De oorsprong van de zwart-witfotografie ligt in het begin van de fotografie toen er nog geen kleur werd vastgelegd. Ook toen dat al wel mogelijk was waren er veel redenen om toch op zwart-witfilm op te nemen: je kon de afwerking makkelijk zelf doen en er was veel vraag naar zwart-wit omdat drukwerk in kleur nog niet zo gangbaar was. Nu je als je dat wilt ook vanuit een digitale kleurenfoto een zwart-wit versie kunt maken is er nog de steeds de optie om op zwart-witfilm op te nemen en een digitale kopie van de negatieven te maken. Zwart-wit: film-scannen of reproduceren?
Dat lijkt omslachtig, het is het ook wel, maar de reden om het te doen is dat het de enige manier is waarop je echt de voor zwart-wit fotografie zo bepalende korrel in je foto’s krijgt. De digitale namaak daarvan vind ik nog steeds niks, maar ik weet niet hoeveel mensen het verschil nog zien.

Scannen
Het handige van een scanner is dat het een compact geheel is waar alles in of bij zit dat je nodig hebt: van de ‘camera’ tot de verlichting en de software op de computer voor de bediening. Je kunt kiezen voor monochroom – negatief en krijgt dan een keurige positieve zwart-wit foto. Helaas is dan bij veel software het zwart en het wit ook echt puur zwart en wit waarbij zowel de korrel als de details daar verdwenen zijn. Dat is een keuze van de software. Ik scande negatieven altijd als diapositief, 16-bits, om ze achteraf in Photoshop positief te maken. Dat is in een handeling onder te brengen, waarbij ik uit gewoonte alles in aanpassingslagen doe: beeld omkeren, van negatief naar positief, en dan één curve aanpassingslaag om witpunt, zwartpunt en helderheid in te stellen. En dan nog meer curve aanpassingslagen voor de lokale aanpassingen, zoveel als je denk nodig te hebben. Voor aanpassingen aan zwart-witfoto’s is de curve eigenlijk het enige gereedschap dat je nodig hebt, je kunt er alles mee aanpassen dat aangepast kan moeten worden.

Reproduceren
Je kunt je negatieven ook fotograferen met een digitale camera en een macro-objectief. Je moet dan wel alles zelf opbouwen, van het statief, de lichtbron, een houder voor het origineel, het macro-objectief en de camera. De kwaliteit van het objectief bepaalt de kwaliteit van de reproductie. Wanneer je er voor zorgt dat het statief en de houder voor de originelen goed vast zitten ten opzichte van elkaar dan hoef je alles maar één keer in te stellen en kun je vervolgens hele series achter elkaar reproduceren, met een vaste instelling voor de belichting die je zo kiest dat een strook tussen twee negatieven net niet overbelicht is. En alles opnemen in het RAW-bestandsformaat van de camera natuurlijk. Het maken van een positief ervan kan ook in Camera RAW of Lightroom. Dat doe je door de curve precies andersom te laten lopen, niet van linksonder naar rechtsboven, maar juist van linksboven naar rechtsonder.

Alle aanpassingen aan de helderheid werken daarna andersom. Je hebt ook geen curve aanpassingen tenzij je het RAW-bestand in Photoshop verder gaat bewerken. Maar de lokale aanpassingen kun je gewoon op je RAW bestand uitvoeren, de belichting voor een deel van de foto wijzigen met het verloop gereedschap, en ook het lokaal contrast is heel geschikt om in een deel van de foto wat meer ‘leven’ te krijgen.
Bewaren
De scanner maakt 16-bits TIFF bestanden, als je er het beste uit wilt halen, de camera maakt om dezelfde reden RAW-bestanden. Maar dat zijn grote bestanden, nodig om aan te kunnen passen met behoud van alle kwaliteit. Maar als ze ‘af’ zijn, je bent klaar met bewerken, dan vind ik het veel handiger om ze als jpeg-bestanden te bewaren. De kwaliteit op 9 in Photoshop, 80 in Lightroom, en ze zijn overal voor te gebruiken, behalve om verder te bewerken.
Dit was deel 3 in een serie op dit blog over zwart-witfotografie. Het 1ste deel vind je HIER. Het 2de deel vind je HIER. Het 4de deel HIER.
Van Eduard de Kam zijn op dit moment twee boeken verkrijgbaar: Focus op Fotografie: Analoge fotografie en Focus op Fotografie_ Zwart-witfotografie.

Eduard de Kam is eind jaren 1970 begonnen met het fotograferen van nieuws en andere gebeurtenissen. In 1982 maakt hij een documentaire in opdracht van het Rijksmuseum. Daarna volgden er allerlei andere fotografische activiteiten. Sinds 1990 volgt hij de ontwikkelingen van de digitale fotografie voor het tijdschrift P|f. In 2000 is hij medeoprichter van het NIDF om de Nederlandse beroepsfotografen op de hoogte te houden van de digitale mogelijkheden. Hij is actief als schrijver van technische boeken op fotografisch gebied, hij geeft workshops en is expert op het gebied van kleurbeheer en het herkennen van fotomanipulatie. De boeken van Eduard vind je hier.
In Photoshop kun je een kleurenfoto in grijstinten omzetten met de aanpassingslaag zwart-wit of kanalenmixer. Maar de kleurruimte blijft zoals de foto werd ingeladen. Maakt het uit in welke kleurruimte (bv AdobeRGB1998 of sRGB) ik een grijstintfoto aanlever bij een afdrukcentrale (of zelf afdruk)?
Dag Marijn, het maakt niet uit omdat beide kleurruimtes intern een gamma van 2.2 hebben, de grijswaarden hebben dus hetzelfde verloop. Bij andere kleurruimtes kan dat wel anders zijn, je kunt de foto ook omzetten naar een grijswaarden, gamma 2.2, kleurruimte.