Hans de Kort: ‘Het gaat niet exact om de kleur, het gaat om de sfeer’

Voor het boek ‘Tips en Trucs voor de digitale spiegelreflexcamera’ interviewde ik vier verschillende fotografen, ieder met zijn eigen specialiteit. Dit interview – uit 2009 – is met Hans de Kort, over zijn specialiteit portret- en modefotografie. In 2009 was hij erg bezig met het maken van foto’s met de iPhone, dit moment is hij bezig aan een project om zijn generatie fotografen van de jaren tachtig op de natte plaat vast te leggen. ‘Het is een machtig gebeuren om van begin te eind alles zelf in de hand te hebben; van het maken van chemicaliën tot aan het uiteindelijke vernissen van de platen.’ Het project is te volgen op Facebook.

Hans de Kort fotografeert al jaren mode en portretten voor tijdschriften als Elegance en Margriet en Flair. Liefst met bestaand licht, maar in zijn prachtige studio kan hij met kunstlicht ook alle kanten op. Naast het fotograferen met zijn Canon- en Hasselblad-camera’s fotografeert hij op dit moment heel veel met zijn iPhone.

Het op hun gemak stellen van modellen is erg belangrijk. Hoe ga je om met een model? Hoe stel je die op hun gemak?
‘Dat is toch een kwestie van je karakter, een kwestie van de persoon die dat doet. Het ligt er aan wat voor type je bent. Ik fotografeer vrij veel lezeressen en mode van de bladen als Margriet en portretten voor de Elegance, meestal personen die nooit voor de camera staan, en weet nog in het begin, dat ik dat ook totaal niet kon. Op een gegeven moment gaat het echter vanzelf. Je moet er ook niet teveel poeha van maken, je gaat wat geintjes met die modellen maken en dan is het ijs meestal meteen gebroken. Voor een deel heb je het, of heb je het niet. Als jij daar heel nerveus staat te doen, dan wordt je model vanzelf ook nerveus. Ook hier is het een kwestie van doen en veel doen.’

Canon EOS-1Ds Mark II • ISO 100 • f/5.6 • 1/200 @ 58mm. ©Hans de Kort
Canon EOS-1Ds Mark II • ISO 100 • f/5.6 • 1/200 @ 58mm. ©Hans de Kort

Waar moet je verder op letten?
‘Ik ben de laatste tijd weer veel portretten aan het schieten, voor de Elegance. Je moet ook goed kijken naar je onderwerp. Er zijn mensen die ineens hun handen verkrampt houden. Ik schiet de covers voor Vrouw van de Telegraaf en die zijn altijd met gewone mensen, niet met professionele modellen. En die laat ik bijvoorbeeld recht op de camera aflopen en dan schiet ik tak-tak-tak-tak-tak! en dan krijgen ze – door dat losse lopen al iets ontspanners. Want iemand die voor een kale, witte achtergrond moet gaan staan, die gaat veel eerder verkrampen. Doe zelf maar eens wat op zo’n achtergrond! Dat is verschrikkelijk moeilijk. Ik laat ze dus gewoon lopen, maar daar moet je dan wel de ruimte voor hebben. Soms, zoals gisteren dan zie je ineens de handen helemaal stijf worden, dat verpest dan zo’n hele foto. Even losschudden van die handen en ze moeten proberen ook niet teveel aan die handen denken. En op een gegeven moment lukt het dan wel.’

Wat is mooier: film of digitaal?
‘Mensen zeggen wel eens dat digitaal niet mooi is, maar die kunnen er niet mee omgaan. Je kunt er echt veel meer uithalen dan met film. Ik schoot daarvoor op dia en het resultaat op de dia is wat je hebt, niets meer niets minder. Met digitaal kun je honderden kanten op. Film was zoals die was. En dan had je wel films met bepaalde karakteristieken, koeler, warmer, maar nu kun je met je digitale bestanden oneindig veel kanten op. Vaak zie ik als ik aan het schieten ben, dat ik ter plekke bedenk dat iets wat koeler kan, dat ik effe die schaduw ietsje dichter laten lopen: bij film was dat onmogelijk. Als je nu aan het werk gaat met raw-bestanden van tien jaar geleden, krijg je er al weer veel meer uit, veel mooiere resultaten mee dan met de software van toen. Lightroom is wat dat betreft fantastisch.’

Canon EOS-1Ds Mark III • ISO 100 • f/4 • 1/250 @ 110mm. ©Hans de Kort
Canon EOS-1Ds Mark III • ISO 100 • f/4 • 1/250 @ 110mm. ©Hans de Kort

Met wat voor apparatuur werk je?
‘Ik heb een paar jaar geleden een Hasselblad gekocht met een PhaseOne achterwand, die ligt nu bijna altijd in de kast. Ik heb hem dit jaar pas één keer gebruikt. Het is wat statischer fotograferen, de tonen zijn wél mooi, maar het werkt allemaal wat trager. Met mijn Canon 1Ds schiet je zo van tak-tak-tak-tak! Ik schiet alles in Raw, als je in jpeg schiet kun je het niet serieus nemen. Uit raw kun je het optimale uithalen. Ik fotografeer bijna alles uit de hand, tenzij ik met te weinig daglicht moet schieten, dan gebruik ik wel een statief. Maar met digitaal zet je je ISO-waarde gewoon op 800, dan kan je weer wel uit de hand schieten. En wat betreft ruis: daar zit iedereen maar over te zeuren. Ruis kan prachtig zijn! Het is net als korrel. Bij Tri-X-film bijvoorbeeld: die gooide je in de papierontwikkelaar om echt van die stenen te krijgen en nu zeurt men over ruis… Met mijn eerste digitale Canon EOS D30 – met 3 miljoen pixels en die had een ruis van jawelste – heb ik de trouwerij van mijn nichtje gefotografeerd en die foto’s zijn daardoor prachtig geworden. Waarom moet het allemaal zo gelikt zijn? Dat is ook gevaarlijk. Met Photoshop kan je het allemaal zo gelikt maken. Het wordt allemaal te perfect. Ik fotografeer op het ogenblik erg veel met de iPhone. Ik zie helaas bijna geen portretten die met de iPhone zijn gemaakt. Ik doe het zelf ook heel weinig. Het moment is moeilijk, want hij reageert wat traag, daar moet je mee leren omgaan.’

Canon EOS-1Ds Mark III • ISO 100 • 1/250, gemaakt met een Lensbaby (zie www.lensbaby.com). ©Hans de Kort
Canon EOS-1Ds Mark III • ISO 100 • 1/250, gemaakt met een Lensbaby (zie www.lensbaby.com). ©Hans de Kort

Je hebt nu hele websites die aan portretretouche gewijd zijn…
‘Dat moet je wel doen met digitaal, vooral de huid wat verzachten. Film was niet zo scherp als digitaal. Digitaal is zo scherp en als je nu fotografeert dan kun je soms iemand zo zijn poriën inkijken. Dus dat moet je dan wel verzachten.’

Heb je wat tips voor het werken met licht?
‘Ik vind zelf daglicht het mooist. Dat kun je ook niet namaken. Maar soms ziet het daglicht er niet mooi uit. Dan valt het recht naar beneden en dan krijg je van die donkere ogen, met van die wallen. Dat wordt vaak opgelost door er een reflectiescherm onder te houden. Maar in plaats van een reflectiescherm er onder te houden, moet je het er boven houden. Je moet nog meer schaduw maken, want dan valt het licht uiteindelijk recht van voren. Het is net zoals je bij een raam staat, dan heb je een soort poortje gecreëerd waar het licht doorheen komt en dat ziet er meteen veel flatteuzer uit. Al sta je midden op een weiland: houd er een reflectiescherm boven. Met een reflectiescherm van opzij maak je alleen de schaduwen lichter.

Al sta je midden op een weiland: houd er een reflectiescherm boven.

Je moet zelf de richting van het licht bepalen, met een reflectiescherm erboven komt het licht ineens van voren… Dat is waar ik zelf in ieder geval altijd op let. Als je op locatie werkt: kijken hoe het licht valt, het is soms net even de afstand hoe en waar je staat, die het verschil kan maken. Een halve meter naar voren of naar achteren kan al totaal verschillend zijn. Fotografie is tenslotte schrijven met licht. Je begint met het licht, als dat niet goed is, dan wordt de foto ook nooit goed. Twee jaar geleden was ik met een klus bezig, waarbij de artdirector het idee had om het licht recht van boven te laten komen, alsof het ‘s middags twaalf uur was. En ik dacht dat het er niet uit ging zien, maar als je er dan mee bezig gaat, dan kun je er weer hele leuke dingen mee doen, zoals bijvoorbeeld met die harde schaduwen. Als je ergens op een dure locatie, bijvoorbeeld Miami staat te fotograferen, dan heb je om twaalf uur ‘s middags ook van die schaduwen en dan moet je toch gewoon door en dan ga je op zulke momenten in de schaduw fotograferen.’

Meet je in de studio nog met een losse belichtingsmeter?
‘Nee, ik schiet alles op automaat. Alleen in de studio dan meet ik bij verschillende flitsers of de verhouding daartussen wel klopt, maar verder niet. Ik kijk wel altijd op de camera of de belichting klopt: ik kijk op mijn histogram of alles erin zit. Als alles er qua hoge lichten en schaduwen inzit, dan heb je geen probleem. Ik kijk of mijn highlights niet knipperen en dan weet ik dat het goed zit. Je ziet zo wel of het licht wel of niet mooi is, daar heb ik de camera niet voor nodig. En een kleurtemperatuurmeter gebruik je natuurlijk ook niet meer. In Raw kun je het geheel naar wens aanpassen. Dat is ook zo’n verschil met vroeger. Dat glas waar ik doorheen fotografeer is hartstikke groen. Daarvoor moest je vroeger magenta-filter voor op de lens doen, wat je al bijna een stop scheelde. Nu los je dat gewoon op in Lightroom. Ik fotografeer er ook geen grijskaartje bij. Het gaat niet exact om de kleur, het gaat om de sfeer. Vaak maak ik het express koeler, of ik trek aan de curven zodat de schaduwen wat blauwer worden.’

Maar die huidtinten luisteren toch nauw?
Als jij buiten in de kou loopt wordt je huid toch allemaal ook wat rosser! Het gaat om de sfeer en die kun je nu fantastisch sturen. Als ik echt neutraal moet zijn dan prik ik in Lightroom met de Witbalans-pipet wel iets dat neutraal is, bijvoorbeeld stenen of iets dergelijks. Je moet het niet neutraal maken, je moet er juist vanaf wijken. Als het te neutraal is: graag een zweempje eroverheen!

Hasselblad met P 30+ Phase One-achterwand • ISO 100 • f/22 • 1/250 @ 120mm. ©Hans de Kort.
Hasselblad met P 30+ Phase One-achterwand • ISO 100 • f/22 • 1/250 @ 120mm. ©Hans de Kort.

Wat voor lenzen gebruik je?
‘Ik fotografeer heel veel met de 85mm f/1.2, dat is zo’n lekkere lichtsterke lens, waarmee je erg kunt spelen met de scherptediepte. Als je helemaal open de ogen scherp hebt, dan loopt bij de ooghoeken de scherpte er alweer uit. Je hebt zulke mooie onscherpte daarbij. En ik heb de 24-70mm en de 70-200mm. Van lange telelenzen houd ik niet echt. Ik heb vorig jaar via eBay wel zo’n spiegellens gekocht, die je eigenlijk nooit voor Canon had. Dat zijn hele lange telelenzen. Ik heb er een adapter voor gekocht zodat ik hem op mijn Canon kon gebruiken. Ze zijn niet lichtsterk – in de volle zon moet je er nog op 800 ASA op schieten maar je krijgt van die mooie rondjes mee in de achtergrond onscherpte. Ik vond het erg mooi. Er zijn mensen die willen per se een Zeiss objectief op hun Canon zetten, maar of je dat uiteindelijk terugziet, ik vraag het me af. Het gaat uiteindelijk om de sfeer, de compositie en het licht. Ik durf trouwens ook wel foto’s te maken met de iPhone. Juist met de iPhone. Het gaat niet om de hoeveelheid pixels het gaat om de sfeer. Het toeval bij dit soort fotografie spreekt me ook aan, want die belichting gaat alle kanten op. En dankzij de programmaatjes uit de appstore kun je er nu meteen leuke dingen mee doen. Het is ook de enigste camera waarop je meteen kunt bewerken en je kunt ze meteen online zetten. Ik wacht op de opdrachtgever die me foto’s met de iPhone laat maken!’

Werk van Hans de Kort vind je op:
www.hansdekort.nl
Zijn iPhone fotografie ziet u op:
iphonegrapher.com
En zijn project ‘fotografen van de jaren tachtig op de natte plaat’ vindt u op facebook:
Facebook: www.facebook.com

De volledige inhoud is © 2015 Computer Creatief, tenzij anders aangegeven.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.