Foto hierboven: Chester (United Kingdom) – © James Farley/Dronestagram.
Dit is het eerste deel van hoofdstuk 3 uit het boek van de maand oktober Focus op Fotografie: Dronefotografie van Wiebe de Jager. Het behandelt de voorbereidingen op je eerste vlucht met je nieuwe drone. Leer vliegen met de drone, weet hoe de sticks op je controller werken en weet wat wel en niet mag. Deel twee uit dit hoofdstuk vind je HIER. Eerdere voorproefjes uit het boek vind je HIER en HIER. (H.F.)
Je hebt een drone gekocht, eventueel een losse camera en alle accessoires die je nodig hebt om het luchtruim te gaan verkennen. Maar ook al is de drone ready to fly, dat wil niet zeggen dat je zich als aanstaande dronepiloot helemaal niet hoeft voor te bereiden op je eerste vlucht. Hieronder vind je een aantal adviezen die je helpen om op een veilige en verantwoorde manier met een drone te leren vliegen.
Het is niet voor niets dat piloten een jarenlange studie moeten voltooien voordat ze met een toestel de lucht in mogen: het veilig omgaan met een luchtvaartuig vraagt nu eenmaal veel kennis van regels, techniek en weer. Dat geldt ook voor drones, hoe klein ze ook zijn. Een drone is een uiterst complex product waarin hoogwaardige computertechnologie is verwerkt. Dat vraagt om gedegen kennis van degene die het vaartuig bestuurt. Neem de handleiding goed door en neem deze als naslagwerk mee als je eropuit trekt. Het kan ook geen kwaad om je op de hoogte te stellen van de huidige regelgeving rond het hobbymatig gebruik van drones. De meest recente regelgeving vind je onder andere op dronewatch.nl en www.vliegjedroneveilig.nl.

Het goede nieuws is dat bijna iedereen kan vliegen met een multirotor, zeker de ready to fly drones. Dankzij het verticaal stijgen en landen, geavanceerde vluchtcomputers en GPS hoef je geen vliegervaring te hebben om een succesvolle eerste vlucht te maken. Toch kan het geen kwaad om je enigszins te verdiepen in de vliegeigenschappen en besturing van een drone. Ook is het aan te raden om kennis te nemen van de verschillende vliegmodi die je in de praktijk tegenkomt.
Vertrouwd raken met de controller
U bestuurt je drone op afstand met een controller, ook wel afstandsbediening, zender, remote control (RC) of Transmitter (Tx) genoemd. In de meest eenvoudige uitvoering beschikt deze over twee sticks. Met de linkerstick regel je de hoogte van de drone en de rotatie om de topas (gieren, of yaw in het Engels). Met de rechterstick kun je de drone voor- en achterwaarts of zijwaarts (links en rechts) bewegen. Deze stickconfiguratie wordt ook wel aangeduid met MODE 2 en komt het meest voor. Check voor de zekerheid in de handleiding van je drone of dit voor jouw model ook geldt.

Met name de bediening van de rechterstick is in het begin even wennen. Als de neus van de drone van je af wijst is er niets aan de hand en vertaalt een stickcommando naar rechts zich daadwerkelijk in een beweging naar rechts, vanuit het perspectief van de piloot. Maar als de neus van de drone jouw kant op wijst, en je stuurt voorwaarts, dan komt de drone dus naar je toe. Idem voor zijwaartse bewegingen: als de voorzijde van de drone naar je is toegekeerd dan betekent een stickcommando naar rechts dat de drone vanuit jou gezien naar links beweegt. Gevoelsmatig moet je de drone dus precies de verkeerde kant opsturen en dit is even wennen.
Stijgen en dalen is een stuk eenvoudiger, hier zul je je niet zo snel in vergissen. Met behulp van de linkerstick geeft je ‘gas’ zodra je de stick omhoog duwt. Bij een ready to fly drone kun je het gas gewoon loslaten als je wilt; de drone blijft dan automatisch op dezelfde hoogte vliegen.
Intelligent Orientation Control
Vooral als je tussen bomen en gebouwen manoeuvreert is het van groot belang om te weten hoe jouw drone reageert op stuurcommando’s. Zeker in panieksituaties, waarbij je reflexmatig reageert op een mogelijke botsing, is het wel zo handig dat je de drone de juiste kant opstuurt.
Een functie die aangeduid wordt met Intelligent Orientation Control (IOC) kan uitkomst bieden. Deze functie zorgt ervoor dat ‘naar voren’ met jouw stick er altijd toe leidt dat je drone van je af beweegt, ongeacht waar de neus van het toestel heen wijst. Evenzo is ‘rechts’ met de stick ook ‘rechts’ vanuit het gezichtspunt van de piloot. Hiervoor moet zowel de controller als de drone beschikken over GPS-plaatsbepaling, en over een boordcomputer die ondersteuning biedt voor IOC.

Toch is het aan te raden om geen gebruik te maken van IOC. Het vliegen zelf mag dan wel eenvoudiger zijn, het aanpassen van de compositie zodra je gaat fotograferen is juist lastiger. Je gaat dan immers af op hetgeen je op je FPV-display ziet, je kijkt dus vanuit het perspectief van de drone en dan is het wel zo handig dat rechts op de stick overeenkomt met een beweging naar rechts voor de camera.
TIP • GEBRUIKSAANWIJZING Download de gebruiksaanwijzing van je drone als pdf-bestand van de website van de fabrikant en zet deze op je smartphone of tablet. Zo heb je de gebruiksaanwijzing altijd bij de hand, ook als je er erop uit trekt of op reis gaat.
Meer lezen? Koop dan het boek bij de uitgever of je favoriete (online)boekhandelaar en lees het blog dat bij het boek hoort www.handboekdronefotografie.nl.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.