd werd gedaan en waar toen ook meer opties waren dan wanneer je in kleur ging werken. En als je je maar bewust bent van wat je aan het doen bent heb je uiteraard alle vrijheid om de verschillende technische mogelijkheden naar hartelust toe te passen tot je tevreden bent en anderen met plezier naar de resultaten kijken.
Dit is deel 1 in een serie blogposts over zwart-witfotografie. Deel 2 vind je HIER, deel 3 vind je HIER. Deel 4 HIER.
Van Eduard de Kam zijn op dit moment twee boeken verkrijgbaar: Focus op Fotografie: Analoge fotografie en Focus op Fotografie_ Zwart-witfotografie.

Eduard de Kam is eind jaren 1970 begonnen met het fotograferen van nieuws en andere gebeurtenissen. In 1982 maakt hij een documentaire in opdracht van het Rijksmuseum. Daarna volgden er allerlei andere fotografische activiteiten. Sinds 1990 volgt hij de ontwikkelingen van de digitale fotografie voor het tijdschrift P|f. In 2000 is hij medeoprichter van het NIDF om de Nederlandse beroepsfotografen op de hoogte te houden van de digitale mogelijkheden. Hij is actief als schrijver van technische boeken op fotografisch gebied, hij geeft workshops en is expert op het gebied van kleurbeheer en het herkennen van fotomanipulatie. De boeken van Eduard vind je hier.