Je hebt de term vast wel eens horen vallen: een virtuele machine. Maar wat is virtualisatie nou eigenlijk? En wat heb je er zelf (eventueel) aan?

Het antwoord op de vraag ‘wat is virtualisatie?’ is vrij eenvoudig te geven. Het is het nabouwen van een computer in software, op een dusdanige manier dat je die nagebouwde – virtuele – computer kunt gebruiken om een besturingssysteem en bijbehorende software op te installeren. Wat je dus nodig hebt is een programma dat zo’n virtuele pc in software voor je bouwt. Heb je dat eenmaal draaien, dan is het een kwestie van installeren van je gewenste besturingssysteem en het geheel gebruiken. Virtualisatie heeft een aantal grote voordelen. Ten eerste kun je bijvoorbeeld een ander besturingssysteem onder je hoofdbesturingssysteem draaien. Ofwel: wil je Linux eens uitproberen onder Windows, dan is dat geen probleem. Andersom kan ook: Windows in een virtuele machine draaien onder Linux. Dat komt uitstekend van pas als je bijvoorbeeld overstapt van Linux naar Windows en je per se nog wat specifieke Windows-programma’s wilt blijven gebruiken. Of als je voor de zekerheid toch nog even een Windowsversie achter de hand wilt houden. Kan allemaal!

Benodigde software

Het aardige is dat een programma dat een virtuele machine nabootst je niets hoeft te kosten. Een bekende is bijvoorbeeld het open source VirtualBox. Net wat mooier en voor niet-commercieel gebruik eveneens kosteloos is VMWare Workstation Player. Groot voordeel van dit programma is dat het ook 3D videoversnelling ondersteunt, wat betekent dat je er zelfs games en andere 3D-software onder kunt gebruiken in je virtuele besturingssysteem. En mocht je toevallig een meer recente Synology NAS hebben staan, dan is de kans aanwezig dat deze ook virtuele machines kan nabouwen. Waar je dus ook weer iets als Windows of Linux op kunt installeren. Extra aardig is dat je het bureaublad van zo’n virtuele machine gewoon via je browser gebruikt. Waarbij geldt dat dit ideaal is voor bediening vanaf welke computer dan ook in je (thuis)netwerk of zelfs via internet. Het is wel wat trager dan een lokaal draaiende virtuele machine, ook al vanwege de net wat minder krachtige processor in de NAS. Maar: het werkt verbazingwekkend bruikbaar, weten we inmiddels!

Datacenter

Virtualisatie wordt ook gebruikt in datacenters. De computers daar zijn veelal krachtig genoeg om meerdere virtuele machines tegelijkertijd te draaien. Dat scheelt kosten qua aanschaf van hardware en natuurlijk ook fysieke ruimte. Sowieso worden virtuele machines op servers vaak vrij licht gebruikt in vergelijking tot een echte fysieke computer op het bureau. Mocht een klant het per se willen, dan kan hij of zij overigens best een volledige hardware-server huren. Maar dat kost flink meer geld dat een virtueel exemplaar, waarbij je de hardwarekosten immers kunt delen met andere gebruikers.

Snelheid

Als je een besturingssysteem lokaal maar virtueel op je eigen pc draait, scheelt dat eigenlijk nauwelijks nog in snelheid in vergelijking met een ‘echte’ computer. De meeste moderne processors hebben namelijk allerlei trucs aan boord om virtuele machines zo efficiënt mogelijk te draaien. Onder de streep ben je – enigszins afhankelijk van hoe je jouw virtuele machine configureert – maar een paar procent aan snelheid kwijt ten opzichte van een echte computer. Precies dat maakt het bijvoorbeeld erg interessant om een virtuele Windows-computer onder Linux te draaien. Je kunt dan al je generieke taken onder Linux doen. Denk aan het afhandelen van je mail via bijvoorbeeld Thunderbird, browsen via Chrome of Firefox en een brief opstellen met LibreOffice. Moet je om wat voor reden ook beslist Microsoft Office gebruiken, dan draai je dat in een virtueel Windows systeem.

Rap back-uppen

Extra voordeel van zo’n virtuele variant is dat het maken van een back-up heel simpel is: kwestie van de map met de bij de virtuele machine behorende bestanden zo af en toe eens naar een externe schijf of NAS kopiëren. Soms biedt een programma om virtuele machines mee te draaien de mogelijkheid om op gezette tijden snapshots te maken. Gaat er dan iets mis, dan zet je in een paar seconden een vorige versie van je virtuele computer terug. Op de NASsenvan diverse Synology-modellen werkt het op die manier. Ideaal! En daarmee is de vraag ‘Wat is virtualisatie?’ dan beantwoord: draai een softwarematig nagebootste computer op je computer!

Overstappen zonder stress

Onder de streep kunnen we stellen dat virtuele machines het overstappen van het ene naar het andere besturingssysteem nog makkelijker maken. Enerzijds om bijvoorbeeld onder Windows alvast eens kennis te maken met Linux. En anderzijds om als kersverse maar wellicht nog wat onzekere Linuxgebruiker onder Linux nog een Windowsversie achter de hand te hebben voor het geval dat. Vanzelfsprekend behoort uitwisselen van bestanden tussen je hoofdbesturingssysteem en de virtuele machine zonder meer tot de mogelijkheden. Veelal is dat slechts een kwestie van simpelweg heen-en-weer slepen. Kortom: geen angst voor overstappen meer, dat is allang niet zo definitief meer als vroeger! Iets om eens serieus over na te denken voor Windows 7-gebruikers.

Nu je ‘angst’ voor  het overstappen naar een ander besturingssysteem dan Windows wellicht wat is verminderd, is Linux wellicht geen slecht alternatief. Al was het maar omdat ’t gratis is en zich ook prima thuisvoelt op alweer wat oudere hardware. Die trouwens over het algemeen ook nog prima virtuele machines kan draaien, waarbij de bruikbaarheid wel afhankelijk is van de hoeveelheid RAM. 8 GB is dan wel zo’n beetje het minimum, meer mag altijd! Wil je meer weten over overstappen van Windows naar Linux, lees dan zeker het boek Overstappen naar Linux van Henk van de Kamer & Ronald Smit eens! Grote kans dat je je na het consumeren daarvan geen enkele zorg meer maakt over de overgang van Windows 7 naar Linux.