Als je met kleurmanagement aan het werk wilt, ontkom je er niet aan om een beetje kleurtheorie tot je te nemen. Een beetje, want je hoeft niet af te studeren op kleurtheorie. Er zijn heel veel handelingen die de computer en kleurmanagement je uit handen kunnen nemen, maar het is noodzakelijk dat je weet wat een kleurmodel is, wat een kleurruimte is, wat kleurbereik of kleurtemperatuur is. Dit is deel een van een drietal blogposts over kleurtheorie en kleurmanagement. Het is afkomstig uit het boek Kleurmanagement, betrouwbare kleuren van invoer tot uitvoer. Het tweede deel dat de verschillende kleurruimten sRGB, AdobeRGB en ProPhoto RGB behandelt, vind je HIER, het derde deel over o.a. apparaatafhankelijke kleur vind je HIER.
Kleur… Wat is dat eigenlijk?
We kijken naar een voorwerp en we zien dat het voorwerp een bepaalde kleur heeft: een rode auto, een groene krop sla. Als het donker is, zien we geen kleur: om kleur te kunnen zien, is er dus licht nodig. Een voorwerp absorbeert een bepaald deel van het licht wat er op valt, en kaatst het niet geabsorbeerde licht terug. Wat we met onze ogen zien, is het teruggekaatste licht van die auto, van die krop sla. Er zijn dus drie onderdelen nodig om kleur te zien: licht, een voorwerp en onze ogen om dat teruggekaatste licht van dat voorwerp te kunnen waarnemen.
Licht bestaat uit allerlei soorten golven en van die verschillende soorten golven kunnen wij – de mens – slechts een beperkt spectrum zien. Infrarood licht kunnen wij met onze ogen niet zien, net als ultraviolet licht. Wat tussen die twee golflengten inzit is voor ons het zichtbare spectrum van het licht. Rood heeft een andere golflengte dan groen of violet. Wit licht bevat gelijke hoeveelheden van de verschillende golflengten uit het zichtbare spectrum. Lees verder Kleurmanagement? Eerst maar een beetje theorie!→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Kleur, drukken in kleur, printen in kleur, kleurmanagement, je kunt er flinke bomen over opzetten, over discussiëren en zelfs ruzie maken. Wat is de beste manier om je foto’s te reproduceren? Eigenlijk moet je dan eerst weten waarop je die foto’s wilt reproduceren.
Bij drukwerk hoef je eigenlijk niet te discussiëren: kleurmanagement in een workflow die uiteindelijk op een drukpers uitkomt is gestandaardiseerd. Je hebt de verschillende ISO-standaarden (ISO-12647 en dergelijke) om van je RGB-foto een CMYK-foto te maken en als jij je beeldscherm goed hebt afgeregeld en je drukker zich ook aan de ISO-standaarden houdt, dan is het resultaat van de foto in het drukwerk voorspelbaar. En dat is uiteindelijk de bedoeling van kleurmanagement. Als een drukker zich aan die standaarden houdt, dan krijg je op verschillende persen vergelijkbare resultaten, of je dat drukwerk nu in Frankrijk, Spanje of Nederland laat produceren.
Printer manages color
Voor het afdrukken van een foto op een fotoprinter ligt dat iets anders. De ene printer heeft 6 verschillende inktkleuren, de ander misschien wel acht, een ander misschien vier. Het kleurbereik van de ene printer – de hoeveelheid kleuren die een printer kan afdrukken – kan daardoor verschillen met dat van een andere printer. De moderne foto-printers kunnen veelal een enorm groot kleurbereik aan en je kunt er fantastische prints op maken. Lees verder Mooie afdrukken? Laat de printerdriver het maar opknappen!→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Steeds meer fotografen zien de toegevoegde waarde van een panorama, een HDR-beeld of een foto gemaakt met een speciaal filter. In het boek ‘Speciale fototechnieken’ neemt fotograaf Jeroen Jazet je mee langs een aantal speciale fototechnieken die hij in de dagelijkse praktijk gebruikt. Aan de orde komen: 360º panoramafotografie, Virtuele tours, Speciale filters, Light painting, Lensflare en HDR-fotografie.
De komende weken kun je een paar voorproefjes uit het boek lezen, waarbij de focus ligt op Speciale filters. Dit is het tweede deel over het gebruik van een polarisatiefilter. Deel 1 vind je HIER. (H.F.)
In het eerste deel zagen we het effect van een polarisatiefilter op een blauwe lucht, maar ook andere objecten met kleur zullen een hogere verzadiging bereiken op het moment dat u ze fotografeert door een polarisatiefilter. Ook hier komt dat weer omdat de reflecties in de atmosfeer voor het object worden weg gefilterd. De kleur van laten we zeggen een boomblaadje komt daardoor meer verzadigd door op de sensor.
Zonnebril
Sommige zonnebrillen, bijvoorbeeld van Polaroid, zijn eigenlijk twee polarisatiefilters met een montuur erom. Deze filters zijn dusdanig in een hoek gedraaid, zodat ze veel ongewenste reflecties wegnemen. Als u uw hoofd kantelt, worden weer andere reflecties weg gefilterd. Het resultaat is een meer verzadigd beeld met meer kleur.
Een polarisatiefilter met polariserend effect. Meestal staan deze brillen zo gedraaid, dat de reflectie optimaal is weg gefilterd.
Reflecterende oppervlakten polariseren
In tegenstelling tot luchten is de hoek ten opzichte van de zon bij reflecterende objecten niet belangrijk. Draai het filter tot u de reflectie in het object ziet verdwijnen. Het filter werkt vooral bij objecten die het licht deels reflecteren en deels absorberen. Een spiegel reflecteert alles, dus die reflectie kunt u moeilijk weg filteren. Een muur absorbeert alles, dus dat wordt ook moeilijk. Maar een wateroppervlak absorbeert deels (het licht verdwijnt onderwater) en reflecteert deels. Dan werkt een polarisatiefilter het best. Lees verder Speciale fototechnieken: werken met een polarisatiefilter (2)→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Je kunt nog zo hard Cortana, waar ben je nou? tegen je pc roepen tot je een ons weegt. Ze komt niet. Het spraakhulpje – je digitale assistente op je pc of mobiele telefoon, die je voor van alles om hulp kunt vragen – is er niet in Nederland en in het Nederlands, net als in heel veel andere landen. Juffrouw Cortana is wel beschikbaar in het Chinees, Engels, Frans, Italiaans, Duits en Spaans, maar niet in het Nederlands. Toch, als je dat wilt, kun je haar al wel gebruiken.
Is je Engels, Duits, Frans of Italiaans een beetje goed? Of je Chinees? Als je een van deze talen goed spreekt, dan kun je in die talen Cortana aanspreken. Je hoeft alleen wat taalinstellingen aan te passen en je kunt tegen haar praten, haar vragen stellen en opdrachten geven. Lees verder Cortana? Waar ben je nou?→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Voor het boek ‘Tips en Trucs voor de digitale spiegelreflexcamera’ interviewde ik vier verschillende fotografen, ieder met zijn eigen specialiteit. Dit interview – uit 2009 – is met Bas de Meijer, over zijn specialiteit straatfotografie.
Bas de Meijer – alias Rood Petje, vanwege zijn rode petje wat hij bijna altijd op heeft – fotografeert al vanaf zijn vroege jeugd. Hij is van oorsprong ingenieur, hij studeerde autotechniek op de HTS, maar ging later van zijn hobby zijn beroep maken. Naast zijn fotowerk schrijft hij over fotografie voor fototijdschriften als P/f en Digitales. Hij fotografeert graag op straat.
Hoe ben je begonnen?
‘Ik kwam erachter dat ik reportagewerk wel erg leuk vond, ik leverde wat foto’s voor een huis-aan-huiskrant, en zo is het gekomen. Ik ben bij een krant gaan werken en een tijdlang deed ik het erbij naast ander werk. Alles nog gewoon in de doka, in zwart-wit. Snel je filmpje ontwikkelen, snel in de doka afdrukken en ze dan naar de krant brengen, een mooie tijd. Later ben ik kleurennegatief gaan schieten, die ik dan scande en dan leverde ik zo digitaal. In 2003 ben ik digitaal gaan schieten, en stapte ik over van Nikon naar Canon. Sindsdien is het gegroeid en maak ik heel veel portretten, reportages en doe ik veel straatfotografie. Ik fotografeer ook voor Straatnieuws, de daklozenkrant in Utrecht, waar ik elke maand een foto lever. En ik ben ook gaan schrijven over fotografie voor Foto en later voor P/f en Digitales. Ik werk freelance: als fotograaf ben je bijna altijd freelancer, werken in loondienst is zeldzaam. Vroeger had je dat wel bij kranten, maar dat was vroeger…’ Lees verder Bas de Meijer: ‘Niet alles hoeft gestoken scherp. Als alles scherp is, is de foto gewoon saai’→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
In Lightroom 1 tot en met 5 was je aangewezen op Photoshop als je vanuit Lightroom een panorama wilde samenstellen. Daartoe koos je door rechtsklikken op een van de geselecteerde foto’s in het pop-up-menu de opdracht ‘Bewerken in’ en vervolgens de optie ‘Samenvoegen tot panorama in Photoshop’. Daarna ging Photoshop ermee aan het werk. Vanaf Lightroom CC/6 kun je binnen Lightroom zelf een panorama samenvoegen. De ‘oude’ methode via Photoshop bestaat overigens ook nog steeds.
Dit is deel twee over het maken van panorama’s. Deel 1, over het schieten van de foto’s voor een panorama, vind je HIER.
Het samenstellen van een panorama is heel eenvoudig. Je selecteert de foto’s die gezamenlijk het panorama moeten vormen. Vanuit het menu Foto kies je voor Panorama uit het onderdeel Foto samenvoegen.Je kunt ook rechtsklikken op een van de geselecteerde foto’s waarna je in het pop-up-menu bij Foto samenvoegen kiest voor Panorama.
Als er een reeks foto’s in de Bibliotheek zijn geselecteerd kun je met rechtsklik vanaf een van die foto’s het pop-up-menu oproepen en daar bij Foto’s samenvoegen kiezen voor Panorama.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Met je mobieltje schiet je, dankzij de software van dat mobieltje, heel eenvoudig en snel een panorama. Dat levert vaak leuke resultaten op, maar regelmatig ook teleurstelling over het uiteindelijke panorama. Overgangen tussen de verschillende foto’s zien er niet mooi uit of mensen zijn doormidden gehakt. Niet mooi. Met je spiegelreflex en een beetje nadenken kun je prachtige panorama’s schieten en Lightroom of Photoshop zetten die wel voor je in elkaar.
Het panorama schieten
Er wordt onnodig moeilijk gedaan over het schieten van panorama’s met een spiegelreflexcamera. Je zou bijvoorbeeld vanaf een statief moeten schieten, liefst met daarop ook nog een panoramakop. De scène moet zo gelijkmatig mogelijk verlicht zijn. Je zou niet moeten schieten bij snel veranderende weersomstandigheden en handmatig moeten belichten, in de M-stand dus. Als je dat soort adviezen leest, dan bedenk je je wel twee keer voordat je gaat beginnen aan het schieten van een panorama (of je grijpt toch maar weer naar je mobieltje). Zo ingewikkeld is het schieten van een panorama echter niet. Een paar adviezen:
• De camera moet op het zelfde punt, in de verte scherpgesteld blijven. Als je dat niet doet, dan krijgt de software waarmee je het panorama in elkaar steekt het moeilijk. Het is bovendien lelijk die verschillende scherptediepten. Je moet voorkomen dat de camera tijdens de serie foto’s opnieuw gaat scherpstellen. De meeste camera’s hebben een knop waarmee je de scherpstelling kunt vastzetten. Zoek in de handleiding op waar die knop zit. Stel scherp, druk die knop in en houd die ingedrukt als je de serie panoramafoto’s maakt. Lees verder Een panorama schieten met je spiegelreflex→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Elke lens heeft een diafragmaopening die bij een foto een betere scherpte en contrast geven dan bij andere diafragma-instellingen van deze lens. Deze plek heet in het Engels de Sweet Spot (Sweet Spot komt naar het schijnt uit de tenniswereld, waarbij de Sweet Spot van een tennisracket de plek is waarmee je de meest effectieve slagen kunt doen). Een Nederlandse term ken ik er niet voor, de zoete plek zullen we maar zeggen.
Een wijd open lens (bij het kleinste getal voor de diafragma) heeft vaak last van aberratie (kleurverschuiving) en een lens met het kleinste diafragma (het grootste diafragmagetal) heeft weer last van diffractie (verstrooiing van het licht op de randen van de diafragma), met als resultaat dat er enige mate onscherpte optreedt. Bij een goede lens hoeft dat niet perse dramatische gevolgen te hebben voor de scherpte en contrast – de lens is gewoon goed en over het geheel goed scherp, maar er zijn dus wel een aantal diafragma instellingen waarbij de lens op zijn best is en net even scherper met een beter contrast dan bij die andere instellingen: de Sweet Spot van de lens.
Het is handig om te weten wat die sweet spot van je lens is. Er zijn wel wat vuistregels voor te geven. Bijvoorbeeld twee stops kleiner dan wijd open zou een sweet spot kunnen zijn, f/8 is ook een veilige keuze. Wil je echt zeker weten wat de sweet spot(s) zijn van een specifieke lens, dan moet je een reeks foto’s maken met de verschillende diafragma-instellingen van die lens. Lees verder Fotografie: zoek de zoete plek van de lens→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
In dit tweede deel (zie HIER voor deel 1) gebruiken we Pixels als Picture Elements, de onderdelen waar de afbeelding uit is opgebouwd. Die onderdelen hoeven niet vierkant te zijn of dezelfde kleur te hebben, maar kunnen qua vorm en kleur variëren. We gaan de lettervorm opdelen in kleine rechthoeken, die we vervolgens kunnen manipuleren door middel van scripts.
We gebruiken dit keer niet de Afbeeldingen Overtrekken-optie, maar de optie Objectmozaïek maken…
• Maak net zoals in het eerste deel een Bitmap van je tekst door middel van het Rasteren effect.
• Kies voor Object > Vormgeving uitbreiden om er een afbeelding van te maken.
• Zet Slimme Hulplijnen (Cmd/Ctrl U) aan.
• Trek een rechthoek vanuit de linker bovenhoek over de afbeelding. Zorg ervoor dat hij precies even groot is. Geef hem geen vulling, maar wel een lijn, 0,5 pt is voldoende.
Ton Frederiks was meer dan 25 jaar het gezicht voor Adobe Benelux bij demo’s en seminars en met talloze tutorials en workshops. Hij liet met honderden demonstraties zien wat er nieuw was in onder andere Illustrator, Photoshop, After Effects, een groot deel van de applicaties uit wat nu Creative Cloud heet. Nu hij met pensioen is kan hij het niet laten om zich nog steeds met Adobe Illustrator bezig te houden.
Voor het boek ‘Tips en Trucs voor de digitale spiegelreflexcamera’ interviewde ik vier verschillende fotografen, ieder met zijn eigen specialiteit. Dit interview – uit 2009 – is met Hans de Kort, over zijn specialiteit portret- en modefotografie. In 2009 was hij erg bezig met het maken van foto’s met de iPhone, dit moment is hij bezig aan een project om zijn generatie fotografen van de jaren tachtig op de natte plaat vast te leggen. ‘Het is een machtig gebeuren om van begin te eind alles zelf in de hand te hebben; van het maken van chemicaliën tot aan het uiteindelijke vernissen van de platen.’ Het project is te volgen op Facebook.
Hans de Kort fotografeert al jaren mode en portretten voor tijdschriften als Elegance en Margriet en Flair. Liefst met bestaand licht, maar in zijn prachtige studio kan hij met kunstlicht ook alle kanten op. Naast het fotograferen met zijn Canon- en Hasselblad-camera’s fotografeert hij op dit moment heel veel met zijn iPhone.
Het op hun gemak stellen van modellen is erg belangrijk. Hoe ga je om met een model? Hoe stel je die op hun gemak?
‘Dat is toch een kwestie van je karakter, een kwestie van de persoon die dat doet. Het ligt er aan wat voor type je bent. Ik fotografeer vrij veel lezeressen en mode van de bladen als Margriet en portretten voor de Elegance, meestal personen die nooit voor de camera staan, en weet nog in het begin, dat ik dat ook totaal niet kon. Op een gegeven moment gaat het echter vanzelf. Je moet er ook niet teveel poeha van maken, je gaat wat geintjes met die modellen maken en dan is het ijs meestal meteen gebroken. Voor een deel heb je het, of heb je het niet. Als jij daar heel nerveus staat te doen, dan wordt je model vanzelf ook nerveus. Ook hier is het een kwestie van doen en veel doen.’
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Dankzij slimme mobieltjes en tablets is het wel heel simpel om allerlei fotografische kunstjes uit te halen. Maak bijvoorbeeld eens een fotobubbel en herbeleef je vakantie op een bijzondere ‘onderdompelende’ manier!
Gewone foto’s kennen we allemaal wel en ook aan prachtig brede panorama’s zijn we aardig gewend. Vrijwel elke zichzelf respecterende digitale compactcamera beschikt over een panorama-modus waarbij de afzonderlijke foto’s ‘onboard’ naadloos aan elkaar worden geplakt. Ook smartphones beheersen dit trucje, waarbij de ingebouwde gyroscoop zorgt voor een nog beter eindresultaat. Diezelfde gyroscoop – een hulpmiddel voor het bepalen van de positie in X, Y en Z-richting – maakt het ook mogelijk een zogeheten fotobubbel te maken. Dat gaat een flinke stap verder dan een panorama: in plaats van een ‘rondom-foto’ leg je hier echt alles vast. Dus ook de lucht en de grond, als je niet goed oppast staan zelfs je voeten op de foto!
Maken
Om een dergelijke bubbel te maken is een speciale foto-app nodig. We beginnen met iOS, hiervoor is al heel lang een prachtig edoch wellicht niet heel bekend exemplaar beschikbaar: 360. Na installeren van deze app heb je de beschikking over zowel een bijzondere fotocamera als een al even bijzondere viewer. Het maken van de fotobubbel is uiteindelijk verrassend eenvoudig. Zorg ten eerste dat je op een mooie plek staat waar ook echt van alles rondom je te zien is. Denk aan het centrum van een stad met veel hoge gebouwen, een open plek in het bos, het strand en ga zo maar door. Lees verder Fotobubbel: Spherevol fotograferen→
Ronald Smit kan dankzij een combinatie van een elektronica- en een journalistieke opleiding (afstudeerrichting radio en nieuwe media) technische zaken op een heldere en eenvoudige manier uitleggen. Zijn jarenlange schrijfervaring voor onder meer Computer Idee geeft u al snel de ‘aha-erlebnis’ waar u wellicht al zo lang naar op zoek was. En wordt het dan toch allemaal wat ingewikkeld, dan loodst hij de lezer snel en zeker langs eventuele barrières en valkuilen. De boeken van Ronald vind je hier.
In 1984, toen de Apple Macintosh werd geïntroduceerd kregen ontwerpers voor het eerst de mogelijkheid om zelf hun teksten en koppen te zetten.
De eerste schaalbare Adobe PostScript® fonts waren onderdeel van de Apple LaserWriter. Om ze te kunnen gebruiken moest je bitmap-versies van deze fonts installeren met de Font/DA Mover. Deze beeldschermfonts waren handmatig geoptimaliseerd voor een aantal corpsgroottes. Koos je een ander corps dan je geïnstalleerd had, dan waren lelijk vervormde bitmaps het resultaat. Afdrukken op een PostScript printer was de enige manier om te zien hoe je tekst gedrukt zou worden. Dat veranderde in 1989 toen ATM® (Adobe Type Manager) op de markt kwam en fonts in hun ware gedaante op elke grootte op het beeldscherm getoond konden worden. Dit artikel beschrijft hoe je dat retro-gevoel kunt oproepen in Adobe Illustrator en hoe je van elk lettertype een bitmap-font kunt maken.
Van Vector naar Bitmap
Het is erg gemakkelijk om een pixel-effect te geven aan fonts en vector-objecten.
Ik heb een RGB-document gemaakt, maar het werkt ook in een CMYK-document. Kies een font en type wat tekst (vette tekst geeft over het algemeen een beter resultaat).
Hier zie je Myriad Pro Bold 96 pt:
Ton Frederiks was meer dan 25 jaar het gezicht voor Adobe Benelux bij demo’s en seminars en met talloze tutorials en workshops. Hij liet met honderden demonstraties zien wat er nieuw was in onder andere Illustrator, Photoshop, After Effects, een groot deel van de applicaties uit wat nu Creative Cloud heet. Nu hij met pensioen is kan hij het niet laten om zich nog steeds met Adobe Illustrator bezig te houden.
Hoe het me heeft kunnen ontgaan tijdens het interviewen van Erwin Olij weet ik niet, maar pas bij het maken van de foto’s, de portretten van Erwin, staarde zijn blauw-geslagen oog me onverbiddelijk in de zoeker. Voor een portret dat bij het interview moesten komen en later ook nog ter promotie zou worden gebruikt, was het wel een érg blauw oog, zwart eigenlijk bijna. Dat kon zo niet.
Toen ik de foto’s in Lightroom bekeek staarde het oog me nog nadrukkelijker aan en ik schreef Erwin dat ik het in Photoshop een beetje zou proberen te verzachten. Erwin zat er niet mee: Tja dat blauwe oog, dat heb je als je aan karate/jiu jitsu/kickboxen en MMA doet. Ik ben gisteravond door mijn karatezoon keihard geraakt 😉.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Bij het maken van landschapsfoto’s is het vaak de bedoeling om de foto van voor tot aan de einder scherp te hebben. Alles moet scherp zijn, geen vage, onscherpe struiken vooraan, geen onscherpe bomen aan de horizon, nee: alles scherp. Kortom: je moet hierbij een betere en complete controle over de scherptediepte hebben.
Om die betere controle over de scherptediepte te hebben dien je je bewust te zijn van het begrip ‘hyperfocale afstand’. Kort door de bocht gezegd is die hyperfocale afstand het punt waarop je scherp moet stellen, om bij een bepaald gekozen diafragma voor en achter dat scherpstelpunt de grootst mogelijke scherpte te krijgen, veelal helemaal tot aan de horizon.
Maar waar bevindt dat hyperfocale punt zich dan wel precies? Laten we even uitgaan van de manier waarop bij een landschap meestal wordt scherpgesteld: op oneindig. Het hyperfocale punt ligt echter niet op oneindig, dat ligt ervoor. De eigenschap van het hyperfocale punt is dat de scherpte zowel voor als achter dat punt ligt, 1/3 van de scherptediepte bevindt zich voor het hyperfocale punt, 2/3 bevindt zich achter het hyperfocale punt of – afhankelijk van het gekozen diafragma – strekt zich uit tot oneindig. Als de scherptediepte voor het gekozen hyperfocale punt zich net tot aan oneindig uitstrekt, heb je de grootst mogelijke scherptediepte. Op oudere lenzen kun je zien hoe de scherptediepte bij een bepaalde brandpuntsafstand is verdeeld. Hier bij f11 van iets minder dan 2 meter tot aan oneindig.
Met oudere lenzen kon je handmatig de juiste instelling kiezen omdat er op de lens zelf werd aangegeven hoe groot de scherptediepte bij een bepaalde diafragma-instelling was. Je kon handmatig de scherpstelring verdraaien en dan het teken voor oneindig naar het gekozen diafragma draaien, aan de linkerkant van de scherptediepteschaal, en dan zag je vanzelf waar de scherptediepte begon. Bij moderne (zoom)lenzen staat die schaalverdeling er veelal niet meer op. Dus zul je zelf moeten bepalen waar dat prachtige hyperfocale punt zich bevindt. Lees verder Fotografie: Moet alles scherp? Gebruik de hyperfocale afstand!→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Of de nieuwe Photos-app van Apple wel of niet een mooie vervanger is voor Aperture, daar kom ik nog op terug. Een ding is zeker, de app heeft een heel irritante eigenschap. Telkens als ik een compactflash-kaartje of mijn camera aan mijn iMac hang om foto’s te gaan importeren in Lightroom, start de Photos-app automatisch op met een importscherm om de foto’s in Photos binnen te halen. Dat wil ik niet en ik was in de veronderstelling dat ik dat al eeuwen geleden had uitgezet.
Het bepalen wat er moet gebeuren als je een camera aan je Macintosh hangt kun je instellen met Image Capture. Na enig zoekwerk, kun je bij deze applicatie aangeven dat je niet wilt dat er een applicatie wordt geopend als je een kaartje met je foto’s in je Mac stopt. Nu, met de nieuwe Photos app, vindt Apple het blijkbaar nodig om die app te promoten en geheel tegen de instructies van Image Capture in – Open geen applicatie als er een camera of kaartje met foto’s aan de Mac wordt gehangen – toch maar steeds die Photos app te starten. Dat kost tijd en computerkracht en daar zit je bij het importeren van een kaartje met foto’s niet op te wachten.
Image Capture
Dus: terug naar Image Capture om het automatisch starten van Photos uitzetten. Dat gaat als volgt:
Start Image Capture en steek je kaartje in de kaartlezer of verbind je camera aan de Mac. Klik op het vakje met het pijltje linksonder in het dialoogvenster (1).
1. Start Image Capture en steek je kaartje in de kaartlezer of verbind je camera aan de Mac. Klik op het vakje met het pijltje linksonder in het dialoogvenster (1).
Er verschijnt een extra keuzemogelijkheid.
2. Er verschijnt een extra keuzemogelijkheid. Wat moet je Mac doen als die deze camera of dit kaartje tegenkomt? In het pop-up-menu bij Connecting this camera opens: kies je voor No Application. Sluit de applicatie. Lees verder Automatisch starten Photos-app op de Mac uitzetten→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Wat is er meer cliché dan een zonsondergang fotograferen? Een zonsopgang misschien? Niets is er echter meer bevredigend dan het fotograferen van zo’n zonsopkomst of zonsondergang. Cliché misschien, maar romantisch. Niet elke zonsopkomst of zonsondergang zal er echter spectaculair uitzien. De zon een klein bolletje in de lucht, wat oranje wordt en dan in de zee of achter de heuvels zakt… Er moet wel wat meer te zien zijn.
Er wordt wel eens gezegd dat Los Angeles van die mooie zonsondergangen heeft vanwege de smog. Dat is absoluut waar. De omstandigheden in de lucht spelen een grote rol bij het schieten van een romantisch plaatje, of het nu smog of stof in de lucht is. Wat wolken – waar het licht van de ondergaande zon zijn kleur aan gaat geven – stof in de lucht, van bijvoorbeeld smog – helpen om de lucht er spectaculair te laten uit zien als de zon zich richting de horizon begeeft. Een spectaculaire lucht… maar hoe belicht je die? Zonsopkomst boven het IJ-meer. Het is moeilijk voorspelbaar: soms is een zonsopkomst of zonsondergang saai, soms spectaculair. Deze was onverwacht spectaculair. Ik moest er wel vroeg voor op staan. Nikon D80 • ISO 100 • f/9 • 1/160 @ 85mm.
De belichting
De grootste moeilijkheid bij het fotograferen van een zonsondergang is de belichting. De meter van de camera wil een gelijkmatige belichting tussen voorgrond – bijvoorbeeld het strand – en achtergrond – de rode bal in de lucht, met als resultaat dat er eigenlijk niets goed is: de zon is overbelicht en de voorgrond is onderbelicht. De camera op de automatische belichtingsstand zal hier dus niet helpen, je zult zelf moeten ingrijpen. Om die ondergaande zon goed belicht te krijgen zal je moeten onderbelichten. Hoe je dat instelt verschilt per camera, je zult in ieder geval naar een handmatig stand toe moeten. Bij een camera in de P- S- of A-stand is er altijd een manier op de camera om onder of over te belichten met de belichtingscompensatie. Weet je niet hoe je die moet veranderen? Kijk in je handleiding! Silhouetten in de voorgrond versterken het totale beeld. Nikon D80 • ISO 100 • f/9 • 1/320 @ 85mm.
Compensatie
Begin met de compensatie op -1 te zetten. Als dat niet genoeg is probeer je -1.3 of -1.6 of nog meer. De truc is door meerdere opnamen met verschillende instellingen op de juiste belichting uit te komen. Doordat er wordt onderbelicht om het licht van de zon goed te krijgen, worden de onderwerpen op de voorgrond onderbelicht. Daar kun je gebruik van maken door die onderwerpen als zwarte silhouetten af te beelden. De foto krijgt er meer kracht door. Beknibbel niet op de hoeveelheid foto’s die je neemt: opslagruimte in de vorm van kaartjes voor je camera is goedkoop. Blijf doorgaan met fotograferen en speel met de belichtingen. Zoveel tijd heb je ook weer niet: een zonsondergang is in een half uurtje voorbij. Kijk voortdurend naar het resultaat op het lcd-scherm en let daarbij op het histogram: zorg dat het histogram niet helemaal tegen de rechterkant aanzit, want dan is de foto overbelicht en zit je met een uitgebeten lucht en zon en om die zon gaat het nu juist. Omdat het zonlicht steeds zwakker wordt, worden de belichtingstijden langer, zodat je ofwel de camera moet ondersteunen door hem op een muurtje zetten of op een statief om nog een scherpe foto te krijgen. Je kunt natuurlijk ook de ISO-waarde hoger zetten. Speel met de voorgrond, de zon hoeft niet per se scherp. Nikon D700 • ISO 800 • f/5.6 • 1/320 @ 135mm.
Tips
Wat laatste tips: zoom eens flink in op die zon! Bij een groothoek instelling heb je misschien een hele mooi lucht, maar is de zon een stipje… Inzoomen dus met een flinke zoomlens.
En blijf fotograferen ook als de zon al onder is, de kleuren blijven nog wel een tijdje mooi, en de zon schijnt nog steeds tegen de wolken aan…
Vergeet niet je belichtingscompensatie terug te zetten nadat je klaar bent, zodat je de volgende keer niet meteen begint met een onderbelichte foto! Abstractere beelden mogen ook. Bij dit voorbeeld werd niet rechtstreeks in de zon gefotografeerd, dus is er ook wat minder contrast, waardoor makkelijker te belichten. Nikon D700 • ISO 400 • f/11 • 1/160 @ 135mm.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Ben je een mooiweerfotograaf? Zo een die er alleen op uit gaat als het weer een beetje lekker is, de zon schijnt of wanneer het licht ‘zo mooi’ is? Gelijk heb je, wie wil er nu niet met mooi licht fotograferen?! Er is echter meer dan mooi weer of mooi licht. Er is lelijk weer en er is lelijk licht. Ook dat kan mooi zijn en de moeite waard zijn om vast te leggen.
Denk eens aan mooie natte glinsterende straten in de regen, regendruppels tegen een donkere achtergrond, een sneeuwjacht over kale velden, mist waar de zon doorheen tracht te breken of de dreigende luchten voorafgaand aan heftige onweersbuien… Dat zijn de sfeerbeelden die je kunt vastleggen als je er op uitgaat met slecht weer.
Er zijn wel een aantal zaken waarmee je rekening moet houden als de wolken zich samenpakken. Als het wat donkerder wordt zul je je ISO-waarde hoger moeten zetten, wilt je nog uit de hand kunnen fotograferen. Ook weer niet té hoog, want dan krijg je weer last van ruis, hoewel dat meer de moderne camera’s ook wel weer meevalt. Een ruis in een foto hoeft niet lelijk te zijn. Lees verder Fotografie: naar buiten in regen en wind→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Voor het boek ‘Tips en Trucs voor de digitale spiegelreflexcamera’ interviewde ik vier verschillende fotografen, ieder met zijn eigen specialiteit. Dit interview – uit 2009 – is met Hans Speekenbrink, over zijn specialiteit podiumfotografie en is een aanvulling over de blogpost over het fotograferen van concerten.
Hans Speekenbrink is inmiddels alweer een jaar of vijf bezig met theater- en muziekfotografie. Eigenlijk deed hij dat al vanaf zijn 16de jaar, toen hij naar optredens van Golden Earring en Dave Dee Dozy Beaky Mick and Tich ging en met eenvoudige camera’s hun optredens probeerde vast te leggen. De opkomst van de digitale fotografie vormde de aanzet tot het weer oppakken van zijn oorspronkelijke passie om daar met de huidige middelen nieuwe vorm aan te geven. Het meest actief is Speekenbrink met het registreren van live concerten en theatervoorstellingen, locatie theater en vrijwel alle andere podiumkunsten als beelden bij recensies op Jazzpodium.com en Cultuurpodium.nl. Het niet altijd optimale beschikbaar licht vormt daarbij een interessante uitdaging. Daarnaast voelt hij zich als een vis in het water tussen TV of filmcamera’s en weet hoe hij hoe hij in samenspraak met de opnameleider of regisseur de mooiste still’s weg kan snoepen, zonder de opnamen te verstoren. Fotografie bij de TV-opnamen van VPRO’s Vrije Geluiden zijn daarvan een voorbeeld.
Waarom fotografeer je theater en muziek?
‘Omdat ik van muziek houd en van fotografie en waarom zou je niet hetgeen gaan fotograferen wat je leuk vindt? Ik moet er niet aan denken om sport te fotograferen, dat zou ik een straf vinden. Ik heb een keer een tenniswedstrijd gefotografeerd, en toen heb ik me stierlijk lopen vervelen. Dat heb ik bij muziek nooit. Ik zie ook wel sportfotografen mooie beelden maken, maar ik vind sport niet leuk en muziek wel.’
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Bij een bezoek aan een popconcert in een zaal zie je allemaal mensen met opgeheven compactcamera’s en mobiele telefoons, die met een Flits! een foto nemen van een optreden van hun favoriete artiest of band. De resultaten van die geflitste foto’s zijn op zijn zachtst gezegd niet om over naar huis te schrijven. Dit soort foto’s hebben geen sfeer – want geflitst, waardoor er van het oorspronkelijke licht in de zaal niets meer over is – en bovendien zijn ze daarbij ook nog eens enorm irritant voor de optredende artiest, die maar de hele tijd in zijn gezicht wordt geflitst. Maar je hebt bijvoorbeeld een spiegelreflexcamera, de flits gaat niet automatisch omhoog als je gaat fotograferen. Je weet hoe je een artiest moet fotograferen. Of niet?
Het grote probleem én het grote voordeel bij het fotograferen van een concert is het licht. Die flitsers van die compactcamera’s gaan aan omdat er niet genoeg licht is om een foto zonder flits te maken. Daarnaast is het licht soms ook erg wisselend, rood, groen, geel of blauw licht en dan ook nog eens heel erg wisselend qua intensiteit. Dat ziet er op het toneel echter allemaal prachtig uit en zo wil je het ook op je foto’s vangen. Dat kan vrij eenvoudig. Lees verder Fotografie: het fotograferen van concerten→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Je wil een betere fotograaf worden, anders zou je dit boek niet lezen. Tips kunnen je daar bij helpen. Dan zal het bij die tips vaak over techniek gaan, maar eigenlijk zijn de beste tips, de tips die je creativiteit doen groeien, die er voor zorgen dat je beter gaat kijken, beter gaat zien. Techniek valt wel te leren. Je leest een keer over het hyperfocale punt, je oefent er wat mee en je kunt er daarna bijna onbewust mee werken. Als je eenmaal de fotografische technieken beheerst, is je camera gewoon een stuk gereedschap waarmee je een goede foto in elkaar kunt timmeren. Maar dan begint het eigenlijk pas.
Je kunt dan een technisch goede foto maken, een foto die scherp is van voor tot achter, die goed belicht is, enzovoort. Maar is die foto een mooie foto, een spannende foto? Zo’n foto waarbij iemand even blijft staan en zegt: wow! Dergelijke foto’s ga je maken als je niet meer hoeft na te denken over de techniek, als je ongestoord kunt kijken. Als je creatief kunt worden. Daar zou ik graag nog wat tips over geven. Het probleem is echter: wat zijn tips die je creativiteit stimuleren? Dat zijn misschien wat vage tips. Veel fotograferen, kijken naar wat anderen – fotografen die je goed vindt – maken en dat dan weer nadoen. Er zijn wel praktische dingen die je kunt doen om creatiever te worden. Je kunt je bijvoorbeeld vastbijten in een onderwerp. Lees verder Fotografie: zoek een onderwerp→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.