De software van Adobe staat niet altijd als hyper-stabiel bekend. Na de afgelopen updateronde is het tijd voor het oplossen van Creative Cloud-problemen.
Het zijn met name de vele achtergrondprocessen betreffende licenties en Creative Cloud die regelmatig voor problemen zorgen bij Adobe. Afgelopen week werd Photoshop van een update voorzien. Sindsdien merkte ik dat de Macbook hier het wat ‘drukker’ had. Maar waarmee eigenlijk? Toch maar eens Activiteitenweergave geopend, wat de Windows-equivalent van Taakbeheer is. Daar sprongen direct twee processen in het oog: Adobe CEF Helper (Renderer) en Adobe CEF Helper (GPU). Normaliter draaien die alleen tijdens het gebruik van Photoshop (en mogelijk ook Lightroom), nu continu. Dát is niet de bedoeling. Want hoewel het maar om een paar procent CPU-capaciteit gaat (met wat uitschieters af en toe), vreet dit energie. En dus draait je MacBook minder lang op een batterijlading en wordt ie warmer. Na eens op het hoofd gekrabd te hebben, bedacht ik me dat ik hier wel eens eerder last van gehad heb in een grijs verleden. De boosdoener? Het omnipotente Creative Cloud! Lees verder Oplossen van Creative Cloud-problemen→
Als fotograaf kun je tegenwoordig wel degelijk geld verdienen. Maurice Jager bewijst dat met zijn goedlopend bedrijf als fotograaf. Hij ziet het als zijn missie om het perspectief van fotografen op hun mogelijkheden te veranderen. Daarom schreef hij het boek Personal Branding voor fotografen, waarin hij zijn vakgenoten stapsgewijs meeneemt om hun persoon en werk onder de aandacht te brengen zodat hun foto’s door meer mensen worden gezien en door meer klanten wordt afgenomen.
Beluister hier de podcast met Maurice Jager over zijn boek Personal branding voor fotografen.
Voor wie is het boek bedoeld?
Voor fotografen die vinden dat hun werk wat meer aandacht verdient. Fotografen die binnen hun doelgroep meer klanten willen aanspreken, door verhalen over zichzelf en hun beeld te vertellen om de mensen aan te spreken die zij willen bereiken. Lees verder Personal branding voor fotografen→
Zwart-wit fotografie is een aparte tak van sport. Moderne digitale camera’s schieten in kleur. Kortom: hoe maak je een overtuigende zwart-wit foto van je kleurenplaatje?
Gebruikers van iOS en iPadOS zitten wat hoogwaardige creatieve apps van oudsher goed. Ook wat de omzetting van kleur naar zwart-wit zitten ze goed. Deze keer focussen we ons op de app Simply B&W. Want inderdaad: simpelweg een kleurenfoto naar grijstinten omzetten via een fotobewerker gaat ‘m – meestal – niet worden. Het zwart-witte resultaat oogt dan mat, oninteressant en diepte ontbreekt vaak. Logisch, want ‘vroeger’ zetten zwart-wit- fotografen een scala aan technieken in om hun foto’s eruit te laten springen. Kleurenfilters waren een belangrijk hulpmiddel, Ilford zet hier de kleuren en hun effecten netjes op een rijtje. Onthoud vooral dat blauwe filter even, daar gaan we straks mee aan de slag! Lees verder Zwart-wit foto van je kleurenfoto→
Camera’s zijn steeds meer computers geworden. Ze kunnen steeds meer. De standaard dingen als diafragma, sluitertijd of ISO, daarvan weten meeste gebruikers wel hoe je die moet instellen. Maar hoe stel je die AUTO ISO in? Hoe gebruik je de verschillende scherpstelmogelijkheden? Natuurlijk heb je bij je camera een handleiding gekregen. Daar staat alles in wat de mogelijkheden van de camera zijn, er staat niet in hoe je mooie foto’s kunt maken. In de boeken van Van Duuren Media over Canon-, Nikon- en Fujifilm-camera’s leer je niet alleen over alle knopjes en mogelijkheden van je camera, je leert er ook mee fotograferen. En die boeken over Canon-, Nikon en Fujifilm-camera’s zijn ook nog eens in de aanbieding. Tijd om je camera beter te leren kennen!
Oktober vorige jaar schreef ik een blogpost met de titel Camerahandleidingen zijn waardeloos. Misschien een ietwat gegechargeerde titel… Als je wilt, kun je alles over je camera te weten komen uit de handleiding. Maar dan weet je waar alles zit, je weet nog niet hoe je die kennis moet gebruiken. Daarom zijn er boeken van fotografen die met die camera’s hebben gewerkt en hebben uitgezocht wat de meest handige instellingen zijn. Hun kennis wordt jouw kennis. Lees verder Tijd om je camera beter te leren kennen→
Thuiswerken is voor veel Nederlanders een totaal nieuwe ervaring die nogal wat stress en onzekerheden met zich meebrengt. Toch is het helemaal niet verkeerd om gewoon vanuit huis te werken!
Toegegeven: ik heb makkelijk praten vanuit mijn functie. Ik werk immers mijn hele werkzame leven al vanuit huis of vanaf locatie. Het is dus soms best grappig om de angst van velen voor het thuiswerken te zien. Toch zal deze tak van sport – ook na Corona aka COVID-19 – alleen maar populairder worden. Kijk maar eens naar de nu al zichtbare voordelen: heel rustig op de weg, geen overvol gepropt OV en een heel stuk lagere luchtverontreiniging. Grote kans dat deze ervaring – die mogelijk weken of zelfs maanden gaat duren – voor een hoop mensen een ‘aha-erlebnis’ zal zijn. Hoe dan ook, blijft de vraag over hoe je dat doet, thuiswerken. Lees verder Thuiswerken, hoe doe je dat…?→
Corona – of beter: COVID-19 – slaat hard toe. De Corona Crisis is een feit. Niet alleen veroorzaakt door het virus zelf, maar ook door de maatregelen eromheen die naar verwachting de economie nog tijden gaan ontwrichten. Tijd dus voor bezinning: houd je hardware aan de praat in tijden dat je er nagenoeg alleen voorstaat.
Er zijn natuurlijk duizend-en-één-tips te verzinnen om je hardware in huis aan de praat te houden. Vooral als je systemen alweer een dagje ouder worden, is het zaak wat extra oplettend te zijn. Met een oude auto ga je ook geen verre ritten op de Autobahn maken, met de teller op 150 of meer. Bedenk daarbij ook dat er de komende tijd – waarbij een tijdspanne moeilijk te voorspellen is. weinig zekerheden op het vlak van beschikbaarheid en prijzen van hardware zullen zijn. Tekorten zullen wegens teruglopende productie in Azië snel oplopen, en prijzen dientengevolge ook. Hoe ernstig dat wordt, is afhankelijk van hoe de Corona-crisis zich verder gaat ontwikkelen (en dan vooral op politiek en economisch vlak). Komen we woensdag uitgebreid op terug! Mogelijk liggen de tijden van ultragoedkope computers voorlopig een tijdje achter ons. Kortom: besteed wat extra zorg aan de apparatuur die al in huis staat. Lees verder Corona Crisis: houd je hardware aan de praat→
De eind vorige week gearriveerde USB-C-kabels van Amazon zijn gisteren voor ‘t eerst gebruikt. En ze werken uitstekend! Laat al die dure kabels met dikke beloften dus lekker links liggen…
Gisteren voor het eerst de iPad Pro 11 eens via een van de nieuwe Amazon USB A naar USB-C-kabels aan de Windows-pc gekoppeld (collega Hans Frederiks kocht ook nieuwe kabels maar merkte eigenlijk weinig verschil met de oude kabels). Bij mij ging het gelukkig meteen goed: iTunes draagt z’n gegevens sneller over. Maar de snelheidswinst valt – met dat programma – tegen. Het komt omdat er op de achtergrond onder meer encryptie en – ongetwijfeld – ook compressie plaatsvindt. Voor- en na de gegevensoverdracht gebeurt er ook nog van alles op de harddisk in de pc, dus verwacht geen extreme wonderen. Wel zul je zien dat overhevelen van films en dergelijke een stuk sneller zal gaan.
Kun jij nog wijs uit de USB-C- kabelchaos? Op mijn bureau ligt een stel USB-C-kabels. Zijn het kabels om te laden? Zijn het snelle of langzame kabels? Welke versie is het: 2.0, 3.0, 3.1? En als het versie 3.1 is het dan generatie 1 of 2? Eerlijk gezegd: meestal heb ik geen idee. Naar aanleiding van het stuk Kies de juiste USB-C-kabel van Ronald Smit keek ik weer eens bewust naar de kabels waarmee de harde schijven met de iMac verbonden waren en de kabels waarmee ik mijn telefoon en tablets oplaad. Wat een chaos! Op bijna geen kabel is te zien wat voor soort het is. Hoe los je deze chaos op?
Wat voor soort kabel is het?
Een USB-C-kabel met een labetje van de fabrikant: Versie 3.1. Gen 2, 3A.
Soms heb je mazzel als een fabrikant een labeltje aan een kabel heeft gestopt: dit is een USB3.1 Gen 2-kabel. Ah, duidelijkheid! Dit is de meeste recente standaard en je kunt met deze kabel tot aan 10GB/sec rondpompen. Als het een Gen 1-kabel was geweest, was die snelheid maximaal 5GB/sec. Het grootste deel van de kabels die ik heb, hebben geen aanduiding of het Gen 1 of 2 is, of het 3.0, 2.0 of 3.1 is. Als je eenmaal kabelspaghetti hebt gemaakt van die kabels weet je op een gegeven moment echt niet meer welke kabel je kreeg bij je telefoon, bij die harde schijf of bij een tablet. Lees verder Wijs uit de USB-C-kabelchaos→
Toen Apple HEIF introduceerde in 2017, waren de reacties gemengd. Wéér een nieuw bestandsformaat? Inmiddels is duidelijk dat het HEIF-bestandsformaat de toekomst heeft.
HEIF staat voor High Efficiency Image File Format en is door de Moving Pictures Expert Group (MPEG) op de markt gebracht als dé opvolger van het inmiddels bejaarde jpg. Er zijn twee dingen aan het bestandsformaat die direct opvallen: de beeldkwaliteit en de (bescheiden) bestandsgrootte. De detaillering van een HEIF-afbeelding is beduidend beter dan die van jpg, de ‘blokkerige’ storingen van jpg kom je niet tegen. Verder geldt dat de uiteindelijke bestandsgrootte significant minder is dan een jpg van dezelfde afmetingen en min of meer vergelijkbare compressiewaarden. Last but not least ondersteunt HEIF meer resolutie qua kleur: 16 bits versus de 8 die jpg te bieden heeft. Al met al een uitstekende kandidaat voor opslag van foto’s in hoge kwaliteit, die bovendien ook nog eens meer foto’s op eenzelfde grootte geheugenkaart mogelijk maakt. Niet heel vreemd dus dat HEIF in vrij korte tijd behoorlijk populair is geworden. Het HEIF bestandsformaat stamt uit 2015, Apple introduceerde het in iOS11.
Waarom ik heb gekozen voor een Surface Laptop 3 en niet voor een Macbook Pro…
TLDR; Ik had graag een nieuwe MacBook willen kopen. Maar Apple heeft de slag om de developer verloren, zowel qua hardware als qua software. Redenen hiervoor zijn de verplichte – maar totaal overbodige – Touch Bar, beperkte configuratiemogelijkheden, toetsenbordkwaliteit, Apple ecosysteem lock-in, geen magnetische stroomvoorziening, de afwezigheid van een touchscreen en de mogelijkheid om (makkelijk) een Linux distributie te installeren. Om over de prijs van het geheel nog maar te zwijgen. Ik heb daarom gekozen voor een Surface Laptop 3, die voor minder dan 70% van de prijs, een betere uitrusting en performance biedt.
Apple sinds 1998
Ik gebruik Apple-hardware sinds 1998. Mijn eerste Apple-product was de originele iMac uit dat jaar. Sinds 2008 werk ik onderweg met een 15-inch MacBook Pro laptop. Mijn huidige MacBook uit 2013 is verreweg de fijnste laptop waarmee ik in 25 jaar gewerkt heb. Ook naar huidige maatstaven is hij nog snel met zijn i7-processor, heeft hij een degelijke SSD-vaste schijf van 256 GB en vrijwel alle I/O-poorten die je als trainer en programmeur onderweg nodig hebt: HDMI, USB, en dongles voor netwerk en VGA.
Door merkentrouw te zijn, is de kans op indirecte voordeeltjes groot. In de vorm van compatibele accessoires, bijvoorbeeld. Kortom: blijf spullen langer gebruiken!
Merkentrouw blijven loont onder de streep. Natuurlijk is dat deels een foefje van fabrikanten om je bij hen onder de paraplu te houden. Maar als een merk je bevalt, hoeft dat geen enkel probleem te zijn natuurlijk. Neem nou het voorbeeld van spiegelreflexcamera’s. Als je altijd toestellen van – wederom bijvoorbeeld – Nikon hebt gekocht, en je koopt wederom een toestel van dit merk dan zit je helemaal goed. Want alle lenzen van Nikon zijn gewoon bruikbaar op de nieuwe spiegelreflex (of systeemcamera). Vaak zijn niet eens verloopringen of iets dergelijks nodig. Decennia oude lenzen schroef je met hetzelfde gemak op de camera als een hypermodern exemplaar. Wel geldt dat bij de echt oude lenzen zaken als autofocus en cameragestuurde diafragma-instellingen ontbreken. Maar dat is voor de ware liefhebber natuurlijk geen probleem! Bovendien is duidelijk te zien wanneer je de meest optimale instellingen hebt gekozen. En ach: zo komt die M-stand ook nog eens van pas! Lees verder Blijf spullen langer gebruiken, merkentrouw loont→
Als er iemand is die je een autoriteit op het gebied van Lightroom en Photoshop kunt noemen dan is dat wel Scott Kelby. Kelby schrijft al die prachtige boeken over Lightroom en Photoshop. Hij geeft seminars over Lightroom. Hij heeft er een blog over én hij heeft Lightroom Magazine, een tijdschrift over Lightroom. Op dat blog publiceerde hij het redactioneel van het maartnummer van Lightroom Magazine. Het behandelde Lightroom Classic, Lightroom (de cloud-versie) en de angst dat Adobe op een gegeven moment met Lightroom Classic zou stoppen.En misschien is het tijd voor een verandering van de naam van Lightroom Classic. Omdat ik het wel een interessant verhaal vond, citeer ik er in deze blogpost wat stukken uit.
Een ondergeschoven kindje
Als het over Lightroom en Photoshop (en fotografie natuurlijk) gaat, dan is Scott Kelby best wel een autoriteit. Hij is – denk ik – voor Adobe ook belangrijk omdat hij wereldwijd het evangelie van deze applicaties verkondigt. En ook – denk ik – dat hij regelmatig contact heeft met mensen van Adobe over die applicaties. Hij heeft misschien wel een beetje invloed. Of dat werkelijk zo is weet ik natuurlijk niet zeker; het zou zomaar kunnen. En misschien – heel misschien – heeft zijn redactioneel een beetje invloed op de productmanagers van deze applicaties. Zijn redactioneel – naar aanleiding van de nieuwe versies van Lightroom – gaat over de angst van gebruikers dat Lightroom Classic het ondergeschoven kindje is van Lightroom in de cloud. Lees verder Scott Kelby en de naam van Lightrooom Classic→
De Brave-browser blijkt het braafste jongetje uit de klas te zijn wat privacy betreft. En het vernieuwde Edge – niet geheel onverwacht – de grootste stiekemerd qua ongevraagd datadelen.
Elke browser zendt diverse gegevens terug naar de makers ervan. Deels is dat noodzakelijk om bepaalde functies te kunnen laten werken, deels zijn het diagnostische gegevens. Deze laatste categorie is echter helaas nogal ruim van begrip. In principe zijn die diagnostische gegevens bedoeld ter verbetering van een product, ze worden bijvoorbeeld doorgestuurd na een crash van je browser. Of wanneer er intern iets anders ‘geks’ wordt gedetecteerd. Probleem is alleen dat veel browserbakkers ook allerlei privacy-gevoelige gegevens onder de noemer diagnostiek laten vallen. Denk aan het doorsluizen van bezochte websites, zoekopdrachten, klikken op links en meer. Dat is duidelijk een slechte zaak. Veel browsers bieden de optie om deze telemetrie uit te schakelen (maar het staat na installatie wel standaard aan…), de nieuwe op Chrome gebaseerde Edge-browser van Microsoft echter niet. Helaas is dat ook meteen de meest agressieve doorsluizer van privacygevoelige gegevens. De Brave-browser is de beste keuze wat privacy betreft. Dat blijkt uit een uitgebreid onderzoek (pdf’je alhier, of lees het bericht van ZDNET). Lees verder Brave-browser het meest privacy-vriendelijk→
Wat zit er in mijn netwerk? Op die vraag weet de app Fing (Android en iOS) het gedetailleerde antwoord. Speur ongewenste apparaten op, of achterhaal het adres van de webinterface van je nieuwe slimme lamp!
Op zolder staat een printer. In de hobbykamer ook nog eentje. En ach ja: op de kamer van dochter- of zoonlief ook nog eentje. Allemaal verbonden met het thuisnetwerk. En verder zijn er nog die slimme lampen, de ijskast, de tv, de… Ehm, ja, wat nog meer eigenlijk? Als je snel en precies wilt zien wat er zoal aan netwerkapparatuur in huis gebruikt wordt is er de app Fing (voor iOS en Android). Deze app doorzoekt je netwerk en maakt een lijst van alle aan het netwerk gekoppelde (en ingeschakelde…) apparatuur. Handig is daarbij dat het IP-adres getoond wordt, zodat je desgewenst snel verbinding met de bijvoorbeeld de webinterface van een apparaat kunt maken. Ook toont Fing de door het apparaat ondersteunde communicatieprotocollen. Kortom: het ultieme antwoord op de vraag ‘Wat zit er in mijn netwerk?’! Lees verder Wat zit er in mijn netwerk? Fing weet het!→
Het is erg oppassen geblazen met de aanschaf van USB-C kabels om ellende te voorkomen. Kies de juiste USB-C kabel! Wat nog niet zo makkelijk is, helaas…
Een USB-C kabel, hoe moeilijk kan het zijn om het juiste exemplaar te vinden? Kies er eentje met een C-connector aan beide kanten, of een traditionele met een platte USB-A plug aan de ene en een USB-C plug aan de andere en gáán. Niet dus. En dat heeft alles te maken met de complexe standaard die USB-C blijkt te zijn, een verborgen chip ín de kabel en de bedrading die het verschil maakt tussen strooptrage 480 Mbps USB 2-snelheid of de gewenste 5 of 10 Gbps die je verwacht van USB 3 én C. Lang geleden schreven we al eens over de ellende rondom USB C kabels, in de verwachting dat het kinderziekten zouden zijn. De chaos is echter mede dankzij snellaadmogelijkheden van apparaten, beknibbelende fabrikanten die het zo nauw niet nemen met de specificaties (of gewoon een draadje willen besparen) onoverzichtelijker dan ooit. En je loopt zelfs het risico – nog altijd – om de USB-chip op het moederbord van je pc of laptop kapot te maken bij gebruik van de verkeerde kabel. Kortom: kies de juiste USB-C kabel om problemen te voorkomen. Lees verder Kies de juiste USB-C kabel→
En ineens was het daar. Na inloggen verscheen een schermvullend venster met daarin allerlei voordelen van diverse Microsoftdiensten uitgelegd. En of ik maar even het een en ander wilde gaan gebruiken. Wég met die Windows advertenties, graag!
Een dergelijk schermvullend beeld direct na het inloggen wekt vanzelfsprekend irritatie op. Zéker als je bedenkt dat het hier om een verkapte push richting een Microsoft-account gaat. Of beter: het aloude (nu verkapte) gedram om bij Windows in te loggen met je Microsoft-account. Dat is om duizend-en-één (privacy)redenen geen goed idee. Althans, niet voor jou als eindgebruiker maar wel voor Microsoft. Het bedrijf kan daardoor immers nauwgezet in de gaten houden wat je zoal uitspookt met je systeem, welke software je gebruikt en hoe lang, welke websites je bezoekt en ga zo maar door. Zie je dit venster ook eens verschijnen, klik dan nergens op, behalve direct op de link Overslaan links onderin beeld! Gelukkig blijkt dit soort reclame – want dat is het natuurlijk – wel uitschakelbaar. Maar de opties zitten her en der verstopt. Deze had ik zelf overduidelijk even over het hoofd gezien. Lees verder Wég met Windows advertenties→
Personal branding voor fotografen is een boek dat elke fotograaf helpt om zijn werk en merk te promoten en daar een winstgevend bedrijf van te maken. We spraken met de auteur Maurice Jager. In zijn dagelijks werk maakt hij foto’s van zijn klanten voor op hun website en social media. Hij helpt hen om een persoonlijk verhaal te vertellen. Deze strategie maakt hij met het boek beschikbaar voor fotografen.
Maurice Jager.
Waarom heb je het boek geschreven?
‘Omdat ik vaak hoor dat fotografie geen lucratief beroep meer is, maar ik in de praktijk heb gemerkt dat dit niet klopt. Je kunt wel degelijk nog in je levensonderhoud voorzien als fotograaf, maar dan moet je werk op de juiste manier onder de aandacht worden gebracht. Je kunt de mooiste foto’s maken, maar als niemand ze ziet, gebeurt er niets en dan blijf jij zitten waar je zit. Als je ervan droomt om meer met je werk te doen, heb je mensen nodig die het mooi vinden. Volgers, fans en uiteindelijk klanten die met jou willen samenwerken. De mogelijkheden om een netwerk op te bouwen via internet en social media zijn tegenwoordig overweldigend. Ik wil fotografen helpen om daar de juiste weg in te vinden.’
Hoe help je fotografen daarmee?
Mijn methode bestaat eruit dat ik fotografen zichzelf laat onderzoeken en bevragen om zo tot een eigen verhaal te komen dat aanslaat bij je doelgroep. In het boek beantwoord ik deze vragen: Hoe zorg je ervoor dat je wordt gezien? Hoe kom je boven het maaiveld uit? Hoe krijg je fans? Hoe krijg je klanten? En hoe verdien je een inkomen met wat je het leukst vindt om te doen? Ik laat je zien hoe elke fotograaf een persoonlijk verhaal om zijn merk kan bouwen dat recht uit het hart komt.
Waarom heb je voor het boek tien fotografen geïnterviewd?
Omdat zij door het vertellen van een persoonlijk verhaal hun bedrijf zeer succesvol hebben gemaakt. Zij leggen uit hoe zij hun merk zo hebben opgebouwd dat zij er gelukkig van zijn geworden en gemakkelijk van hun fotografie kunnen leven. De mensen die ik heb geïnterviewd zijn: John DeMato, Peter Hurley, Humberto Tan, Lieke Anna, Pratik Naik, Dani Diamond, Clay Cook, Emily Teague, Glyn Dewis en Tony Taafe. Zij vertellen hoe zij volgers hebben gegenereerd en daaruit klanten hebben gekregen. Je kunt hun manier toepassen op jouw werk en situatie. Als je leert zien waar je hart ligt en je bouwt daar een persoonlijk verhaal omheen, ligt een leven waarin je mag doen wat je het leukst vindt, binnen handbereik. Daar kun je niet gauw genoeg mee beginnen.
PERSONAL BRANDING VOOR FOTOGRAFEN
Het boek verschijnt op 25 maart 2020 en is tot die tijd te bestellen met korting (24,99 in plaats van 29,99)
Zo op het eerste gezicht maken smartphones prima foto’s. Toch is de fotokwaliteit van smartphones niet een kwaliteit die je kunt vergelijken met een spiegelreflex of zelfs compact camera.
Smartphones maken tegenwoordig schitterende foto’s. De kwaliteit wordt daarbij vooral behaald uit ‘computational photography‘; met name Apple en Google zien dit – waarschijnlijk terecht – als de toekomst van fotograferen. Althans, als het gaat om smartphones en andere ultra-compacte camera’s. Daar heb je namelijk met nogal wat uitdagingen te maken. Ten eerste is er natuurlijk de kleine lens, die simpelweg minder licht opvangt dan een groter exemplaar. Ook de miniatuur beeldsensor is en blijft een geval apart. De lichtgevoelige pixels daarvan zitten zo dicht op elkaar dat ruis onvermijdelijk is. Op zich is het al een mirakel dat ’t allemaal zo mooi werkt! Het achteraf bewerken van foto’s geschoten met en smartphone is echter bittere noodzaak. Als eindgebruiker merk je daar tijdens het fotograferen gelukkig niets van: razendsnelle speciaal daarvoor geoptimaliseerde processors doen al dat stevige rekenwerk in realtime. Daarbij wordt bijvoorbeeld ruis verminderd en foto’s voor het menselijk oog zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. De fotokwaliteit van smartphones lijkt dan ook vergelijkbaar met die van veel duurdere camera’s. Lees verder Fotokwaliteit van smartphones→
Met Raw-bestanden van 50 MB of meer die de huidige camera’s produceren loopt een harde schijf snel vol. Het was daarom weer een keer zover: de harde schijf waarop ik mijn foto’s back-up was bijna vol. Het was tijd voor een nieuwe harde schijf met meer opslagruimte. Die nieuwe harde schijf moest ruimte zat hebben en moest de basis-harde schijf worden voor al mijn foto’s. Een andere harde schijf moest gaan dienen als back-up-schijf. Dat betekent veel geschuif met bestanden. Het belangrijkste: maak Lightroom Classic niet in de war met al dat geschuif met bestanden!
Altijd ruimtegebrek op een harde schijf
De back-up schijf voor al mijn foto’s liep vol, dus was het tijd voor een nieuwe harde schijf. De basisschijf, de schijf waarop al mijn foto’s staan en waarop de foto’s bewerk is 8TB. De back-up-schijf is ook 8TB, maar bevat ook de back-up van mijn muziek en nog wat andere dingen. Op de basisschijf was nog ruimte genoeg voor een jaar of wat nieuwe foto’s (1,5TB), de back-up-schijf had nog maar 100GB, dus het zou niet lang duren voordat die vol was. Lang verhaal kort: ik kocht een 12TB My Book Duo externe schijf, voor opslag en bewerken van de foto’s. Alle foto’s van de oorspronkelijke basisschijf moesten daarom gekopieerd worden naar die nieuwe schijf. De oude basisschijf zou dan de nieuwe back-up-schijf worden, die bevatte toch al alle foto’s. De oude back-up-schijf met al mijn foto’s tot-nu-toe ging dienen als veilige back-up buitenshuis.
7TB aan foto’s kopiëren
Zo gezegd zo gedaan. Het duurde het een tijdje voordat ik de schijven zodanig had geconfigureerd zodat ze op de Mac zichtbaar waren en zo snel mogelijk draaiden. Die nieuwe 12TB schijf heeft als uitgangen: 1 USB-C-poort, 2 USB-3.0 en 3.1 gen 1. Ik ging er vanuit dat de USB-C-aansluiting het snelst was. De schijf was geformatteerd voor Windows en ik kreeg hem in eerste instantie niet op de Mac te zien. Ik downloadde de Mac-software voor deze schijf bij Western Digital en formatteerde de schijf opnieuw. De schijf verscheen op de desktop: het kopiëren kon beginnen. Dat het kopiëren van bijna 7TB aan bestanden een flinke tijd duurt, hoef ik je niet te vertellen: het duurde de hele nacht.
Na het kopiëren stond alles zoals het hoorde: alle foto’s bevonden zich, met de oorspronkelijke indeling in jaren > maanden > dagen, op de 12TB-schijf. Nu moest ik alleen nog aan Lightroom Classic duidelijk maken dat de Bibliotheek de foto’s op die nieuwe harde schijf moest gaan gebruiken. Zoals je hopelijk weet: in de Lightroom-catalogus staan alleen verwijzingen naar de foto’s en niet de foto’s zelf. Ik moest dus Lightroom laten zien waar de foto’s zich bevinden. Zolang jij nog weet waar je foto’s staan, raakt Lightroom ook niet in de war.
Wijs Lightroom Classic aan waar de foto’s staan
Waar zijn de foto’s gebleven?
Waar staan de foto’s? Die staan op die nieuwe schijf, met dezelfde naam en dezelfde indeling. Mijn indeling in mappen is als volgt: Fotoos > De mappen van de jaren > de mappen van de maanden > de mappen van de dagen. Op die nieuwe schijf staan de foto’s in exact dezelfde indeling. Lightroom zoekt dus een map met de naam Fotoos. Ik rechtsklik daarom op de map Fotoos met het vraagteken. Je krijgt een menu met bovenin: Ontbrekende map zoeken… Kies op de nieuwe harde schijf de map Fotoos en – omdat de indeling verder hetzelfde is als op de oorspronkelijke harde schijf – vindt Lightroom Classic meteen alle foto’s.
Wijs de ontbrekende map aan op de nieuwe harde schijf. In dit geval de map ‘Fotoos’.
Wijs ook bij importeren naar de juiste map
Wijs bij importeren ook de juiste map aan.. LaLaCie was de oude harde schijf. De foto’s staan nu op My Book Duo.De plek voor de nieuwe import.
Nog een ding. Vergeet niet bij het importeren van nieuwe foto’s in de import-dialoog van Lightroom de juiste map te kiezen waar je de foto’s wilt importeren. Als Lightroom de schijf niet kan vinden kiest Lightroom zelf een plek om nieuwe foto’s op te slaan en dat is niet de nieuwe harde schijf, maar de map Pictures op de interne harde schijf. Vertel Lightroom dat je de nieuwe foto’s op de nieuwe harde schijf wil bewaren. Maak Lightroom Classic niet in de war!
Wil je meer over Lightroom Classic leren? Van Pieter Dhaeze en Hans Frederiks is de 3de editie van Ontdek Lightroom Classic verschenen. Deze nieuwe editie is bijgewerkt tot en met Lightroom versie 10. Leer alles over het werken met profielen, het automatiseren van de import van je foto’s, hoe je met Color Grading aan het werk gaat en nog veel meer. En – als geschreven woorden tekort schieten – worden de mogelijkheden van Lightroom Classic je duidelijk gemaakt aan de hand van allerlei filmpjes.
Met de iOS app Spectre maak je in een handomdraai foto’s met lange sluitertijden. Veelal gewoon lekker uit de losse hand! Het geheim? Computational photography, ofwel computer-geassisteerde fotografie.
De iOS app Spectre komt uit dezelfde stallen als het eerder door ons besproken Halide. Het was precies de reden dat we Spectre dan ook maar eens installeerden. Veel apps pretenderen fotografie met lange sluitertijden te bieden, maar in veel gevallen laten de resultaten tamelijk te wensen over. Vandaar dat Spectre ook ietwat argwanend door ons werd gedownload. Enfin, maar eens een stroompje in de buurt opgezocht om vervolgens aan het fotograferen te slaan. En eh: foto’s met lange sluitertijden bij daglicht, is dat zinvol? Jazeker! Je kunt er bijvoorbeeld een mooie beweging van water mee vastleggen. Vandaar even die wandeling richting stromend water. Zonder verdere instellingen van de app blijken al direct prima foto’s geproduceerd te worden. Kwestie van op de ontspanknop drukken, even je smartphone stil houden en klaar. Het ‘computational’ deel mengt vervolgens op een slimme manier een aantal foto’s dat na het tikken op de ontspanknop na elkaar gemaakt worden. Daarbij worden ook eventuele kleine bewegingen van je toestel gecorrigeerd. Het eindresultaat zie je bovenaan dit artikel: haarscherpe rotsen en ‘bewegend’ water. Lees verder Spectre: lange sluitertijden zonder gedoe→