Analoge fotografie

Analoge fotografie: ‘Een mooie korrel valt digitaal niet na te bootsen!’

Focus op Fotografie: Analoge fotografieAnaloog fotograferen is weer helemaal terug. Het leek er even op dat digitale fotografie al de oude technieken om foto’s te maken overbodig had gemaakt. Maar de charme van het werken met oude camera’s, film, chemie en een donkere kamer waar de spanning van het wachten op het resultaat deel van uit maakt, is weer populair bij een jonge generatie fotografen. Eduard de Kam schreef het boek Focus op fotografie: Analoge fotografie om die nieuwe generatie fotografen wegwijs te maken in analoge technieken.  We spraken met hem over de beweegredenen van die nieuwe generatie analoge fotografen, over de verschillen tussen analoog en digitaal en over de markt voor 2de-hands analoge camera’s.

Analoge fotografie
Eduard de Kam.

Eduard de Kam: ‘Ik heb het boek geschreven voor mensen die er serieus mee aan de gang willen gaan en willen begrijpen wat ze precies aan het doen zijn. Ik behandel bijvoorbeeld de cyanotype techniek, iets wat heel eenvoudig om te doen is. Je hebt er geen donkere kamer voor nodig. Je kunt de vellen die je maakt op de gang laten drogen. Die vellen kun je dan mee naar buiten nemen. Het belichten kost zo’n vier minuten in de zon. Sommige analoge processen zijn te moeilijk om uit te leggen, maar er zijn allerlei workshops te vinden waar je dat kunt leren. Ik ga niet op papier uitleggen hoe je een kooldruk maakt.’

Zelf ontwikkelen en afdrukken

‘Het boek richt zich op mensen die zelf hun zwart-witfilmpjes willen ontwikkelen en afdrukken. Kleurenfilm kun je natuurlijk ook zelf ontwikkelen, alleen kleur afdrukken in de doka is niet handig om dat zelf te doen. Dat is veel te veel werk. Vroeger waren er een paar fotografen die dat zelf deden, maar ze stopten er na een tijdje meestal mee, omdat het teveel tijd kost om een goede afdruk te krijgen. Dan vonden ze een lab met iemand die dat de hele dag deed en dat veel beter kon.’

’Het onvoorspelbare van analoge fotografie spreekt die nieuwe generatie aan…’

‘Analoge fotografie is op dit moment erg ‘in’, maar die nieuwe generatie gaat er anders mee om dan wij dat deden. Ik hoor van fotowinkel Niveau Schweitzer in Amsterdam dat ze de filmpjes niet aan kunnen slepen. Die fotografen brengen de filmpjes terug, die worden ontwikkeld en meteen ingescand. Die scans sturen ze op naar de fotografen. De negatieven komen ze niet meer ophalen, daar zijn ze niet in geïnteresseerd. Bij Niveau Schweitzer hebben inmiddels een kast vol met negatieven, die ze op een gegeven moment wel moeten weggooien.’

Ik begrijp van de mensen die nu analoog gaan fotograferen dat ze het onder andere doen om de speciale sfeer van film en afdruk.
EdK: ‘Zeker! Afhankelijk van welk merk film je gebruikt, krijg je andere kleuren. Men stelt ook de fouten in de films op prijs. Bij Lomography maken ze zelfs speciale films met ingebakken fouten. Daar zitten dan kleurvlekken of kleurafwijkingen in. Het onvoorspelbare spreekt die nieuwe generatie aan.’

2de-handsmarkt voor camera’s

Films, fotopapier, chemie zijn allemaal nog te koop, maar het begint natuurlijk met een camera…
EdK: ‘Het probleem bij de analoge fotografie is dat je voor apparatuur aangewezen bent op de 2de-hands markt. Je kunt nog steeds een nieuwe Leica kopen, maar die kost rond de zesduizend euro. Dat is niet weggelegd voor de gemiddelde liefhebber. Sommig merken zijn 2de-hands erg populair, bijvoorbeeld Nikon. Maar een Minolta of Olympus kun je voor een habbekrats kopen. Je ziet het verschil met een Nikon in het uiteindelijke resultaat echt niet terug. Verder zijn Rollei- en Hasselblad-camera’s voor 6×6-film erg aan de prijs. Een Hasselblad gaat bijna voor de nieuwprijs over de toonbank! Er worden nog wel nieuwe technische camera’s gebouwd, maar er worden geen nieuwe objectieven en filmcassettes meer gemaakt. Die moet je dus ook 2de-hands op de kop tikken. Film voor die camera’s is geen probleem. Zwart-witfilm is er genoeg. Wat mij betreft, ga je, als je analoog gaat fotograferen, voor zwart-witfotografie. Je wilt een mooie korrel in je foto’s en een echte korrel krijg je digitaal niet voor elkaar.’

Analoge fotograie
Eduard met een tweeogige Rolleiflex.

Kun je geen digitale korrel simuleren met een filter als Silverefex?
EdK: ‘Met Silverefex lukt dat gewoon niet. De korrel van film richt zich naar het beeld. Als er een lijn in je foto is, dan zie je dat de korrel daar niet overheen gaat. Als je dat met die digitale filters probeert na te doen, gaat die korrel overal overheen. Met de digitale korrel verlies je scherpte, de korrel in analoog is nu juist wat de scherpte draagt. En de chaos van de korrel is gewoon mooier. Die verschillende merken zwart-witfilms hebben ook allemaal verschillende toonschalen en leggen kleuren allemaal op verschillende manieren vast. Dat boots je niet zo makkelijk na met die digitale filters.’

’Als je verstandig bent, houd je je bij één soort film’

‘Die onderlinge verschillen zitten in die filmemulsies ingebakken. Het is heel complex hoe een zwart-witfilm omgaat met wat je fotografeert. Als je verstandig bent, houd je je bij één soort film, zodat je op een gegeven moment precies weet hoe die film werkt. Als je het veel doet, weet je precies wat je vastlegt. Het is uiteindelijk gewoon vakmanschap. Je meet licht en doet klik. Het enige dat je dan niet ziet, is hoe iemand op dat moment precies kijkt. Het moment van bewegen, een auto die onverwacht langs rijdt.  Daarvan moet je hopen dat het goed gaat. Vroeger was het niet anders en toen lukten de foto’s ook. Vertrouw op je lichtmeting.’

Analoog belichten

Moet je analoog anders belichten dan digitaal?
EdK: ‘Het verschilt of je dia- of negatieffilm belicht. Dia belicht je net als digitaal. De hooglichten moeten goed zijn, voor de schaduwen is het jammer als ze dichtlopen. Bij een digitale opname trek je in de nabewerking die schaduwen weer open, maar dat kan bij dia natuurlijk niet. Bij negatieffilm moet je op de schaduwen belichten. Als je belicht op de hooglichten dan staat er niets op je negatief. Negatieffilm belicht je op de donkere kant van de foto. Je moet meten op de donkere delen waar je nog wat toon in wilt zien.’

Hoeveel tijd kost het om dat analoge proces eigen te maken?
EdK: ‘Als je landschappen gaat fotograferen is dat buitengewoon simpel om te leren. Als iemand je het proces heeft uitgelegd, is het na tien minuten duidelijk wat je moet doen. Het wordt lastiger als je heen en weer rent en het licht voortdurend verandert. Dan moet je eindeloos licht meten en als je dat teveel tijd kost, ben je altijd te laat. Op het moment dat je op negatief belicht, kun je altijd naar de zekere kant belichten, dus altijd overbelichten, dan staat het er altijd op. Het wordt er niet mooier van, maar het staat erop. En je moet anticiperen. Als je een feest fotografeert dat binnen en buiten is, dan kun je op verschillende plekken licht meten en dan onthoud je de verschillen en draai je aan de knoppen. Of je gebruikt een camera met een belichtingsautomaat.’

Digitaal afdrukken of in de natte doka

Een belangrijk onderdeel van die analoge fotografie is het afdrukken in de doka. Zwart-wit op mooi barietpapier. Dat kun je zelf gaan doen in de doka, op mooi barietpapier. Je hebt ook barietpapier voor digitale inkjetprinters. De mensen die hun negatieffilms laten inscannen zijn aangewezen op digitaal printen. Zijn die afdrukken vergelijkbaar met analoog bariet?
EdK: ‘Nee, die zien er anders uit, omdat bij inkjet het beeld altijd bovenop het papier ligt. De zilveremulsie zit bij barietpapier erin. Het beeld zit daarom dieper in het materiaal. Een echte serieuze zilvergelatineafdruk ziet er wezenlijk anders uit dan een afdruk op inkjet.’ 

We praten wat verder over de technieken die Eduard in het boek heeft beschreven. Bijvoorbeeld Monobad voor het ontwikkelen van films en het belichten van directpositief papier dat je in de 4×5 inch camera’s kunt zetten. In de papierontwikkelaar krijg je dan een positief beeld. Uit zijn tas komen twee analoge camera’s: een tweeogige Rolleiflex en een klapcamera. Mooie camera’s, waarbij die Rollei tegenwoordig voor veel geld over de toonbank gaat.

Een klapcamera valt nog voor een redelijke prijs aan te schaffen.

Wordt die markt voor 2de-hands camera’s niet steeds moeilijker nu er zo’n nieuwe generatie fotografen analoog aan het werk wil?
EdK: ‘Er is op dit moment een hype om analoog te gaan fotograferen. De prijzen voor sommige 2de-hands modellen zijn heel hoog. Andere modellen die er niet voor onderdoen, zoals Minolta en Pentax, kun je voor een prikkie aanschaffen. Olympus OM-camera’s kosten bijna helemaal niets. De filmpjes zijn wel erg duur geworden. Als je vijf rolfilms hebt volgeschoten en hebt laten ontwikkelen, ben je meer dan 100 euro kwijt. En dan moet je de negatieven nog inscannen!

Een reden om analoog aan het werk te gaan is dat je rustiger en geconcentreerder gaat werken. Als dat je reden is, kun je – vind ik dan – dat ook bij digitaal bereiken.
EdK: Zeker. Als je rustiger wilt fotograferen, kun je jezelf daar met digitaal ook toe dwingen. Al zet je je camera alleen al op een statief, dat haalt het tempo eruit. En gebruik bijvoorbeeld een losse lichtmeter, die geeft ook rust. 

De boeken van Eduard de Kam vind je HIER. Voor dit blog schreef hij ook een hele mooie serie over zwart-witfotografie. Het eerste deel vind je HIER.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.