In deze tweede aflevering van Kleurmanagement in Lightroom behandelen we het bewerken van Lightroom-bestanden in andere applicaties en het exporteren van bestanden vanuit Lightroom. De eerste aflevering in deze serie vind je HIER, aflevering drie vind je HIER en aflevering vier vind je HIER. En als je meer wilt weten over de verschillen tussen sRGB, AdobeRGB en ProPhoto RGB waarover we hier schrijven, dan vind je die informatie HIER. (H.F.)
Naast het printen van foto’s zijn er twee andere onderdelen in Lightroom die te maken hebben met kleurmanagement:
Als je foto’s vanuit Lightroom er buiten wilt bewerken – even naar Photoshop en weer terug bijvoorbeeld. Werken met externe editors heet dat in Lightroom. Die externe editors willen weten met wat voor kleurruimte en dergelijke ze te maken hebben, dus zal Lightroom de bestanden moeten voorzien van een profiel.
De bewerkte foto’s exporteren vanuit Lightroom. Foto’s sturen naar je opdrachtgever, naar een vaklab of printen bij de Hema. Ook die moeten voorzien zijn van een profiel.
Werken met externe editors
Er zullen momenten zijn bij het bewerken van foto’s in Lightroom, dat de gereedschappen in Lightroom niet helemaal voldoen. U moet bijvoorbeeld een ingewikkelde retouche doen en dat kan nu eenmaal beter in Photoshop, of u wilt een foto omzetten naar zwart/wit in SilverEfex Pro2. Op het moment dat u een foto buiten Lightroom wilt bewerken zult u een keuze moeten maken hoe u Lightroom de foto wilt laten renderen, hoe Lightroom de omzetting van RAW naar een TIFF- of JPEG-bestand moet gaan maken. Er zit namelijk niets anders op: als u de foto buiten Lightroom gaat bewerken, zult u een bestand moeten maken. Dat bestand kunt u weliswaar meteen in uw Lightroomcatalogus bewaren, maar het is geen RAW-bestand meer.
Door rechts te klikken op het bestand dat u wilt bewerken, verschijnt het menu waaruit u bij Bewerken in kunt kiezen in welke externe applicatie u de foto wilt bewerken.
Door rechts te klikken op het bestand dat u wilt bewerken, verschijnt het menu waaruit u bij Bewerken in kunt kiezen in welke externe applicatie u de foto wilt bewerken, in dit geval is er gekozen voor Lightzone.In de dialoog Foto bewerken met kunt u aangeven met welke instellingen Lightroom een bestand moet maken.
Een RAW-bestand dat extern bewerkt gaat worden zal altijd eerst moeten worden omgezet naar een nieuw TIFF- of JPEG-bestand, met de bewerkingen die u in de module Ontwikkelen op het RAW-bestand heeft losgelaten. Lightroom zal eerst een kopie van het bestand maken met de Lightroom-aanpassingen die u tot dat moment heeft gedaan. U zult daartoe als eerste moeten kiezen wat voor bestand u gaat maken: TIFF, PSD of JPEG. Een tweede keuze die u moet maken is de kleurruimte waarin u het bestand gaat uitvoeren: ProPhoto RGB, AdobeRGB of sRGB. De derde keuze is de bitdiepte: 16 bits of 8 bits. Dan is er nog de keuze voor de resolutie en bij het maken van een TIFF-bestand of u compressie toe wilt passen. Als u de foto in de hoogste kwaliteit wilt behouden, dan liggen TIFF, ProPhoto RGB en 16 bits per component voor de hand: ProPhoto RGB is de grootste kleurruimte die u tot uw beschikking heeft, waarbij u zeker weet dat alle kleuren uit de foto bewaard worden, en als u daarnaast ook voor 16 bits kiest heeft u ook de grootste hoeveelheid kleuren in het bestand. Ongecomprimeerde TIFF-bestanden nemen nogal wat ruimte in, dus bij compressie zou u LZW kunnen aanzetten. Er wordt, nadat u op bewerken heeft geklikt, een TIFF-bestand gemaakt en de externe applicatie worden geladen. U bewerkt daarin de foto en nadat u in de externe applicatie heeft bewaard, komt u weer terug in Lightroom. Het TIFF-bestand wordt opgeslagen naast het oorspronkelijke RAW-bestand en toegevoegd aan uw Lightroom-catalogus.
TIFF- en JPEG-bestanden, die reeds in de Lightroom-catalogus zijn opgenomen, kunnen natuurlijk ook extern bewerkt worden. U krijgt dan de mogelijkheid om het origineel te bewerken, maar ook kunt u er voor kiezen om een kopie mét of een kopie zónder Lightroom-aanpassingen te gaan bewerken. In de laatste twee gevallen krijg u weer de keuze wat voor soort bestand u wilt gaan bewerken.
Bij een bestaand TIFF- of JPEG-bestand krijgt u andere keuzes voorgeschoteld. Het origineel bewerken, een kopie van dat origineel bewerken en een kopie van het origineel bewerken met de Lightroom-aapassingen.
Bij het maken van een TIFF-, JPEG- of PSD-bestand zal Lightroom altijd het gekozen profiel in het bestand meebewaren, daar heeft u geen omkijken naar.
Foto’s Exporteren
De dialoog Bestand exporteren in Lightroom, met rood omkadert het onderdeel waarin u onder andere een profiel kunt meegeven aan het bestand.
Het mooie van Lightroom is dat u – eigenlijk op bestelling – foto’s kunt leveren aan uw klanten. U bewerkt uw RAW-bestanden en die bewerkingen slaat u op in uw Lightroom-catalogus. Als er een foto geleverd moet worden, aan een klant bijvoorbeeld, exporteert u de foto vanuit Lightroom naar een bestand, TIFF, JPEG of PSD. De foto’s die u exporteert uit Lightroom, stuurt u naar uw klant, waarna u ze weer van uw harde schijf kunt wissen (de TIFF-, JPEG- of PSD-bestanden natuurlijk, niet de oorspronkelijke RAW-bestanden).
De mogelijkheden voor kleurmanagement zijn eigenlijk hetzelfde als bij het werken met externe applicaties: TIFF, JPEG en PSD, ProPhoto RGB, AdobeRGB en sRGB en 8 of 16 bits kleurdiepte. Met deze mogelijkheden kunt u prima uit de voeten, de vraag is echter wanneer gebruikt u welke instellingen?
De Bestandsinstellingen voor de hoogste kwaliteit bij export vanuit Lightroom.
Zijn de foto’s bedoeld voor het web? Dan zijn sRGB, JPEG en 8 bits de geëigende keuzes. Heeft u een klant die de foto’s even wil bekijken? Ook die kunt u waarschijnlijk het best sRGB, JPEG en 8-bits sturen, u weet namelijk niet of die klant met kleurmanagement werkt, en een dergelijk bestand ziet er altijd goed uit op een standaard beeldscherm. Zijn de foto’s bedoeld voor het afdrukken bij een foto-service-bedrijf? Veelal gaan die uit van sRGB, dus ook daarvoor is het de beste keuze. Kies in alle gevallen voor goede compressie kwaliteit, dat is te zeggen, goede kwaliteit na compressie. Laten we zeggen tussen de 80 en de 100.
Wanneer er een bestand dat geschikt moet zijn voor het web moet worden geëxporteerd, is sRGB de geëigende keuze.
Als u uw foto naar een drukker of vormgever moet sturen, dan zijn de keuzes afhankelijk van wat die klant wil. Als er verder niets meer met de foto gedaan hoeft te worden, en hij is bedoeld voor drukwerk, dan is AdobeRGB, JPEG of TIFF, 8 bit de keuze. Staat een klant erop dat hij al een kleurgescheiden CMYK-bestand wil, dan heeft u in Lightroom een probleem. Lightroom kan geen kleurscheidingen maken naar CMYK. Eigenlijk is het ook meer het probleem van de vormgever en/of de drukker. Misschien kunt u die klant dan, dankzij uw kennis van kleurmanagement, uitleggen, dat het omzetten naar CMYK een klusje is voor ofwel de vormgever, ofwel de drukker. Die weten uiteindelijk hoe het een en ander gedrukt gaat worden en dat dat een belangrijke keuze is bij het kiezen voor een kleurscheidingsprofiel voor CMYK.
Wanneer gebruikt u dan ProPhoto RGB, TIFF en 16 bits voor uw export? Dat is een goede keuze als u, of uw klant of collega nog aan de gang gaat met het bestand. Bijvoorbeeld voor een ingewikkelde retoucheerklus op een andere computer dan de uwe, of wanneer er meerdere foto’s in elkaar gemonteerd moeten worden en de hoogste kwaliteit bewaard moet blijven.
Bij het exporteren van foto’s uit Lightroom, ligt het er dus helemaal aan wat er met de foto’s gaat gebeuren. Het gaat erom waarvoor de foto’s bedoeld zijn. En als sRGB, 8 bits en JPEG niet de bedoeling was voor uw klant? Geen probleem, het is tenslotte Lightroom, u kunt altijd een andere export van uw RAW-bestand maken.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.