In mijn boek Werken met lagen en selecties in Photoshop concentreer ik me op de twee belangrijkste functies in Photoshop: lagen en selecties. Als je lagen en selecties – de krachtigste gereedschappen in Photoshop – goed beheerst, liggen de creatieve toepassingen van Photoshop voor je open. Diepgaande kennis van lagen en selecties in Photoshop stelt je in staat om die creativiteit te vertalen naar verbluffende resultaten. Hieronder lees je hoe het gereedschap Object selecteren in Photoshop werkt. (Een andere les uit dit boek vind je HIER.)

Het gereedschap Object selecteren in Photoshop

Op het moment van schrijven was het gereedschap Object selecteren betrekkelijk nieuw in Photoshop; het deelt een knop met de gereedschappen Toverstaf en Snelle selectie (figuur 4.13). Het werkt op ongeveer dezelfde manier als het gereedschap Snelle selectie, alleen hoef je hiermee niet te slepen op het deel dat je wilt selecteren. In plaats daarvan sleep je een omtrek rond een gebied om Photoshop te laten weten dat het aanwezige object moet worden geselecteerd, iets wat zeer snel gebeurt na een korte analyse door Adobe Sensei, de kunstmatige intelligentie van Photoshop.

Kijk eens naar de instellingen op de optiebalk van het gereedschap Object selecteren (figuur 4.14). Vanaf de linkerkant zie je de bekende knoppen Nieuwe selectie, Toevoegen aan selectie, Verwijderen uit selectie en Doorsnede maken met selectie. Je gebruikt hier de standaardinstelling, Nieuwe selectie (de eerste knop). 

Rechts ervan zie je de optie Modus, die standaard op Rechthoek staat ingesteld, maar ook nog de optie Lasso biedt, waarover je verderop meer leest. Eerst ga ik met het gereedschap Object selecteren een rechthoekig kader slepen op de onderste, grote bloem (figuur 4.15). Photoshop maakt een prachtige selectie van alleen de bloem, ondanks het feit dat ik ook wat van de groene bloembladeren in het kader heb opgenomen (figuur 4.16).

Rand verbeteren

Kijk je verder op de optiebalk, dan zie je het selectievakje Monster van alle lagen (die optie wordt zo meteen behandeld) en vervolgens het selectievakje Rand verbeteren. Deze optie doet het volgende:

In figuur 4.17 zie je de selectie die ik van de bloem maakte met gemarkeerd selectievakje Rand verbeteren en in figuur 4.18 dezelfde selectie, maar dan terwijl het selectievakje Rand verbeteren niet is gemarkeerd. De buitenkant van de bloem in figuur 4.17 (Rand verbeteren ingeschakeld) is zachter, terwijl die in figuur 4.18 (Rand verbeteren uitgeschakeld) scherper en kartelig is.

Bij het maken van selecties is het meestal de bedoeling de buitenste rand goed in de rest van de foto te laten opgaan, dus is het verstandig om Rand verbeteren in zo’n geval aan te zetten. Als de buitenste rand een keer scherper en duidelijk aanwezig moet zijn, verwijder je de markering uit dit selectievakje.

Object verwijderen

Nog verder op de optiebalk zie je het selectievakje Object verwijderen. De optie Object verwijderen is standaard ingeschakeld als je het gereedschap Object selecteren gebruikt. Tijdens het maken van een selectie met dit gereedschap kan het nodig zijn om delen op te ruimen waar de selectie niet helemaal goed is gegaan, zoals je ziet in figuur 4.19.

Hier zie je dat de selectie een klein stukje heeft overgeslagen en ook wat van de bladeren achter de bloem heeft geselecteerd, iets wat ongewenst is. Markeer het selectievakje Object verwijderen, stel de vervolgkeuzelijst Modus op Lasso in en teken dan met ingedrukte Alt-/Option-toets losjes een kader rond het gebied dat geen deel moet uitmaken van de selectie van de bloem (figuur 4.20).

TIP • Je voegt snel delen aan een selectie toe door met ingedrukte Shift-toets te werken.

Zie je dat ook een deel van het bloemblad aan de selectie is toegevoegd? Nadat ik de muisknop heb losgelaten, analyseert Adobe Sensei het beeld en komt hij tot de conclusie dat ik de achtergrond wil verwijderen, maar het bloemblad wil behouden (figuur 4.21). Indrukwekkend, nietwaar?!

Als je de markering verwijdert uit het selectievakje Object verwijderen, dan gebeurt het volgende: Je maakt net als eerder met ingedrukte Alt-/Option-toets een selectie (figuur 4.22), maar dit keer heeft Photoshop alles binnen het kader verwijderd nadat je de muisknop loslaat (figuur 4.23). Dit betekent dat de verwijderen is uitgeschakeld en dat je hetzelfde resultaat krijgt als bij elk ander selectiegereedschap.

Monster van alle lagen (en onderwerp selecteren)

Stel dat je een bestand hebt geopend met verschillende objecten die op aparte lagen staan, zoals in figuur 4.24.

Op de onderste laag staat een boot, op de middelste een leeuw en op de bovenste laag een roos (figuur 4.25).

Als je op de laag met de roos klikt om die te activeren, vervolgens op de optiebalk de markering uit het selectievakje Monster van alle lagen verwijdert en je op de knop Onderwerp selecteren klikt (ook op optiebalk), dan maakt Photoshop een selectie waarin alleen de roos voorkomt (figuur 4.26).

Maar klik je op de knop Onderwerp selecteren terwijl het selectievakje Monster van alle lagen gemarkeerd is, dan bekijkt Photoshop de inhoud van alle lagen en worden alle objecten geselecteerd (figuur 4.27).

Ook de functie Onderwerp selecteren maakt gebruik van Adobe Sensei om te bepalen wat er moet worden geselecteerd. Dit werkt vaak erg goed, al kent deze functie ook zo zijn beperkingen; in ieder geval nu nog. Deze technologie wordt steeds beter, dus ik kan niet wachten hoe dit zich in toekomstige updates ontwikkelt.

Toch geef ik de voorkeur aan het gereedschap Object selecteren omdat het me in staat stelt om Photoshop iets meer informatie te geven over wat ik wil selecteren door er eenvoudigweg een kader omheen te slepen.

De opdracht Onderwerp selecteren is ook bereikbaar door Selecteren > Onderwerp in het menu bovenaan het scherm te kiezen (figuur 4.28). Ik raad je aan het eens uit te proberen om te kijken of de resultaten je bevallen. Misschien word je er aangenaam door verrast en ook als je er niet direct een perfecte selectie mee krijgt, geeft het vaak een goed uitgangspunt dat je vervolgens kunt verbeteren.