Jerry Vermanen: ‘Met datajournalistiek moet je gewoon een keer beginnen…’

Het boek van de maand september was het Handboek Internetresearch & datajournalistiek van Andrew Dasselaar en Jerry Vermanen. Het boek is geschreven voor journalisten, studenten, wetenschappers en andere nieuwsgierige mensen, die willen weten hoe ze onderzoeksvragen beter kunnen formuleren en zo betere antwoorden te krijgen. We spraken met Jerry Vermanen, een van de twee auteurs van het boek.

Je bent pas later bij het boek betrokken geraakt…
Jerry Vermanen: ‘Andrew had de eerste vijf edities van het boek geschreven. Hij wilde graag een volledig nieuwe editie neerzetten. Niet alleen over internetresearch, maar ook over datajournalistiek. We wilden er ook allerlei nieuwe zoekmethodes in verwerken en die vernieuwingen heb ik voor een groot deel gedaan.

Wat zijn die nieuwe zoekmethoden?
JV: ‘Voor een deel zijn dat de zoekmethoden gericht op datajournalistiek. Als je begint als journalist moet je iets van die datajournalistiek weten. Je moet ook met Excel kunnen werken, maar de cijfers ook kunnen vinden. Dat hebben we in het boek behandelt: waar vind je de cijfers, hoe verwerk je die? Hoe krijg je cijfers binnen die je niet zomaar met een downloadknop kunt binnenhalen? Dat kan bijvoorbeeld met Scrapers, die we in het boek behandelen en uitleggen. Een ander deel gaat over het verifiëren van beeldmateriaal, wat Bellingcat doet bijvoorbeeld. In het voorwoord van het boek schrijft Christiaan Triebert van Bellingcat over het belang van die nieuwe vormen van onderzoek. Je moet kunnen verifiëren of een foto’s of video op een bepaalde plaats is gemaakt of niet. Geolocating heet dat.’
‘Neem die foto’s van de recente overstromingen in de Verenigde Staten. Er komen heel veel foto’s en video’s voorbij: kijk eens hoe erg het is. Hier staat een verslaggever tot zijn middel in het water, daar waait iemand bijna weg. Tussen die foto’s en video’s zit ontzettend veel nepmateriaal. Vaak zie je foto’s van overstromingen van jaren geleden en het is voor journalisten erg belangrijk om te verifiëren of dat materiaal echt is. Is deze foto daadwerkelijk op deze plaats gemaakt? In het boek leggen we uit hoe je dat kunt doen.’

Dat hoofdstuk over geolocating vond ik erg informatief om te lezen!
JV: ‘Geolocating is gewoon erg belangrijk voor een journalist. Afgezien van dat je veel materiaal heel snel kunt verifiëren is het goed om op een forensische manier naar foto’s te kijken. Het internet heeft tussen de vijfde en zesde druk van het boek niet stilgestaan, en die ontwikkelingen hebben we in het boek proberen te verwerken. Dan kom je uit op een handboek van 450 pagina’s!

Nieuwsgierige mensen

Op wie richten jullie je met het boek?
JV: ‘ Op Journalisten, mediaprofessionals en – vind ik erg belangrijk – andere nieuwsgierige personen. Mensen die dingen zien en die zich afvragen hoe iets eigenlijk precies zit. Daarom hebben we allerlei cases in het boek verwerkt, zodat je kunt leren hoe je zelf aan de gang kunt gaan. In dat hoofdstuk over geolocating hebben we een voorbeeld opgenomen over een video van vechtende hooligans. Hoe kom je erachter wanneer en waar dit is gebeurd? We proberen ons met het boek te richten op mensen die de wereld om zich heen niet voor lief nemen, maar proberen te achterhalen wat er echt aan de hand is. Dat kan soms lastig zijn en je weet soms niet waar je moet beginnen. We hebben het boek zo geschreven dat je genoeg handvatten hebt om een goed begin te maken aan zo’n onderzoek.’

Er is nu weer nieuwe verwarring gesticht door de Russen over de MH17…
JV: ‘Dat is wel een heel groot onderzoek en verwacht ook niet dat als je dit handboek hebt gelezen dat je meteen aan zoiets kunt beginnen. Het gaat erom dat mensen zich wat zelfverzekerder voelen zodra ze dit soort vragen tegenkomen. Mensen kunnen zo de eerste stappen naar nieuwe inzichten geven. Hoe formuleer je een zoekvraag? Welke browser gebruik je? En als ik iets heb gevonden, kan ik die informatie dan automatisch naar me toe laten komen? Erg handig als je bijvoorbeeld alle nieuwsberichten over een bepaald onderwerp wilt ontvangen. Met kleine stapjes kun je mensen veel slimmer maken.’

Dankzij het boek ging ik bijvoorbeeld weer Booleaans zoeken
JV: ‘Ik heb zelf ook dingen uit het boek opgestoken’. Doordat Andrew en ik het boek samen hebben geschreven, leerde ik weer dingen uit zijn hoofdstukken. Ik heb mezelf een bepaalde manier aangeleerd om te zoeken, met een bepaalde browser die ik altijd gebruik, en dan lees ik zijn hoofdstuk en zie ik dat ik het ook op een heel andere manier kan aanpakken. Als meer gevorderde lezer steek je van het boek zeker ook flink wat nieuwe dingen op. Zeker die laatste paar hoofdstukken, waarin je met de opgedane kennis voorbeelden ziet over hoe je met het samenwerken met andere mensen aan de gang kunt gaan.’

Deep en dark

De uitleg in het boek over het deep web en het dark web vond ik ook erg aardig. Die twee worden meestal met elkaar verward. Ik realiseerde me ook niet dat er in dat deep web zoveel is afgeschermd en hoe je daar toch in kunt komen.
JV: ‘Een fors deel van internet zit achter een slotje. Veel grote, commerciële databases zijn bijvoorbeeld wel benaderbaar via het www, maar je moet eerst de portemonnee trekken. Weer andere informatie is weliswaar gratis te vinden via het www, maar alleen als je eerst geregistreerd wordt als lid van een bepaalde website. Hoe kun je via het deep web nieuwe databases vinden en die voor je informatie ontsluiten? Wat kan ik op dark web vinden? Dat zijn leuke hoofdstukken.’

Het boek bevat zoveel informatie, dat kun je nooit allemaal onthouden. Het is ook een soort naslagwerk.
JV: ‘Neem die verschillende buitenlandse kaartendiensten als Yandex en Baidu voor Rusland en China wist ik nog wel. Andere exotische diensten waren voor mij nieuw. Het is natuurlijk ook een heel goed naslagwerk. Als je het een keer hebt doorgenomen, weet je dat er andere kaartendiensten zijn en kun je, als je ze nodig hebt, opzoeken welke dat ook alweer zijn. Het is een beetje vervliegende kennis, maar je kunt het altijd weer opzoeken. We hebben het boek zo ingedeeld dat je via de index en inhoudsopgave heel snel weer iets terug kunt vinden. Ik moet een Russisch gebouw nazoeken, welke kaartendienst is dat ook alweer waarmee ik dat kan uitzoeken?’

Gewoon ermee beginnen!

Heb je een opleiding datajournalistiek gedaan?
JV: ‘Ik heb Journalistiek en Nieuwe Media gedaan in Leiden. Het is niet iets wat ik bij die opleiding heb geleerd, ik ben er gewoon mee begonnen. Ik ben per ongeluk een keer tijdens een presentatieavond in aanraking gekomen met datajournalistiek. Daarvoor had ik er nog nooit van gehoord. En op die avond dacht ik: dit is het wat ik wil gaan doen. Ik zag presentaties met interactieve kaarten, allemaal onderzoek gericht op online. Ik heb aan de mensen die die presentaties gaven gevraagd: hoe kan ik hier zelf mee beginnen? Mag ik je mailen met wat vragen? Ik ben toen met wat eigen projecten gegevens gaan verzamelen ze in Excel in gaan voeren en dat ging leuk. Daarna ben ik daardoor bij nu.nl terecht gekomen. Bij nu.nl was ik constant met cijfers bezig en met interactief ontwerpen. Ik denk dat heel veel journalisten denken dat ze dit nooit kunnen bereiken. Dat heel veel te ingewikkeld is. Uiteindelijk blijkt de grootste horde te zijn om er gewoon mee te beginnen. Als je je eenmaal ergens in verdiept, kost het misschien wel tijd en moeite, maar doordat je er mee begint gaat het je ook lukken.’

Het Handboek Internetresearch & datajournalistiek van Andrew Dasselaar en Jerry Vermanen was het boek van de maand september 2018. We plaatsten die maand wat voorproefjes uit het boek en interviewden Jerry Vermanen. HIER kun je een voorproefje lezen uit het eerste deel van hoofdstuk 3: Zoeken met Booleaanse operatoren via Google en andere zoekmachines. Een ander voorproefje uit het boek over het structureren van een onderzoek vind je HIER. Een bespreking van het boek lees je HIER. (H.F.)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.