Je hebt de optie Selecteren en maskeren in Photoshop waarschijnlijk al behoorlijk vaak gezien tijdens het werken met allerlei selectiegereedschappen. Je kunt Selecteren en maskeren gebruiken nadat je een eerste selectie hebt gemaakt die je vervolgens wilt uitbreiden of er direct naartoe gaan om een selectie van het begin af aan te maken. Jij beslist hoe je deze mogelijkheid gebruikt en dat is een van de grote pluspunten van Photoshop: je gebruikt het op de manier die jij prettig vindt en waarvan jij de beste resultaten verwacht. Deze les is afkomstig uit mijn boek Werken met lagen en selecties in Photoshop. Een andere les uit dit boek over het gereedschap Object selecteren, vind je HIER. 

We gaan aan het werk met onderstaande foto om met Selecteren en maskeren een selectie te maken van het hoofd en de hoed met veren van het onderwerp, zodat je ziet hoe alle fijne veertjes worden toegevoegd.

Selecteren en maskeren in Photoshop

Je kunt met een gereedschap als Snelle selectie een ruwe selectie maken om dan op Selecteren en maskeren over te schakelen, maar in dit geval ga je er rechtstreeks heen. Kies Selecteren > Selecteren en maskeren (figuur 6.2) om de grote werkruimte Selecteren en maskeren te openen; hier heb je veel opties tot je beschikking (figuur 6.3).

OPMERKING • De optie Haar verfijnen die je bovenaan in beeld ziet, is nog niet zo lang aanwezig in Selecteren en maskeren. Bij de juiste foto werkt dit voortreffelijk, dus het kan geen kwaad om op deze knop te klikken en te kijken welke resultaat het oplevert. Deze nieuwe voorziening is nog in ontwikkeling, maar biedt nu al goede resultaten; bij de juiste foto.

Aan de linkerkant staan verschillende gereedschappen en aan de rechterkant zie je het deelvenster Eigenschappen met allerlei bedieningselementen. Helemaal bovenaan in het deelvenster zie je het gedeelte Weergavemodus, waar je instelt op welke manier je de selectie in beeld brengt. Enkele weergaveopties ken je waarschijnlijk al.

Ik begin altijd met de optie Semitransparante lagen (figuur 6.4). Je verlaagt dan met de schuifregelaar Transparantie de dekking van de foto, waardoor de selectie makkelijker te zien is, want die wordt met een dekking van 100% weergegeven.

Iets verder omlaag in het rechter deelvenster zie je de Verfijnmodus, waar je kiest tussen Behoud van kleur en Behoud van object (figuur 6.5). Plaats je de muisaanwijzer op deze opties, dan laat Photoshop je weten dat Behoud van kleur de ‘Beste optie voor simpele of contrasterende achtergronden’ is en Behoud van object de ‘Beste optie voor haar of vacht op complexe achtergronden’.

Deze foto heeft een erg eenvoudige achtergrond, dus gebruik je de optie Behoud van kleur. Verderop in het boek vind je een voorbeeld met Behoud van object, al kan het nooit kwaad om wat met beide opties te experimenteren en te ontdekken wat het beste werkt.

1. In de weergavemodus Semitransparante lagen stel je Transparantie in op ongeveer 30% (figuur 6.6).
2. Gebruik het gereedschap Zoomen (in de gereedschapset links) om het hoofd en de hoed groter in beeld te brengen, zodat je er eenvoudiger mee werkt en kies dan het gereedschap Snelle selectie (figuur 6.7).
3. Sleep met het gereedschap Snelle selectie over het hoofd en de hoed, maar ga niet tot dicht bij de rand, want dan selecteer je misschien delen van de achtergrond. Tijdens het slepen zie je dat delen van het gezicht en de hoed duidelijk zichtbaar worden (figuur 6.8).

Raak je per ongeluk delen van de foto die je niet aan de selectie wilt toevoegen, dan sleep je er eenvoudigweg met ingedrukte toets Option (Mac)/Alt (pc) over om ze eruit te verwijderen.

TIP • Bij het gereedschap Snelle selectie gebruik je de linker rechte haak  [ om de grootte te verkleinen en de rechter rechte haak ] om de het gereedschap groter te maken. Dit is erg handig als je nauwkeurig in kleine delen iets moet selecteren of als je juist grote delen snel wilt pakken.

4. Na het maken van de eerste selectie ga je weer naar de Weergavemodus en kies je Zwart-wit om heel duidelijk in beeld te brengen wat je hebt geselecteerd (figuur 6.9). Je ziet dat je een uitstekende uitgangspositie hebt, maar dat er nog veel meer veren moeten worden geselecteerd. Schakel terug naar de weergave Semitransparante lagen.

OPMERKING • Hier mag je op de knop Haar verfijnen klikken om te controleren of die een goed resultaat biedt.

5. Kies het gereedschap Penseel Randen verfijnen in de gereedschapset aan de linkerkant (figuur 6.10). In de optiebalk stel je de grootte en hardheid van dit gereedschap in. Bij deze selectie gebruik je een grootte van 150 pixels en een hardheid van 30% (figuur 6.11).

Het gereedschap Penseel Randen verfijnen gebruik ik altijd heel zorgvuldig. Sommige mensen tekenen er over de hele foto mee, maar persoonlijk behaal ik de beste resultaten als ik de helft van het penseel op de foto heb liggen en de andere helft op het gebied dat ik wil selecteren. Nadat ik ermee heb geklikt, sleep ik langzaam langs de rand die ik wil selecteren, in dit geval over de veren (figuur 6.12).

6. Keer weer terug naar de weergavemodus Zwart-wit om het resultaat van het gereedschap Penseel Randen verfijnen te bekijken. Je ziet dan dat veel meer veertjes langs de buitenkant geselecteerd zijn (figuur 6.13).

De selectie is zeker niet perfect, je moet dus nog wat werk verrichten. Je kunt bijvoorbeeld op de knop Haar verfijnen bovenaan in het venster klikken om te kijken of dat helpt. Werkt dit, dan is dat mooi meegenomen, maar heb je er bij deze foto niet veel aan, dan gebruik je eenvoudigweg de opdracht Ongedaan maken (Command (Mac)/Ctrl (pc) + Z) en probeer je wat anders.

7. 

   Bij deze voorbeeldfoto pak je het gereedschap Penseel uit de gereedschapset aan de linkerkant (figuur 6.14). Net als bij elk ander penseel in Photoshop kun je de opties Grootte, Hardheid en dergelijke instellen voordat je over opvallende delen tekent die niet in de selectie zijn opgenomen, maar doe dit NIETbij de veertjes langs de rand.

Je ziet weliswaar geen voor- en achtergrondkleur, maar het penseel tekent standaard met wit om aan de selectie toe te voegen, al kan dit ook in zwart. Je schakelt tussen het toevoegen aan de selectie en het verwijderen uit de selectie met de knoppen + en – aan de linkerbovenkant van het venster of door tijdens het tekenen de toets Option (Mac)/Alt (pc) ingedrukt te houden.

Hier heb ik het penseel gebruikt om delen van het hoofd en de hoed te bedekken, zodat ze aan de selectie worden toegevoegd (figuur 6.15).

Er zijn nu absoluut meer veren geselecteerd, maar misschien is het mogelijk om er nog meer toe te voegen door enkele instellingen aan te passen.

8. Markeer het selectievakje Slimme straal in het deelvenster Eigenschappen aan de rechterkant (figuur 6.16).

De optie Slimme straal vraagt Photoshop in feite om extra goed naar de foto te kijken en te controleren of er meer kleine onderdelen aan de selectie kunnen worden toegevoegd. Soms werkt dit uitstekend, maar soms ook niet; dit hangt volledig van de foto af. In dit geval lijkt het iets te helpen.

Je kunt ook gebruikmaken van de schuifregelaar Straal. Sleep langzaam naar rechts om te kijken of er nog meer aan de selectie wordt toegevoegd.

Het is belangrijk dat je hierbij langzaam te werk gaat en maar een klein beetje verandert, het resultaat controleert, weer een beetje verandert en het resultaat controleert en regelmatig van weergavemodus verandert.

TIP • Tijdens het werken in Selecteren en maskeren is het verstandig om regelmatig de weergavemodus te veranderen en te controleren welk effect je werkzaamheden op het masker hebben.

In mijn boek gaat deze les over Selecteren en maskeren in Photoshop nog verder met o.a. een uitleg van de mogelijkheden van de Globale verfijningen.