In mijn boek ‘Architectuurfotografie’ staan interviews met vooraanstaande architectuurfotografen. Zij leggen uit hoe zij hun prachtige foto’s maken. Hieronder kunt u mijn interview lezen met Wigo Worsseling over urbex-fotografie.
Wigo Worsseling (1967) is een van de bekendste Nederlandse urbex-fotografen. Hij combineert zijn zucht naar avontuur met de jacht op adembenemende foto’s van vergane glorie. Hij maakt uitsluitend vrij werk en het verdienmodel is dat die worden verkocht door galeries. Wigo heeft inmiddels drie boeken op zijn naam staan met prachtige foto’s.
Villa Poss, Italië.
De spanning van een verlaten gebouw
Hoe ben jij begonnen met urbex-fotografie? Wigo Worsseling: ‘Tijdens mijn opleiding aan de Fotovakschool in 2006 vroegen vrienden mij mee naar een vervallen gebouw. Ik kende de naam ‘urbex’ niet, maar was meteen gegrepen door de prachtige vergane glorie en het mooie verval. Wat mij erg aansprak waren de spanning die het betreden van een verlaten gebouw met zich meebrengt en de manier waarop je verbeelding aan het werk wordt gezet over de tijd waarin het nog functioneerde of bewoond was. Zo werd voor mij een richting in de fotografie geboren. Ik heb ook wel bruiloften gefotografeerd, maar daarbij lopen mensen de hele tijd af en aan door het beeld en zijn er te veel onzekerheden. Geef mij maar iets wat al decennialang stilstaat.’ Lees verder Een interview met Wigo Worsseling over Urbex-fotografie→
Om betere landschapsfoto’s te maken, moet een aantal zaken zeker aanwezig zijn in je fototas. We bespreken hier de basisuitrusting voor landschapsfotografie en waarom je deze apparatuur moet gebruiken.
Een groothoekobjectief is onontbeerlijk in de landschapsfotografie.
Het beste objectief voor landschappen
Landschapsfotografie is voor het grootste deel een groothoekverhaal. Je wilt die grote, brede, meeslepende vergezichten vastleggen en een groothoeklens is daarvoor uit- gevonden. Maar welke groothoeklens? Veel mensen denken dat 24 mm ongeveer de juiste brandpuntsafstand is en daarom kiezen veel landschapsfotografen voor een 24–70mm-lens. Maar ik denk dat er een betere keuze is. Als 24 mm de juiste keuze is, wat is 70 mm dan? Nou, buiten het maken van een panoramafoto zul je 70 mm niet of nauwelijks gebruiken. Je gaat ook geen 50 mm gebruiken. Daarom ben ik voor landschappen gek op een 16–35mm-lens. Je hebt dan je ideale brandpuntsafstand van 24 mm, plus 35 mm (wat nog steeds wijd is, zodat je een beetje kunt inzoomen), maar je hebt ook een ultrawijde 16 mm. Die is geweldig als je een beeldbepalend object op de voorgrond hebt. Je kunt dan een echt meeslepende foto maken en de objecten op de voorgrond meer dan levensgroot vastleggen. Hij is zo veel veelzijdiger en lichter en een stuk goedkoper, vooral als je de lens neemt die ik gebruik: de 16–35 mm f/4. Je fotografeert geen landschappen met f/2.8 (eerder f/11), dus bespaar op kosten, formaat en extra gewicht en kies de f/4.
Waarom je een groothoek moet gebruiken
Als je landschappen fotografeert, ben je bij thuiskomst waarschijnlijk meer dan eens teleurgesteld geweest dat het ongelooflijke uitzicht dat je persoonlijk zag niet in je foto’s tot uiting kwam. Het is echt moeilijk om een tweedimensionale foto te maken met de diepte en het gevoel dat je er middenin staat. Daarom raad ik een van de volgende twee dingen aan: (1) probeer niet alles vast te leggen. Dat klopt, gebruik een zoomlens en leg opzettelijk slechts een deel van de scène vast die het geheel suggereert. (2) Koop een extreme groothoeklens. Geen fisheyelens, maar een extreme groothoeklens (zoals een 12 mm). Als je alles probeert vast te leggen, is een extreme groothoeklens (ook wel ultragroothoeklens genoemd) vaak precies datgene wat er voor nodig is om die grootse foto te maken.
Met de camera op statief maak je een meer doordachte compositie en met een draadontspanner voorkom je trillingen.
Statief en draadontspanner
Landschappen fotografeer je vooral voor zonsopgang en rond zonsondergang. Het zijn allebei momenten waarop er niet veel licht is. Je sluiter gaat dus veel langer open dan normaal. Als je dit soort langere belichtingen vanuit de hand probeert te maken, krijg je een hoop wazige foto’s. Daarom fotograferen we bij landschapsfotografie over het algemeen altijd vanaf een statief. Om echt scherpe foto’s te kunnen maken moet onze camera helemaal stilstaan terwijl de sluiter is geopend. Dit is voor ons dus absoluut het moment voor een statief. Het is een soort must. En als je de moeite gaat nemen om een statief mee te sjouwen en op te zetten, ga dan niet met je vinger op de ontspanknop drukken. Wanneer je de ontspanknop indrukt, beweeg je de camera en dat leidt tot wazige foto’s. Daarom moet je waarschijnlijk een draadontspanner gebruiken (een kabel die op je camera wordt aangesloten, zodat je de sluiter kunt ontspannen zonder je camera echt aan te raken).
Maar als je camera een ingebouwde draadloze verbinding heeft (waarschijnlijk wel als je je camera de afgelopen jaren hebt gekocht), kun je de gratis app voor je camera downloaden (Sony, Fuji, Canon, Olympus en Nikon hebben allemaal gratis apps die je kunt downloaden) en vervolgens kun je je camera draadloos via de app activeren. Het maakt niet uit welke methode je gebruikt, zolang je er maar een gebruikt. Kortom een groothoeklens, een statief en een draadontspanner behoren tot de basisuitrusting voor landschapsfotografie.
Met diafragma F11 krijg je alles scherp in een landschapsfoto.
Welk diafragma?
Als je éé diafragma zou moeten kiezen voor het fotograferen van landschappen, zou dat een gemakkelijke keuze zijn: het zou zonder twijfel f/11 zijn. Het is een diafragma waarmee je in de gehele foto alles scherp kunt krijgen, van voor tot achter en op de meeste lenzen is f/11 over het algemeen een behoorlijk scherp diafragma. Bij f/11 krijg je dus veel scherpte- diepte en een scherp resultaat. Bij f/11 moet je vanaf een statief fotograferen omdat f/11 geen diafragma is van het soort ‘ik laat een hoop licht binnen’. Maar je camera zou toch al op een statief moeten staan, dus… wat let je.
Deze blogpost De basisuitrusting voor landschapsfotografie is afkomstig uit mijn boek ‘Het beste van Scott Kelby over digitale fotografie’. Dit boek staat boordevol met dit soort tips. Op elke pagina wordt één tip besproken waar je meteen mee aan de slag kunt om je fotografie te verbeteren. Bestel het boek hier. Een andere tip Zo maak je betere flitsfoto’s vind je HIER op dit blog. Nog een tip De zeven doodzonden van landschapsfotografie vind je HIER. Ik leg je HIER uit hoe je de mooiste zonsondergangen kunt fotograferen. En HIER vind je een blogpost over de beste objectieven voor portretfotografie.
Scott Kelby is de bestverkopende auteur ter wereld van boeken over fotografische technieken. Hij is tevens hoofdredacteur en uitgever van het tijdschrift Lightroom Magazine, producer van LightroomKillerTips.com, hoofdredacteur en uitgever van het tijdschrift Photoshop User en presentator van de invloedrijke wekelijkse live-talkshow over fotografie The Grid. Scott is ook algemeen directeur van KelbyOne.com en geeft over de hele wereld workshops over fotografie en Lightroom. Hij is bekroond auteur van meer dan 90 boeken, waaronder Photoshop voor Lightroom-gebruikers, de reeks Scott Kelby over digitale fotografie; Het grote flitserboek en Het Adobe Photoshop Lightroom Classic boek voor digitale fotografen. Al zijn boeken vind je HIER.
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Elke maand besteden we speciale aandacht aan een nieuw boek uit het fonds van Van Duuren Media. Het boek van de maand januari is Focus op Fotografie: Avond- en nachtfotografie van Jeroen Horlings en Kees Krick. Op het blog geven we wat voorproefjes uit het boek. Dit is het vierde deel uit hoofdstuk 5 over het maken van de juiste belichting van een avond- of nachtfoto. In dit voorproefje komt het bepalen van de optimale belichting aan de orde, langer of korter belichten, zodat je zelf precies kunt bepalen hoeveel scherptediepte of beweging je in een foto krijgt. Het eerste deel uit dit hoofdstuk over ‘belichting’ vind je HIER, het tweede deel HIER, het derde deel HIER. Een interview met de beide auteurs vind je HIER en HIER. (H.F.)
Dertig seconden en meer
De meeste spiegelreflexen en systeemcamera’s kunnen een foto belichten tot maximaal dertig seconden. Wilt u langer belichten, dan kan dit, maar moet u uitwijken naar een speciale camerastand, genaamd de B-stand (BULB). De werking van de B-stand is vrijwel gelijk aan de M-stand. Met als verschil dat u geen sluitertijd instelt. Hoe bepaalt u dan de belichtingstijd? Nou, in deze stand wordt een foto gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Desnoods minutenlang. Natuurlijk doet u dat niet letterlijk, maar gebruikt u hier een afstandsbediening voor. We willen immers niet dat de camera trilt doordat we al die tijd de ontspanknop ingedrukt houden. Een afstandsbediening die zelf het aantal seconden aftelt is een pre, want dan hoeft u geen stopwatch te gebruiken om te bepalen of de gewenste belichtingstijd bereikt is. Lees verder Avond- en nachtfotografie: de optimale belichting bepalen→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Elke maand besteden we speciale aandacht aan een nieuw boek uit het fonds van Van Duuren Media. Het boek van de maand januari is Focus op Fotografie: Avond- en nachtfotografie van Jeroen Horlings en Kees Krick. Op het blog geven we wat voorproefjes uit het boek. Dit is het derde deel uit hoofdstuk 5 over het maken van de juiste belichting van een avond- of nachtfoto. In dit voorproefje komen onder andere het belichten van een foto tijdens en na het blauwe uur aan de orde, of je voor de juiste belichting twee foto’s kunt samenvoegen of een filter moet gebruiken en hoe je werkt met behulp van het histogram. Het eerste deel uit dit hoofdstuk over ‘belichting’ vind je HIER, het tweede deel HIER. Het interview met de beide auteurs vind je HIER en HIER. (H.F.)
Belichten tijdens het blauwe uur
Tijdens het blauwe uur is het nog aardig licht, maar dat verandert in deze periode snel. Daarom is het opletten geblazen met de belichting. Vooral in pak hem beet de eerste helft van het blauwe uur, want dan is de lucht erg fel in verhouding tot het landschap eronder. Maken we een foto met een goed belicht landschap, dan raakt de blauwe lucht vrijwel zeker overbelicht. Om beide mooi op de foto te zetten, is het nodig om het contrast tussen de twee te verminderen. De lucht moet dus minder fel gemaakt worden. Dat kan op twee manieren: door twee foto’s te maken en die met software samen te voegen, of door tijdens de opname een speciaal filter te gebruiken. In de loop van de tweede helft van het blauwe uur neemt de intensiteit van de lucht snel af. Nu kunnen de lucht en het landschap wel beide zonder extra hulp samen op de foto gezet worden. Aan het eind van het blauwe uur wordt het echt donker. Opnieuw is er een groot contrastverschil, maar nu is dat geen probleem. De lucht mag in de meeste gevallen namelijk gerust donker op de foto komen. Lees verder Belichting: tijdens en na het blauwe uur, automatisch én handmatig→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.
Elke maand besteden we speciale aandacht aan een nieuw boek uit het fonds van Van Duuren Media. Het boek van de maand januari is Focus op Fotografie: Avond- en nachtfotografie van Jeroen Horlings en Kees Krick. Op het blog geven we wat voorproefjes uit het boek. Dit is het tweede deel uit hoofdstuk 5 over het maken van de juiste belichting van een foto. In dit voorproefje uit het boek worden de ‘stoppen’ van de belichting behandeld, of je uit de hand of van een statief moet fotograferen en leer je alles over diafragma en scherptediepte en sluitertijd en beweging. Het eerste deel uit dit hoofdstuk over ‘belichting’ vind je HIER, het derde deel vind je HIER. Het interview met de beide auteurs vind je HIER en HIER. (H.F.)
Stops
Diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid bepalen samen als een drie-eenheid de belichting van de foto. Elke van de drie lichtregelaars is in vaste stappen aan te passen. Zo’n stap wordt een stop genoemd. Elk stapje in de ene richting is steeds een verdubbeling van de hoeveelheid licht. Kiest u een stap in de andere richting, dan halveert de hoeveelheid licht. Gaat u in de tabel van het diafragma een stap naar rechts en in de tabel van de sluitertijd een stap naar links, dan komt u op exact dezelfde hoeveelheid licht uit. De ene verdubbelt namelijk, terwijl de tweede tegelijkertijd halveert. Vandaar dat u vele combinaties van diafragma, sluitertijd en ISO-waarde kunt kiezen, terwijl ze allemaal exact dezelfde hoeveelheid licht opleveren. Bij de ene staat het diafragma wat verder open, bij een andere is de sluitertijd iets langer of is de ISO-waarde hoger. U (of de camera) mag bepalen hoe u de drie lichtregelaars instelt. In de camera zit dus een soort supermengkraan. Lees verder Belichting: stops, diafragma, scherptediepte en beweging→
Hans Frederiks is journalist en fotograaf en hoofdredacteur van blog.computercreatief.nl. Hij schrijft over ontwikkelingen op het gebied van computers, van vormgeving op het web en print, en fotografeert al zijn hele leven lang. Zijn specialisaties zijn panorama’s, landschappen en podiumfotografie. Zijn blog vind je HIER, zijn boeken vind je HIER.