Van kleur naar zwart-wit
Wanneer je op zwart-witfilm, of met een speciale digitale monochrome camera opneemt zorgt het systeem voor de vertaling van de kleuren uit de werkelijkheid naar de grijswaarden in je zwart-witfoto. Hoe dat gebeurt ligt vast in de eigenschappen van het opnamemateriaal. Zeker films hebben in combinatie met een ontwikkelaar en ontwikkelmethode een eigen karakter. De monochrome sensor ook. Maar als je achteraf een kleurenfoto omzet in een zwart-wit/grijswaarden versie kun je zelf dat karakter bepalen door de bijdrage van de verschillende kleurbereiken aan de uiteindelijke helderheid te sturen met de instellingen van de software. Hoe ga je digitaal van kleur naar zwart-wit?

JPEG
Het is mogelijk om je digitale camera in te stellen op monochroom, soms zelfs met nog een kleureffect erbij. Dat werkt en dan zit je net als bij film vast aan de keuzes van de camerafabrikant hoe het er precies uit gaat zien. En het resultaat wordt alleen in het JPEG-bestand dat je camera maakt bewaard. Wil je meer invloed op het eindresultaat dan fotografeer je in RAW. Dan is het bestand altijd een kleurenbestand. Wil je zien wat de camera er van gemaakt heeft dan kijk je naar het JPEG-bestand dat je als je dat wilt gelijkertijd hebt laten wegschrijven. Of je opent het RAW-bestand in de eigen software van de cameramaker, dat programma leest namelijk, in tegenstelling tot algemene RAW bewerkingssoftware, alle camera instellingen, dus ook dat je gekozen had voor monochroom. Maar het is bij RAW slechts een keuze, het ligt niet vast en je kunt altijd de kleuren weer tevoorschijn roepen.

RAW
Bij een opname in RAW kun je achteraf kiezen voor de omzetting in zwart-wit. Bij de huidige versie van Lightroom en Camera RAW is dat helemaal bovenaan te vinden, het is niet langer onderdeel van het HSL paneel wat verderop in de keuzes voor de aanpassingen. Er zijn enkele monochroom cameraprofielen waar je uit kunt kiezen, maar de meeste vrijheid heb je toch door naar het nu zwart-wit hetende paneel te gaan.

Daar kun je kiezen wat het aandeel van acht kleurbereiken zal worden aan het eindresultaat. Er zijn grote verschillen haalbaar bij deze keuzes, van heel donker gemaakte luchten door het aandeel blauw sterk te verlagen of heel lichte bladeren door het groen aandeel juist flink op te voeren. Je moet wel oppassen, tenzij je vreemde effecten zoekt, dat je naast elkaar gelegen kleurbereiken niet te ver tegen elkaar in schuift, dus groen heel laag en blauw heel hoog gaat mis omdat er lelijke randjes ontstaan op de overgangen tussen die kleuren.


IR
Er is nog een andere mogelijkheid, maar daarvoor moet je je camera nogal flink aan laten passen. Je moet dan het Infrarood-blokkeerfilter uit je camera laten verwijderen, waardoor de sensor die heel gevoelig is voor dat onzichtbare licht ook die informatie vast gaat leggen. Omdat het onzichtbaar is heeft het ook geen kleur. je kunt zulke camera’s op twee manieren gebruiken.

De ene manier is om vreemde kleuren uit je camera te halen door die extra informatie, het scheelt ongeveer twee stops belichting, te gebruiken om alle kleuren te veranderen. Je krijgt dan een beetje onwerkelijke vreemde kleuren. Je kunt een eigen witbalans maken wat iets oplevert dat er alleen maar een beetje vreemd uitziet, je kunt je natuurlijk ook helemaal uitleven op vreemde kleuren.
De andere optie is om een extra filter voor je objectief te plaatsen dat al het zichtbare licht tegen houdt. Het eerste nadeel is dat je dan niks meer ziet door de zoeker behalve bij een meetzoekercamera zodat je bij normale camera’s vanaf statief moet werken. Ook de scherpstelling moet worden aangepast door de andere breking voor de lange golflengtes van het IR licht. En dan leg je geen kleur meer vast, want je gebruikt geen zichtbaar licht meer. Natuurlijk komt er in elk kleurkanaal wel andere informatie, maar dat levert vaak een paars rood beeld op. Maak je dat zwart-wit dan krijg je de typische IR-foto’s met witte bladeren aan de bomen en grasvelden. En juist zo ongeveer zwarte luchten. het is een heel typische esthetiek waar je van moet houden, maar die ik in elk geval spaarzaam toe zou passen.

UV
Met UV straling kun je met een omgebouwde camera iets soortgelijks doen, hoewel er zo weinig UV is dat je er normaal gesproken niets van terug vindt in je opnames als er ook daglicht binnen komt. Ook hier moet je een blokkeerfilter gebruiken en zie je niets meer door je filter. Omdat er zo weinig UV is krijg je lange belichtingen en is ook daarom een statief nodig. Het resultaat is veel minder spectaculair dan bij IR, het lijken eerder heel oude zwart-wit foto’s met een beetje arme toonschaal. Heel soms kun je wel dingetjes zien die je normaal niet ziet. Naast deze fotografische opties kunnen beide vormen van onzichtbaar licht ook gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek.
Dit was deel 4 in een serie op dit blog over zwart-witfotografie. Het 1ste deel vind je HIER. Het 2de deel vind je HIER. Het 3de deel HIER.
Van Eduard de Kam zijn op dit moment twee boeken verkrijgbaar: Focus op Fotografie: Analoge fotografie en Focus op Fotografie_ Zwart-witfotografie.

Eduard de Kam is eind jaren 1970 begonnen met het fotograferen van nieuws en andere gebeurtenissen. In 1982 maakt hij een documentaire in opdracht van het Rijksmuseum. Daarna volgden er allerlei andere fotografische activiteiten. Sinds 1990 volgt hij de ontwikkelingen van de digitale fotografie voor het tijdschrift P|f. In 2000 is hij medeoprichter van het NIDF om de Nederlandse beroepsfotografen op de hoogte te houden van de digitale mogelijkheden. Hij is actief als schrijver van technische boeken op fotografisch gebied, hij geeft workshops en is expert op het gebied van kleurbeheer en het herkennen van fotomanipulatie. De boeken van Eduard vind je hier.