Ook in de architectuur heeft de dronefotografie – welhaast vanzelfsprekend – z’n intrede gedaan. Wat – letterlijk – tot nieuwe perspectieven leidt. In mijn boek Focus op Fotografie: Architectuurfotografie leg ik uit wat er zoal mogelijk is.
Is fotografie vanaf de grond of een ander gebouw niet hoog genoeg, dan moet je de lucht in. Dat kan met een vliegtuig of een helikopter. Voor grote projecten en infrastructuur werkt dat prima. Boven stedelijke gebieden mag je echter niet heel laag, waardoor het lastig is om een mooi perspectief op een kleiner gebouw te krijgen. Een drone is hier ideaal voor. Voor een overzichtsfoto van een gebouw is enkele tientallen meters hoogte vaak al meer dan genoeg, en zo laag mag je niet met een helikopter of vliegtuig. Een voordeel van drones boven het huren van een helikopter of vliegtuig is dat je er een gebouw gemakkelijk vanuit vrijwel iedere hoek mee kunt vastleggen en dat je drones perfect stil kunt laten hangen voor panoramafoto’s of om bijvoorbeeld opnamen te bracketen. Een nadeel is dat lichte en betaalbare drones gebruikmaken van een camera met een kleine sensor. De beeldkwaliteit is hierdoor minder dan je vanuit een vliegtuig of helikopter met een full-framecamera kunt krijgen. Drones met een full-framecamera kosten een veelvoud van een gemiddelde consumentendrone. Ook moeten ze aan strengere regels voldoen en moet je er extra voor gecertificeerd zijn.